Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Helvert over het bericht 'Weer gedoe bij kleding defensie’
Vragen van het lid Van Helvert (CDA) aan de Staatssecretaris van Defensie over het bericht «Weer gedoe bij kleding defensie» (ingezonden 29 november 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Visser (Defensie) (ontvangen 30 december 2019).
Vraag 1, 2, 3, 9 en 14
Hoe beoordeelt u de berichtgeving dat er weer gedoe zou zijn met kleding binnen Defensie?1
Is het waar dat, na de ophef over winterkleding vorig jaar, er nu opnieuw tekorten
zijn aan winterjassen en andere kleding en uitrusting, zoals kisten en uniformen?
Wat vindt u van verhalen van een militair die al drie maanden wacht op een winterjas
en hem vervolgens maar zelf koopt, en een militair die te horen krijgt dat de kisten
op zijn en dus maar door moet blijven lopen op afgetrapte exemplaren?
Is het waar dat Defensie tegenspreekt dat er «ernstige leveringsproblemen» zouden
zijn? Erkent u daarmee dat er dus wel leveringsproblemen zijn?
Wat gaat u doen om deze zo snel mogelijk op te lossen?
Antwoord 1, 2, 3, 9 en 14
Met de extra gelden uit het regeerakkoord investeert Defensie in haar mensen en middelen.
Een belangrijk onderdeel hiervan betreft de kleding en uitrusting voor haar personeel.
Voor het verbeteren van de kwantiteit en kwaliteit van de kleding en uitrusting zijn
meerdere projecten in uitvoering, zoals het project Defensie Operationeel Kledingsysteem
(DOKS). In dit project is er voor gekozen om extra te investeren om de kwantiteit
en de kwaliteit van de nieuwe kleding inclusief helmen te verhogen. U bent hierover
in 2018 geïnformeerd (Kamerstuk 27 830, nr. 260). Ook de investeringen in de projecten Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS)
en vervanging gevechtsuitrusting dragen bij aan een verbetering van de uitrusting.
U bent over deze projecten geïnformeerd o.a. met brieven, het Defensie Projectenoverzicht,
de begroting en het jaarverslag.
Naast de genoemde grote projecten zijn er vele kleinere projecten om de kwantiteit
en kwaliteit van de kleding en uitrusting te verbeteren. Zo wordt er nu gewerkt aan
een keuzeconcept voor gevechtslaarzen. Dit project zorgt naast voldoende gevechtslaarzen
ook voor het introduceren van een keuzemogelijkheid voor militairen. Door deze projecten
neemt de kwantiteit, de kwaliteit en het aantal soorten artikelen toe.
Om te zorgen voor een tijdige levering zijn en worden er maatregelen genomen om beter
gebruik te maken van raamcontracten, bestaande noodprocedures tijdig toe te passen
en de planning en het beheer van vraag en aanbod te verbeteren (Kamerstuk 27 830, nr. 270). Het geheel aan projecten en maatregelen levert al resultaten op waaronder een gestegen
leverbetrouwbaarheid van kleding en uitrusting.
Als een artikel desondanks niet voorradig is, kunnen maatregelen worden genomen zoals
het verstrekken van een alternatief artikel, het zo snel mogelijk naleveren van een
artikel of het bieden van de mogelijkheid en financiële middelen voor zelfstandige
aanschaf. De militair kan er dan voor kiezen om het benodigde geld zelf voor te schieten
en achteraf te declareren, of ervoor kiezen om een voorschot aan te vragen (Aanhangsel
Handelingen 2018–2019, nr. 425).
Vanwege schaarste uit het verleden is er op het gebied van kleding en uitrusting nog
veel achterstand weg te werken. De veranderende omgeving en dreiging veroorzaken o.a.
een verandering in het programma voor opleiding en training, hetgeen ook een veranderende
behoefte aan kleding en uitrusting met zich meebrengt. Mede hierdoor is de omvang
van het werk groot. Het betreft immers ruim 45.000 militairen, een stroom van bijna
één miljoen artikelen die per jaar verstrekt worden en een uitgebreide diversiteit
aan maatvoering. Daarnaast is het werk ook dynamisch. Zo verandert de vraag en blijkt
deze soms hoger dan de gestelde norm. Ook kunnen zich problemen voordoen met leveranciers
of kunnen artikelen bij beproeving tekortschieten. Tevens kan het wisselen van leverancier
leiden tot overgangsproblemen als bijvoorbeeld de maatvoering verschilt. Dit heeft
zich bijvoorbeeld voorgedaan bij het wisselen van leverancier van gevechtslaarzen.
In dit soort gevallen wordt gezocht naar de meest praktische oplossing.
Met het oog op de toekomst wordt bezien welke structurele maatregelen moeten worden
genomen en welke capaciteit moet worden toegevoegd aan het Kleding en Persoonsgebonden
Uitrusting (KPU) bedrijf om de toegenomen kwantiteit en kwaliteit van kleding en uitrusting
in stand te houden. Hoewel Defensie er naar streeft om het aantal situaties waarin
artikelen niet voorradig zijn te minimaliseren, is een servicegraad van 100% extreem
kostbaar en kan het niet-leveren van artikelen nooit helemaal worden voorkomen. Door
de genoemde factoren tezamen is het niet te garanderen dat zich geen problemen voordoen
op het gebied van kleding en uitrusting zoals ook aan u gemeld is in Kamerstuk 27 830, nr. 270.
Vraag 4
Zijn er ook problemen met het leveren van desertuniformen en de nieuwe interim multicam
gevechtspakken, die militairen die op missie gaan nodig hebben?
