Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Raan over de uitrol van 5G
Vragen van het lid Van Raan (PvdD) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid over de uitrol van 5G. (ingezonden 9 september 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Keijzer (Economische Zaken en Klimaat), mede namens
            de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en voor Medische Zorg (ontvangen
            20 december 2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 239.
         
Vraag 1
            
Kent u het bericht «Hoe veilig is het nieuwe 5G-netwerk»? 1
Antwoord 1
            
Ja, daar heb ik kennis van genomen.
Vraag 2 en 3
            
Welke toestemming en/of vergunningen dient de rijksoverheid nog te geven voor het
               grootschalige gebruik van deze techniek?
            
Kunt u in een tijdlijn aangeven wat de planning is van de uitrol van 5G per regio?
Antwoord 2 en 3
            
De verwachting is dat 5G in eerste instantie gaat worden toegepast in de zogenaamde
               700 MHz- en 3,5 GHz-frequentiebanden. De vergunningen voor het gebruik van de 700
               MHz-band worden halverwege 2020 geveild. Het voornemen is om vergunningen in de 3,5
               GHz-band te veilen in 2021/2022. Het is waarschijnlijk dat na het veilen van vergunningen
               in de 700 MHz-band de winnaars van die vergunningen de frequenties gaan gebruiken
               om 5G mee toe te passen.
            
Overigens is het de verwachting dat 5G ook zal worden toegepast in alle andere frequentiebanden
               waarvoor reeds vergunningen voor mobiele communicatie zijn of worden verleend. Dit
               betreft de 800, 900, 1800, 2100 MHz, en 2,6 GHz. De vergunningen zijn namelijk «technologieneutraal».
               Het staat de vergunninghouder vrij om elke technologie van zijn keuze toe te passen,
               zo lang hij zich maar houdt aan de vergunningvoorschriften.
            
Vraag 4
            
Kunt u een schatting geven van het aantal extra antennes dat er in totaal bijgeplaatst
               moet worden om een dekkend 5G-netwerk te implementeren (in absolute aantallen en in
               aantal per vierkante kilometer in stad en platteland)?
            
Antwoord 4
            
De overheid bepaalt niet waar en wanneer er 5G wordt uitgerold. 5G-netwerken worden
               aangelegd door private ondernemingen zoals KPN, T-Mobile, en VodafoneZiggo. Zij bepalen
               waar en wanneer zij investeren in de netwerkinfrastructuur die nodig is voor 5G, zoals
               antennes en het leggen van glasvezelkabels. De keuzes die zij hierbij maken zijn afhankelijk
               van de bedrijfsstrategie, die bedrijfsvertrouwelijk is. Mede hierdoor kan ik ook niet
               aangeven hoeveel extra antennes er bijgeplaatst moeten worden om landelijk dekkende
               5G-netwerken te creëren. Het samenwerkingsverband van telecomproviders, Monet, heeft
               becijferd wat zij verwachten aan toename aan antennes door de uitrol van 5G. Deze
               toename is 10%; dat zijn ongeveer 4.500 extra antennes (en ongeveer 1.500 antenne-opstelpunten).
               Daarnaast verwachten de operators in beperkte mate kleine antennes (small cells) in
               de komende 3 tot 5 jaar.
            
Vraag 5, 6, 7 en 8
            
Deelt u de mening dat het verwijderen van bomen (en andere groenvoorzieningen) niet
               het gevolg zou mogen zijn van de uitrol van het 5G-netwerk? Zo nee, waarom niet?
            
Klopt het dat bomen (en andere groenvoorzieningen) in bepaalde programma’s en/of modellen
               worden gezien als obstakels bij de planning van 5G-netwerken waar voorheen bomen (en
               andere groenvoorzieningen) dat predicaat niet hadden? Zo ja, kunt u voorbeelden geven?
            
Op welke manier worden bomen (en andere groenvoorzieningen) gezien als te verwijderen
               obstakels bij de planning van 5G-netwerken?2
Is het met de toekomstige uitbreiding van de gemeentelijke bevoegdheden, als gevolg
               van de invoering van de Omgevingswet, mogelijk om bomen (en andere groenvoorzieningen)
               een andere status (juridisch of anderszins) te geven in planningsdocumenten zoals
               bestemmingsplannen?
            
