Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ziengs over de berichten ‘Taxirijden op Schiphol, in ruil voor een envelop vol cash’ en ‘SchipholTaxi verliest kort geding tegen NRC’
Vragen van het lid Ziengs (VVD) aan de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat en van Financiën over de berichten «Taxirijden op Schiphol, in ruil voor een envelop vol cash» en «SchipholTaxi verliest kort geding tegen NRC» (ingezonden 27 november 2019).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën ) en Minister van Nieuwenhuizen Wijbenga
(Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 20 december 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Taxirijden op Schiphol, in ruil voor een envelop vol
cash»1 en «SchipholTaxi verliest kort geding tegen NRC»?2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het hier zeer zorgelijke berichten betreft?
Antwoord 2
Ja, de berichten waren aanleiding voor het Ministerie van Financiën als aandeelhouder
om Schiphol om toelichting te vragen. Dit is gebruikelijk bij dergelijke mediaberichten.
Vraag 3
Klopt het dat chauffeurs eerder hun beklag hebben gedaan over de in het artikel beschreven
situatie bij verschillende instanties, waaronder ook Schiphol? Zo ja, kunt u aangeven
wat er met deze klachten is gebeurd?
Antwoord 3
Schiphol geeft aan dat het heeft gesproken met de betreffende concessiehouders over
eerdere aantijgingen die betrekking hebben op vermeende misstanden. Die aantijgingen
zijn door de concessiehouders onderzocht. Volgens Schiphol volgden uit dat onderzoek
geen aanwijzingen van ontoelaatbare zaken.
Vraag 4, 5, 6 en 8
Wordt er intern dan wel extern onderzoek gedaan naar de genoemde misstanden? Zo ja,
is er zicht op eventuele gevolgen voor de betrokken partijen? En wat zijn de te nemen
stappen om de situatie recht te trekken?
Bent u op de hoogte van het proces rond de concessieverlening voor taxivervoer op
Schiphol, gezien de suggestie in de berichtgeving dat er sprake is van mogelijke misstanden
binnen Schiphol, ook rondom de concessieverlening?
Betreft het hier naar uw mening gegronde twijfel over dit proces, gezien de vraagtekens
die verschillende partijen zetten bij het proces rondom de concessieverlening voor
taxivervoer rondom Schiphol? Zo nee, waarom niet?
Deelt u de mening dat gedegen onderzoek naar de in het artikel genoemde praktijken
hier noodzakelijk is?
Antwoord 4, 5, 6 en 8
Schiphol heeft als luchthaven de wettelijke verplichting het landzijdig verkeer op
de luchthaven in goede banen te leiden. De directie is verantwoordelijk voor het dagelijkse
bestuur van Schiphol, waaronder het verlenen van concessies aan taxibedrijven op de
luchthaven. Het is daarom in eerste instantie aan Schiphol om deze kwestie te adresseren.
Schiphol heeft aangegeven deze zaak zeer serieus te nemen en is direct een onderzoek
gestart. Daarbij is niet alleen gekeken naar de gevallen die genoemd zijn in het NRC-artikel,
maar ook naar de aanbestedingsprocedure en concessieverlening in 2014. Ook heeft Schiphol
contact gehad met onder meer de Koninklijke Marechaussee en het Openbaar Ministerie.
De Koninklijke Marechaussee voert overleg met het Openbaar Ministerie Noord-Holland
over deze casus. In overleg met het Openbaar Ministerie Noord-Holland bekijkt de Koninklijke
Marechaussee of er op basis van de nieuwe informatie een oriënterend onderzoek gestart
dient te worden.
Het is goed en belangrijk dat Schiphol direct een onderzoek gestart is. Het is verder
aan de handhavingsinstanties om op te treden mochten zij daar aanleiding toe zien.
Vraag 7
Had Schiphol voorafgaand aan de berichtgeving door de NRC maatregelen getroffen om
belangenverstrengeling te minimaliseren? En zijn er naar aanleiding van de berichtgeving
door de NRC aanvullende maatregelen getroffen om dergelijke toestanden te voorkomen?
Antwoord 7
Schiphol geeft aan dat belangenverstrengeling een belangrijk onderwerp voor de onderneming
is en dat Schiphol het voorkomen hiervan borgt in haar bedrijfsprocessen. Zo valt
het inkoopproces onder de controle van een Tendercommissie, waarin werknemers van
zowel de inkoop- als de juridische afdeling zijn vertegenwoordigd. Daarnaast controleert
Schiphol de taxibedrijven en taxichauffeurs in de concessie onder meer door gebruik
te maken van een zogenaamd «Mystery Guest» onderzoek. Dat zal Schiphol blijven doen.
Uit het onderzoek van Schiphol is gebleken dat binnen het taxiconcessiesysteem en
de verlenging hiervan geen onregelmatigheden zijn vastgesteld. Het inkoopproces is
nauwkeurig gevolgd en ook binnen de Stichting Taxi Controle is niet van misstanden
gebleken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Mede ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.