Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Lodders en Aartsen over het niet meer kosteloos doen van loonaangifte voor ondernemers door de invoering van eHerkenning
Vragen van de leden Lodders en Aartsen (beiden VVD) aan de staatssecretarissen van Financiën en van Economische Zaken en Klimaat over het niet meer kosteloos doen van loonaangifte voor ondernemers door de invoering van eHerkenning (ingezonden 16 september 2019).
Antwoord van Minister Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens
de Staatssecretaris van Financiën (ontvangen 19 december 2019). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 363.
Vraag 1
Bent u er mee bekend dat de Belastingdienst voor het doen van loonaangifte over het
jaar 2019 eHerkenning voor alle ondernemers (behalve eenmanszaken) verplicht heeft
gesteld?
Antwoord 1
Ja, hier ben ik mee bekend. De Wet digitale overheid, die inmiddels in behandeling
is, regelt onder andere dat elektronische diensten aan burgers en bedrijven op een
passend betrouwbaarheidsniveau worden beveiligd met gebruik van generieke identificatiemiddelen.
In dit kader heeft het kabinet er Rijksbreed voor gekozen om het gebruik van erkende
bedrijvenmiddelen verplicht te stellen voor elektronische diensten aan bedrijven die
op het niveau «substantieel» moeten worden beveiligd. eHerkenning is zo’n middel.
Loonaangiften bevatten privacy- en bedrijfsgevoelige informatie. Daarom geldt ter
zake van loonaangiften per 1 januari 2020 beveiligingsniveau «substantieel» en moet
dus gebruik worden gemaakt van een inlogmiddel met een overeenkomstig betrouwbaarheidsniveau,
in dit geval eHerkenning niveau 3. Voor eenmanszaken blijft het wel mogelijk om in
te loggen met DigiD.
Vraag 2
Bent u ermee bekend dat het product eHerkenning een commercieel product is waar een
prijskaartje van tussen de € 40 en € 45 aan hangt?
Antwoord 2
Ja, dit is mij bekend. Het eHerkenning-stelsel is een initiatief van de rijksoverheid
en wordt ontwikkeld in samenwerking met het bedrijfsleven. eHerkenningsmiddelen worden
niet door de overheid uitgegeven maar door de overheid erkende leveranciers. De kosten
worden gedragen door de gebruikers van het stelsel, (overheids)organisaties die diensten
aanbieden, ondernemers die deze diensten afnemen en de erkende leveranciers van eHerkenningsmiddelen.
Een eHerkenningsmiddel kan zowel gebruikt worden om toegang te krijgen tot elektronische
dienstverlening van de overheid alsook toegang tot private digitale diensten. De aanschaf
van een middel kost afhankelijk van de looptijd van een contract tussen de 30 en de
45 euro per jaar.
Vraag 3, 4 en 6
Deelt u het standpunt dat het doen van belasting- en loonaangifte voor zowel particulieren
als voor ondernemers kosteloos zou moeten zijn omdat de overheid het doen van aangifte
verplicht stelt? Zo nee, waarom niet?
Deelt u de mening dat het verplichtstellen van eHerkenning voor ondernemers haaks
staat op het principe dat het doen van belastingaangifte kosteloos zou moeten zijn?
Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid om ook voor ondernemers het kosteloos doen van aangifte weer mogelijk
te maken en te zoeken naar een andere oplossing dan de verplichtstelling van eHerkenning?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3, 4 en 6
Elk betrouwbaar systeem voor identificatie brengt kosten voor ontwikkeling en beheer
met zich mee. Kosten worden direct via een bijdrage of indirect uit belastingopbrengsten
bekostigd. Aan een inlogmiddel als DigiD hangt eveneens een prijskaartje. Maar ook
aan de identiteitskaart, die voor verschillende toepassingen in contact met de overheid
en private organisaties kan worden gebruikt. De kosten voor een eHerkenningsmiddel
kunnen niet volledig worden toegeschreven aan het doen van belasting- of loonaangifte.
eHerkenning is namelijk een inlogmiddel waarmee nu al bij meer dan 400 overheidsorganisaties
kan worden ingelogd. Alle overheidsorganisaties moeten de identiteit van ondernemingen
en rechtspersonen betrouwbaar digitaal kunnen vaststellen om persoonsgebonden of gevoelige
gegevens veilig te kunnen uitwisselen. Dat geldt wanneer het een aangifte bij de Belastingdienst
betreft, maar ook voor dienstverlening van het UWV of de Kamer van Koophandel.