Antwoord 5, 6, 7 en 8
            
Bossen en andere houtopstanden vormen een uniek natuurtype. Naast de klassieke functies
               van natuur, landschap, productie in de vorm van houtoogst, behoud van cultureel erfgoed
               en recreatie, wordt de afgelopen decennia steeds meer belang gehecht aan andere functies
               van houtopstanden, zoals het vastleggen van kooldioxide, het leveren van ecosysteemdiensten
               als het bergen en bufferen van water, het dempen van grote temperatuurschommelingen
               in en nabij stedelijke gebieden, het filteren van fijnstof en het bijdragen aan het
               kwaliteit van het leven en aan een aangename leefomgeving.
            
Vanwege hun belangrijke functie worden houtopstanden op basis van nationaal beleid
               beschermd en is deze bescherming gericht op het behoud van het areaal van houtopstanden
               en van hun kwaliteit. Die bescherming is geregeld in hoofdstuk 4 van de Wet natuurbescherming
               en die regels worden ongewijzigd overgenomen in het Besluit activiteiten leefomgeving
               dat uitvoering geeft aan de Omgevingswet. Dat wordt geregeld via het Aanvullingsbesluit
               natuur Omgevingswet, dat momenteel is voorgehangen bij de Eerste en Tweede Kamer.
            
Deze regels hebben uitsluitend betrekking op houtopstanden buiten de bebouwde kom.
               Gemeenten wijzen in hun omgevingsplan de «bebouwingscontour kap» aan. Binnen die bebouwingscontour
               gelden uitsluitend de in het omgevingsplan gestelde regels over de kap van bomen.
               Deze regels worden dus gesteld door de desbetreffende gemeente. De provincie kan bij
               omgevingsverordening voorschriften stellen waaraan gemeenten zich hebben te houden
               in hun omgevingsplan.
            
Buiten de bebouwde kom zijn gedeputeerde staten in de regel bevoegd gezag voor het
               in ontvangst nemen van meldingen en het opleggen van een kapverbod, tenzij het gaat
               om situaties als bedoeld in art. 1.3 van de Wet natuurbescherming waarvoor het Rijk
               bevoegd gezag is.
            
Of bomen en andere groenvoorzieningen in het kader van de uitrol van het 5G-netwerk
               mogen worden gekapt moet dus worden beoordeeld aan de hand van het omgevingsplan en
               anders is dat ter beoordeling van provincie of Rijk, waarbij het beschermingsregime
               van de Wet natuurbescherming en in 2021 de Omgevingswet in acht moet worden genomen.
               Bij de beoordeling of bomen en andere groenvoorzieningen verwijderd mogen worden dient
               overigens niet alleen het beschermingsregime voor hout- en houtopstanden in acht te
               worden genomen, maar ook het beschermingsregime voor soorten in hoofdstuk 3 van de
               Wet natuurbescherming. Ook dat beschermingsregime zal per 1 januari 2021 ongewijzigd
               onderdeel zijn van de Omgevingswet.
            
Het klopt dat het gebladerte van bomen voor demping zorgt van het antennesignaal.
               Dat is al zo bij de frequenties die de huidige telecomnetwerken (2G, 3G en 4G) gebruiken.
               Een antenne-opstelpunt zal logischerwijs geplaatst worden op een plek waar de dekking
               optimaal is, rekening houdend met de aanwezige vegetatie en gebouwen. We hebben geen
               scenario’s vernomen waarbij bomen gekapt moeten worden voor de dekking van 5G. Ook
               het samenwerkingsverband Monet heeft aangegeven het niet als wenselijk te zien om
               bij de uitrol van 5G bomen en andere groenvoorzieningen te verwijderen.
            
Vraag 9, 10, 11 en 12
            
Kunt u aangeven welke zelfstandige Nederlandse onderzoeken zijn verricht naar het
               effect van elektromagnetische velden (EMV) op mensen en specifiek het gebruik van
               de mobiele frequenties voor 5G in Nederland?
            
