Schriftelijke vragen : De pilot met rechtsbijstandverlening door Achmea
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over de pilot met rechtsbijstandverlening door Achmea (ingezonden 23 december 2019).
Vraag 1
            
Hoe verhoudt de inhoud van de openbaar gemaakte stukken over de pilot met rechtsbijstandverlening
               door Achmea zich tot uw antwoorden op eerdere Kamervragen hierover, gelet op het feit
               dat het filmpje dat tijdens uw werkbezoek is opgenomen niet alleen een initiatief
               was van uw ministerie, maar dat ook Achmea het mede initieerde?1
Vraag 2
            
Denkt u dat de betrokkenheid van Achmea bij het filmpje geschiedde op grond van commerciële
               belangen? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 3
            
Betekent het commerciële belang van Achmea van uw werkbezoek dan in feite dat u reclame
               liep voor dat bedrijf, in tegenstelling tot wat u beweerde in de beantwoording van
               eerdere Kamervragen? Hoe moet de volgende uiting van één van uw ambtenaren in de openbaar
               gemaakte stukken in dat kader worden beschouwd: «Zoals gezegd; het filmpje is bedoeld voor Facebook, de linked-in discussie pagina
                  over de herziening van rechtsbijstand en voor verspreiding via twitter. Daarbij kunnen
                  we elkaar versterken.»?2
               3
Vraag 4
            
Hoe ver terug verliepen de contacten tussen de Raad voor de Rechtsbijstand en Achmea,
               voordat de overeenkomst tot de pilot is gesloten?
            
Vraag 5
            
Hoe kan het dat uit de openbaar gemaakte stukken geconcludeerd moet worden dat ambtenaren
               pas laat in het proces het winstoogmerk van Achmea ontdekten? Concludeert u achteraf
               dat deze kennis eerder in het proces tot een andere partner voor de pilot had kunnen
               leiden?4
Vraag 6
            
Wat was de reactie van de Raad voor de Rechtsbijstand op aanmeldingen van individuele
               advocaten voor deelname aan de pilot met Achmea? Waarom zijn deze uiteindelijke afgewezen
               als partner?
            
Vraag 7
            
Is het plafondbedrag gekozen om zo een publieke aanbesteding te voorkomen om daarmee
               de garantie te krijgen dat de pilot met Achmea doorgang kan vinden, gelet op het feit
               dat uit de openbaar gemaakte stukken kan worden opgemaakt dat er een plafond van € 750.000
               is ingesteld? Hoe kunt u dit verantwoorden, aangezien publieke aanbesteding juist
               willekeur in het verlenen van diensten moet voorkomen?
            
Vraag 8
            
Waarom blijkt uit de openbaar gemaakte stukken dat het problematisch is dat in eerdere
               Kamervragen over Achmea werd gesproken en niet over LegalGuard of Stichting Achmea
               Rechtszekerheid?
            
Vraag 9
            
Hoe verhoudt de beantwoording van eerdere Kamervragen inzake deze pilot zich tot het
               feit dat uit de openbaar gemaakte stukken blijt dat een goedkope stelsel wel degelijk
               één van de doelstellingen is? Waarom beweerde u eerder iets anders?
            
Vraag 10
            
Waarom was u eerder niet eerlijk en open over de expliciete doelstellingen, nu uit
               de openbaar gemaakte stukken blijkt dat de pilot ook aan moet tonen of het stelsel
               goedkoper kan?
            
Vraag 11
            
Kunt u helderheid verschaffen over hoe de constructie voor het vergoeden van tolken
               is geregeld in de pilot aangezien dit niet helder blijkt uit de openbaar gemaakte
               stukken? Is dit op correcte wijze geregeld?
            
Vraag 12
            
Bent u bekend met de blogs «Jantje-van-Leiden» en «Dekker’s doodzone»? Wat is uw reactie
               op beide artikelen?5
               6
Vraag 13
            
Welke conclusies mogen getrokken worden uit het feit dat de pilot wordt bekostigd
               uit het eigen vermogen van de Raad voor de Rechtsbijstand en dus niet uit het bestaande
               budget voor toevoegingen, zoals de auteur van de blogs beweert? Is dat in lijn met
               de juridische status van de overeenkomst tussen de Raad voor de Rechtsbijstand en
               Achmea?
            
