Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Raak over de politie-inzet in verschillende gemeenten
Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de politie-inzet in verschillende gemeenten (ingezonden 28 november 2019).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 20 december
2019).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de onmogelijke keuzes die onder meer Amsterdam, Rotterdam
en Utrecht moeten maken, vanwege de tekorten aan politiemensen?1 2 3
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Hoe verhouden deze maatregelen zich volgens u tot het signaal van agenten, die aangeven
dat nóg meer tornen aan primaire politietaken onverantwoord is?4
Bent u in overleg met de burgemeesters om te komen tot andere oplossingen dan minder
zaken oppakken en bureaus eerder sluiten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2 en 3
Ik heb er begrip voor dat politiemedewerkers aan de bel trekken over de oplopende
werkdruk. Het kabinet deelt de zorgen over de werkdruk. Tegelijkertijd moeten we het
beeld niet vertroebelen. De vraag naar politie was altijd al groter dan het aanbod.
Daarmee omgaan behoort tot het reguliere werk van het lokaal gezag en de politie.
Het lokaal gezag moet het steeds wisselende werkaanbod reguleren en afstemmen op de
beschikbare politiecapaciteit. Natuurlijk zijn de maatregelen die nu getroffen moeten
worden van een andere orde. Dat zouden wij allemaal graag anders zien, maar is in
de huidige situatie helaas onvermijdelijk.
Ook de korpschef en ik nemen onze verantwoordelijkheid. Er worden maatregelen getroffen
om de inzetbare politiecapaciteit te vergroten. Voor een toelichting op de maatregelen
verwijs ik u naar mijn brief met mijn reactie op de voorstellen van de politievakbonden
en de maatregelen van het lokaal gezag in diverse gemeenten van 17 december 2019.
Het kabinet heeft € 91 miljoen beschikbaar gesteld om de druk op de inzetbaarheid
in de komende jaren te verlichten. Ook is recent eenmalig € 10 miljoen beschikbaar
gesteld voor het stelsel bewaken en beveiligen en de verlichting van de druk op de
basispolitiezorg. De korpschef werkt voorts hard aan de structurele versterking van
de politie, die het kabinet met de € 291 miljoen uit het Regeerakkoord mogelijk heeft
gemaakt.
Vraag 4
Deelt u de mening dat de politiecapaciteit in de aankomende jaren nog verder afneemt
en de problemen met de veiligheid nog groter dreigen te worden?
Antwoord 4
De realiteit is dat de structurele versterking van de politiecapaciteit tijd vergt.
Het komende jaar zal de druk op de politiecapaciteit voelbaar blijven. De komende
jaren gaan relatief veel oudere, minder inplanbare agenten met pensioen. Zij worden
vervangen door jongere agenten, waardoor de werkdruk in de 24-uursdiensten weer over
meer collega’s kan worden verdeeld. Vanaf 2021 komt de verhoogde instroom van opgeleide
medewerkers op gang en worden de effecten hiervan voelbaar, in het bijzonder in de
basisteams.
Vraag 5
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het volgende algemeen overleg over de politie
van 19 december 2019?
Antwoord 5
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.