Antwoord 4
De gevechtspakken in multicam-camouflagepatroon en de desertuniformen worden in hoofdzaak
geleverd aan personeel dat op missie gaat als interim oplossing totdat de nieuwe kleding
van het project DOKS instroomt. Zoals in de antwoorden op vragen over de tweede suppletoire
begroting is toegelicht zal deze periode langer duren dan gepland (Kamerstuk 35 350, nr. 3). Er wordt bezien welke maatregelen moeten worden genomen om deze verlengde periode
te overbruggen. De leverbetrouwbaarheid voor missies is bijna 100%, maar soms zijn
bepaalde artikelen niet voorradig. In die gevallen dat een multicam artikel niet leverbaar
is, wordt een alternatief artikel verstrekt, of wordt de optie voor zelfstandige aanschaf
van een artikel aangeboden.
Vraag 5
Herinnert u zich uw uitspraak dat het zelf moeten kopen van kleding door militairen
«niet voor herhaling vatbaar» is?2
Antwoord 5
In het vragenuur op 25 september 2019 heb ik in de context van het grootschalig zelfstandig
aankopen van kleding door individuele militairen voor een grote oefening aangegeven
dat dit niet voor herhaling vatbaar is. Onder andere door de grote aantallen militairen
en diversiteit aan artikelen kan het niet-leveren van artikelen nooit helemaal worden
voorkomen. Om maatwerk of specifieke behoeften voor individuele militairen te kunnen
toepassen in incidentele gevallen blijft zelfstandige aanschaf (ZA) een mogelijkheid
(Kamerstuk 27 830, nr. 270 en Aanhangsel handelingen 2018–2019, nr. 425).
Vraag 6
Deelt u de opvatting van de directeur Wapensystemen & Bedrijven bij de DMO dat «te
lang wachten op kleding en uitrusting of geen munitie hebben voor een oefening niet
is uit te leggen»?3
Antwoord 6
Ja, zie tevens de antwoorden op vraag één, twee, drie, negen en veertien.
Vraag 7 en 8
Klopt het dat het budget overschreden is? Zo ja, wat is hiervan de oorzaak? Is er
te weinig toezicht geweest?
Is het zo erg dat er niets nieuws meer besteld wordt bij leveranciers?
Antwoord 7 en 8
Zoals in het antwoord op de vragen één, twee, drie, negen en veertien is aangegeven
is er veel achterstand in te halen. Het leveren gaat sneller dan gepland en de vraag
neemt toe, soms ook buiten de vastgestelde norm. Daarom moest dit jaar extra budget
worden toegekend. De besluitvorming hierover vond zorgvuldig plaats. Hierdoor konden
gedurende een beperkte periode geen bestellingen worden geplaatst, maar inmiddels
is dit opgelost en neemt Defensie ook structurele maatregelen voor de toekomst.
Vraag 10
Kunt u de uitspraak «wat er niet op voorraad is, wordt nageleverd» nader toelichten?
Zijn de voorraden voldoende op peil? Hoe lang moeten militairen wachten op naleveringen?
Antwoord 10
Indien een militair een artikel niet direct geleverd kan krijgen, kan een alternatief
artikel worden verstrekt of kan het artikel later alsnog worden geleverd. De gekozen
optie is voornamelijk afhankelijk van de urgentie gerelateerd aan een missie. Naleveringen
verschillen per artikel en moment van plaatsing van de order. Een algemene wachttijd
is dan ook niet te geven. Defensie streeft er naar het aantal naleveringen te beperken
en de wachttijd te minimaliseren. Zie tevens de vragen één, twee, drie, negen en veertien.
Vraag 11
Klopt het dat het KPU-bedrijf kampt met onderbezetting, waardoor niet snel genoeg
alles geleverd kan worden?
Antwoord 11
Ja, het klopt dat de personele capaciteit die het KPU-bedrijf toebedeeld heeft gekregen
onvoldoende is om de huidige werklast aan te kunnen. Dit wordt momenteel opgevangen
met tijdelijke capaciteit. Met het oog op de toekomst wordt bezien welke structurele
maatregelen moeten worden genomen en welke capaciteit moet worden toegevoegd om deze
problemen op te lossen.
Vraag 12
Maken operationele commando’s gebruik van de mogelijkheid om zelf kleding te bestellen
als het KPU-bedrijf er niet (tijdig) in kan voorzien? Wordt gebruik gemaakt van de
escalatieprocedure?
Antwoord 12
Defensieonderdelen (of eenheden daarvan) schaffen soms zelf delen van kleding en uitrusting
aan. De escalatieprocedure wordt bij hoge uitzondering gebruikt indien omwille van
operationele noodzaak aanbestedingen niet volgens de vigerende aanbestedingsregels
kunnen plaatsvinden.
Vraag 13
Welke resultaten heeft het door u ingestelde «interventieteam» geboekt? Waarom zijn
er kennelijk nog steeds problemen?
Antwoord 13
Het personeel van defensie weet het interventieteam goed te vinden zoals blijkt uit
de meldingen die zijn sinds de oprichting zijn binnengekomen. In ca. 20% van de gevallen
gaat de vraag aan het interventieteam over kleding en uitrusting. De resultaten van
het interventieteam verschijnen op Defensie.nl en u wordt over het interventieteam
geïnformeerd in het jaarverslag.
Zie tevens op de vragen één, twee, drie, negen en veertien.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Visser, staatssecretaris van Defensie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.