Als Minister van BZK regel ik in de ontwerpwet digitale overheid dat digitale toegang
generiek wordt ingericht om versnippering in dienstverlening te voorkomen. Alternatieve
of organisatiespecifieke voorzieningen hoeven zo niet meer te worden doorontwikkeld
en beheerd. Burgers en bedrijven kunnen er op vertrouwen dat zij met de toegelaten
of erkende middelen overal terecht kunnen in het publieke domein. Met de verplichtstelling
van het gebruik van deze toegelaten of erkende middelen op basis van de Wet digitale
overheid sluiten steeds meer (overheids)dienstverleners ook daadwerkelijk aan op het
eHerkeningstelsel.
De keuze voor eHerkenning met een stelsel van erkende leveranciers waar bedrijven
en organisaties hun inlogmiddel kunnen aanschaffen heeft een aantal unieke voordelen.
Allereerst betekent het dat het stelsel zeer robuust is, omdat er geen «single point
of failure» is. Het wegvallen van één aanbieder brengt de continuïteit van het stelsel
niet in gevaar. Verder concurreren de leveranciers met elkaar om de gunst van de klant.
Dit drukt de prijs en maakt dat er een bonus op klantvriendelijkheid staat. Ook maakt
een stelsel mogelijk dat gemakkelijker op de laatste technologische ontwikkelingen
kan worden ingesprongen. De private aanbieders hebben er een direct belang bij de
dynamische ICT-markt goed in de gaten te houden en zijn hier waarschijnlijk ook beter
toe in staat dan de overheid zelf. Tevens zorgt directe verrekening bij een erkende
leverancier ervoor dat werkgevers goed nadenken over het aantal werknemers dat een
eHerkenningsmiddel moet krijgen. Dit draagt bij aan kostenbewustzijn. Tot slot kunnen
bedrijven en organisaties een privaat middel ook in het private domein gebruiken.
Zoals ik ook in mijn antwoorden op de vragen in de nota naar aanleiding van het verslag1 bij de behandeling van de Wet digitale overheid heb gesteld zie ik op dit moment
geen reden om een generiek publiek middel voor bedrijven in te voeren. In het verleden
is het publieke middel DigiD voor bedrijven ontwikkeld. Dit werd weinig gebruikt en
is daarom uitgefaseerd. eHerkenning kan tot het hoogste betrouwbaarheidsniveau inlogmiddelen
leveren en heeft sinds 2008 een bewezen staat van dienst. Inmiddels zijn 435 overheidsdienstverleners
aangesloten, 373.000 inlogmiddelen2 uitgegeven, er 8,2 mln. logins per jaar en worden er 1.661 diensten ontsloten.
Vraag 5
Hoe verhouden de invoering en de kosten van eHerkenning zich met de antwoorden die
zijn gegeven aan beide Kamers dat eHerkenning bedoeld is voor het verlagen van de
administratieve lasten van ondernemers?
Antwoord 5
De memorie van toelichting van de ontwerpwet digitale overheid geeft aan dat het wetsvoorstel
een bijdrage beoogt te leveren aan vermindering van regeldruk en administratieve lasten
voor bedrijven doordat er verplichtingen voor dienstverleners worden geïntroduceerd
waarmee de toegang tot elektronische dienstverlening wordt geüniformeerd en gestandaardiseerd.
De aanschaf van een eHerkenningsmiddel brengt regeldruk met zich mee in de vorm van
tijd en geld. Maar eHerkenning zorgt ook voor structurele lastenverlaging bij veelvuldig
gebruik, hetgeen mogelijk is nu steeds meer overheidsdienstverleners aansluiten. Daarnaast
wordt privacy- en bedrijfsgevoelige informatie bij loonaangifte met eHerkenning veel
beter gewaarborgd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.