Kunt u aangeven welke zelfstandige Nederlandse onderzoeken zijn verricht naar het
               effect van EMV op dieren (inclusief insecten) en specifiek het gebruik van de mobiele
               frequenties voor 5G in Nederland?
            
Kunt u aangeven welke zelfstandige Nederlandse onderzoeken zijn verricht naar het
               effect van EMV op de natuur en specifiek het gebruik van de mobiele frequenties voor
               5G in Nederland?
            
Kunt u aangeven welke andere (internationale) onderzoeken zijn verricht naar het effect
               van EMV op respectievelijk mensen, dieren (inclusief insecten) en natuur en specifiek
               het gebruik van de mobiele frequenties voor 5G?
            
Antwoord 9, 10, 11 en 12
            
Op 17 april jl. heb ik samen met de Minister voor Medische Zorg en Sport uw Kamer
               geïnformeerd over het onderwerp 5G en gezondheid.3 Er is vanaf de komst van mobiele netwerken veel onderzoek gedaan naar mogelijke gezondheidseffecten.
               In opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat coördineert ZonMw
               al sinds 2006 een grootschalig onderzoeksprogramma van 16,6 miljoen euro op het gebied
               van hoog- en laag frequent EMV. Het programma richt zich op (1) de biologische interactie
               tussen blootstelling aan EMV en het menselijk lichaam; (2) epidemiologische onderzoeken
               naar het verband tussen blootstelling aan EMV en het optreden van gezondheidseffecten;
               (3) de gepercipieerde risico’s van EMV; en (4) technologische aspecten van EMV. Een
               van de studies uit het ZonMw-programma (COSMOS4) is verlengd tot 2023. Dit betreft een zeer groot Europees cohortonderzoek, waarin
               enkele honderdduizenden mensen gevolgd worden met als doel langetermijn-gezondheidseffecten
               te achterhalen. Daarbij wordt onder meer hun gebruik van telecommunicatiemiddelen
               vastgelegd en wordt hun gezondheidsstatus door de tijd heen gemeten, zodat verbanden
               tussen blootstelling aan EMV en gezondheid kunnen worden onderzocht. Nederland is
               één van de deelnemende landen. Het Kennisplatform Elektromagnetische Velden en Gezondheid
               (Kennisplatform EMV) geeft aan dat in het geheel van alle onderzoeken er geen bewijs
               is dat langdurige blootstelling aan elektromagnetische velden onder de blootstellingslimieten
               schadelijk is voor de gezondheid.5
Voor een overzicht van het specifiek in Nederland uitgevoerde onderzoek wordt verwezen
               naar het ZonMw-programma «Elektromagnetische Velden en Gezondheid».6 Op de website van ZonMw staat een overzichtspagina van onderzoek dat binnen het programma
               is verricht. Daar bevindt zich een publicatielijst en een overzicht. In het onderzoeksprogramma
               is niet specifiek naar 5G gekeken omdat 5G toen nog niet bestond. De Gezondheidsraad
               heeft aangegeven dat er in het verleden enkele onderzoeken zijn gedaan naar de effecten
               van EMV op planten, dieren en natuur.
            
Volgens het Kennisplatform EMV concluderen wetenschappelijke adviesorganen, zoals
               de World Health Organization (WHO) en de Gezondheidsraad, dat in wetenschappelijke
               onderzoeken geen bewijzen zijn gevonden voor negatieve effecten op de gezondheid door
               blootstelling aan elektromagnetische velden onder de blootstellingslimieten. Het Kennisplatform
               EMV geeft bij vragen of zorgen in de samenleving snel duidelijkheid over mogelijke
               gezondheidseffecten van elektromagnetische velden. In het Kennisplatform EMV werken
               RIVM, TNO, DNV GL, GGD GHOR Nederland, Agentschap Telecom, ZonMw en Milieu Centraal
               samen om wetenschap te duiden en kennis te ontsluiten voor burgers, werknemers en
               lagere overheden. De Gezondheidsraad heeft een adviserende functie. De Gezondheidsraad
               volgt de ontwikkelingen rond elektromagnetische velden en gezondheid en rapporteert
               daar zo nodig over.
            