Vraag 14
            
Hoe verhoudt uw eerdere antwoord dat de pilot is gestart om «ervaring op te doen met
               een andere aanbieder van juridische dienstverlening – in casu een rechtsbijstandsverzekeraar
               – die geen deel uitmaakt van het huidige stelsel van rechtsbijstand», zich tot de
               Wet op de rechtsbijstand en in het bijzonder het treffen van voorzieningen door het
               bestuur van de Raad voor de Rechtsbijstand zoals beschreven in artikel 7 en 8? Valt
               deze pilot dan niet eigenlijk buiten de wettelijke kaders waardoor deze per direct
               stop gezet zou moeten worden?7
Vraag 15
            
Hoe kan het dat u in uw brief van 1 november 2019 schrijft dat niet LegalGuard, maar
               de pilot, de voorziening is als bedoeld in artikel 7 Wet op de rechtsbijstand en dat
               u in diezelfde brief schrijft dat medewerkers van een voorziening rechtsbijstand mogen
               verlenen volgens artikel 13, lid 1, onder b, en tweede lid Wet op de rechtsbijstand?
               Hoe kan het dan dat de pilot als rechtspersoon geen eigen medewerkers heeft, maar
               gebruik maakt van medewerkers van LegalGuard, dan is dat toch niet conform artikel
               13 Wet op de rechtsbijstand? Wat is hierop uw reactie?8
Vraag 16
            
Klopt het dat de overeenkomst tussen de Raad voor de Rechtsbijstand en LegalGuard
               een privaatrechtelijke overeenkomst betreft? Zo ja, wat zijn de implicaties daarvan?
            
Vraag 17
            
Betreft de overeenkomst tussen de Raad voor de Rechtsbijstand en LegalGuard een overeenkomst
               als bedoeld in artikel 13, lid 3 Wet op de rechtsbijstand? Zo ja, heeft het bestuur
               van de Raad voor de Rechtsbijstand regels gesteld met betrekking tot deze overeenkomst
               als bedoeld in artikel 13, lid 3 Wet op de rechtsbijstand? Zo nee, wat zijn volgens
               u daarvan de consequenties?
            
Vraag 18
            
Wat zijn de gevolgen van het vermeende privaatrechtelijke karakter van de overeenkomst
               tussen de Raad voor de Rechtsbijstand en LegalGuard met betrekking tot de discussie
               of de pilot wel een voorziening is zoals beschreven in artikel 7 en 8 Wet op de rechtsbijstand?
            
Vraag 19
            
Klopt het dat u de Kamer verkeerd heeft geïnformeerd met uw brief van 1 november 2019
               zoals de auteur van de blogs beweert?9
Vraag 20
            
In hoeverre is de Raad voor de Rechtsbijstand beïnvloed geweest door de programma’s
               «Redesign Rechtsbijstand» en/of «Versterken van Regie» van het Ministerie van Justitie
               en Veiligheid gezien het feit dat u eerder aan de Kamer schreef dat de pilot tot stand
               is gekomen op verzoek van de Raad voor de Rechtsbijstand? Wat zegt dit over de zelfstandigheid
               van de Raad?
            
Vraag 21
            
Bent u bekend met het blog «Fiasco dreigt voor consumentenpilot met LegalGuard»? Wat
               is daarop uw reactie?10
Vraag 22
            
Kunt u toelichten waarom het aantal deelnemers zo laag ligt?
Vraag 23
            
Toont het geringe aantal deelnemers volgens u aan dat rechtszoekenden geen vertrouwen
               hebben in commerciële partijen? Waarom niet?
            
Vraag 24
            
Gaat u, al het bovenstaande overwegende, de pilot per direct stopzetten? Waarom niet?
Vraag 25
            
Deelt u de mening dat een pilot met een dusdanige respons niet representatief is,
               waardoor een evaluatie bij voorbaat overbodig is? Waarom niet?
            
Vraag 26
            
Wat zegt deze lage respons over de validiteit van de pilot?
Vraag 27
            
Kan aan de hand van dit lage aantal deelnemers geconcludeerd worden dat deze pilot
               een mislukking is? Wat zijn hiervan de gevolgen op zowel de planning als de inhoud
               van de herziening stelsel rechtsbijstand?
            
Vraag 28
            
Kunt deze vragen afzonderlijk beantwoorden?
Indieners
- 
              
                  Gericht aan
 S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
- 
              
                  Indiener
 Michiel van Nispen, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
 
          