Vraag 13, 14, 15 en 16
            
Welke onderzoeken bestaan er om de effecten van de verwachte cumulatieve straling
               van 5G netwerken op respectievelijk mensen, dieren en natuur in kaart te brengen van
               de naar schatting 100 en 350 cellen per vierkante kilometer die nodig zijn voor een
               landelijk dekkend netwerk?7
Hoe wordt voorkomen dat, door het toegenomen aantal antennes en intensiever gebruik
               van frequenties, er negatieve cumulatieve effecten ontstaan voor respectievelijk mensen,
               dieren en natuur?
            
Hoe wordt het voorzorgsbeginsel gewaarborgd dat er geen schadelijke gezondheidseffecten
               op mensen, dieren en natuur mogen zijn als 5G wordt ingevoerd?
            
Wie is verantwoordelijk voor het voorkomen van negatieve cumulatieve effecten van
               EMV als gevolg van de grootschalige uitrol van 5G?
            
Antwoord 13, 14, 15 en 16
            
Zoals ook aangegeven bij het antwoord op vraag 4 heeft het samenwerkingsverband Monet
               becijferd wat zij verwachten aan toename aan antennes door de uitrol van 5G. Deze
               toename is 10%; dat zijn ongeveer 4.500 extra antennes (en ongeveer 1.500 antenne-opstelpunten).
               Daarnaast verwachten de operators in beperkte mate kleine antennes (small cells) in
               de komende 3 tot 5 jaar.
            
De huidige blootstellingslimieten voor 3G en 4G gelden straks ook voor 5G. Met 5G
               moet de optelsom van alle elektromagnetische velden nog steeds onder de Europees aanbevolen
               blootstellingslimieten blijven. Agentschap Telecom houdt dit in de gaten en is begin
               2019 gestart met de metingen bij testlocaties voor 5G-antennes. Zo kan Agentschap
               Telecom, voor en na de uitrol van 5G, de samenleving via metingen blijven informeren
               over de veldsterktes en blootstelling in Nederland. Agentschap Telecom werkt in deze
               voorbereiding samen met het RIVM. De eerste resultaten van metingen door Agentschap
               Telecom bij 5G-testlocaties zijn beschikbaar op de website van het Antennebureau en
               het Agentschap Telecom. De eerste resultaten wijzen erop dat de gemeten veldsterktes
               een factor 10 tot 20 onder de blootstellingslimieten zaten.8 Agentschap Telecom doet al metingen aan de elektromagnetische velden en ziet erop
               toe dat de door de EU aanbevolen blootstellingslimieten op publiek toegankelijke plekken
               niet worden overschreden. Zowel de selectieve veldsterkte (veldsterkte van de aanwezige
               signalen afzonderlijk) als de cumulatieve veldsterkte (veldsterkte van alle signalen
               gezamenlijk) wordt gemeten door het Agentschap. In beide gevallen moeten de gemeten
               veldsterkten onder de limieten blijven. Om burgers zekerheid te bieden dat de EMV-blootstelling
               binnen de limieten blijft, worden deze limieten vastgelegd onder de Telecommunicatiewet,
               zoals aangekondigd in het Actieplan Digitale Connectiviteit van het kabinet.
            
Vraag 17, 18 en 19
            
Kunt u een zo volledig mogelijk internationaal overzicht verschaffen van alle 5G-normen
               (ICNIRP «mobile telephones» en «base station»-normen, of de voor Nederland hiervan
               afgeleide normen) voor mensen, dieren en natuur?
            
Kunt u aangeven hoe deze 5G-normen voor mensen, dieren en natuur zich door de tijd
               hebben ontwikkeld, in Nederland en in het buitenland?
            
Welke besluiten met betrekking tot de vaststelling of verandering van Nederlandse
               EMV-normen als gevolg van de uitrol van 5G in Nederland staan het komende jaar op
               de agenda?
            
Antwoord 17, 18 en 19
            
Om gezondheidsschade van sterke elektromagnetische velden te voorkomen heeft een internationale
               commissie, de International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection (ICNIRP),
               blootstellingslimieten opgesteld voor elektromagnetische velden, die ook in Nederland
               worden gehanteerd. Deze limieten bevatten een ruime veiligheidsmarge, die rekening
               houdt met kwetsbare groepen, zoals ouderen, kinderen en mensen met een zwakke gezondheid.
               De veiligheidsmarges zijn vijftig keer lager dan het niveau waarboven gezondheidseffecten
               kunnen optreden. De ICNIRP beoordeelt hiervoor regelmatig de stand van de wetenschap
               op het gebied van elektromagnetische velden en gezondheid. Er zijn verschillende blootstellingslimieten
               voor elektromagnetische velden van verschillende frequenties. Deze limieten gelden
               voor de frequenties die in de huidige netwerken worden gebruikt en ook voor toekomstige
               5G-frequenties. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) houdt het
               internationale beleid op het gebied van elektromagnetische velden bij en publiceert
               daar overzichten van. In het meest recente rapport geeft het RIVM een overzicht van
               het beleid ten aanzien van laagfrequente en radiofrequente elektromagnetische velden
               in de 28 EU-lidstaten en 7 andere geïndustrialiseerde landen.9
Op grond van het Besluit radioapparaten 2016 en de Europese Radio Richtlijn dienen
               radioapparaten, zoals mobiele telefoons, voor het op de markt aanbieden te voldoen
               aan de ICNIRP-limieten. Om aan te tonen dat deze apparatuur veilig is, hanteert de
               industrie de blootstellingslimieten zoals die beschreven zijn in de Europese normen.
               Producten met een CE-markering voldoen volgens de fabrikant aan deze normen. Dezelfde
               eis is ook van toepassing op de eerste ingebruikname van zenders/antennes, zoals voor
               5G. Zoals in antwoord op vragen 13 t/m 16 aangegeven houdt het Agentschap hier toezicht
               op en doet veldsterktemetingen door het gehele land om te controleren of de blootstellingslimieten
               niet worden overschreden.
            
Vraag 20
            
Deelt u de mening dat het wenselijk is om meer wetenschappelijk onderzoek te verrichten
               naar de gevolgen van (veranderingen in) het gebruik van de telecomfrequenties op mensen,
               dieren en natuur, alvorens grootschalige uitrol van 5G toe te staan? Zo nee, hoe garandeert
               u dat er geen schadelijke gevolgen zullen zijn?
            
Antwoord 20
            
Het is belangrijk dat de leefomgeving van mensen gezond en veilig is en ook als zodanig
               wordt ervaren. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft sinds 2006 ruim
               16 miljoen euro geïnvesteerd in wetenschappelijke onderzoeken om te achterhalen of
               er gezondheidsrisico’s optreden door aanwezigheid van EMV. Uit alle inmiddels afgeronde
               onderzoeken en Gezondheidsraadadviezen waarin alle literatuur is meegenomen, blijkt
               echter dat er geen bewijzen hiervoor zijn, zolang de blootstelling beneden de blootstellingslimieten
               blijft. Dat geldt ook na introductie van het 5G-netwerk. Agentschap Telecom zal toezicht
               blijven houden op de naleving van de blootstellingslimieten. Alle veldsterktemetingen
               (EMV) die Agentschap Telecom uitvoert worden ook op genomen in het publiek toegankelijke
               antenneregister. Tevens zullen de ICNIRP-limieten voor EMV geborgd worden onder de
               Telecommunicatiewet, zodat het Agentschap hier ook passend toezicht op kan houden.
               Daarnaast blijf het kabinet de nieuwste wetenschappelijke resultaten op de voet volgen.
               Ook spelen het Kennisplatform EMV en organisaties als het RIVM, Gezondheidsraad en
               GGD’en een belangrijke rol in de advisering en ontsluiting van kennis op het gebied
               van EMV.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat - 
              
                  Mede namens
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit - 
              
                  Mede namens
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg - 
              
                  Mede namens
S. van Veldhoven-van der Meer, minister voor Milieu en Wonen 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.