Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Von Martels over natuurbeheer en klimaatbeleid
Vragen van het lid Von Martels (CDA) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over natuurbeheer en klimaatbeleid (ingezonden 31 oktober 2019).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 18 december
2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 796.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Grootste ingreep ooit moet Terschellinger duinen weer
laten stuiven»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u aangeven welke habitat of soort beschermd wordt met het afgraven van de duinen?
Antwoord 2
De beschreven ingrepen maken deel uit van een pakket maatregelen om de invloed van
stikstof op de duinnatuur te beperken. Dit pakket was onderdeel van het Programma
Aanpak Stikstof (PAS). De gekozen locaties zijn tot stand gekomen door een gebiedsanalyse
waarbij eilanders, ecologen en beheerder (Staatsbosbeheer) betrokken waren, onder
regie van de provincie Fryslân. Er is volgens Staatsbosbeheer veel draagvlak voor
op het eiland.
De maatregel bestaat uit het pleksgewijs verwijderen van de voedselrijke bovenlaag
en/of een dichte begroeiing van helm (ammophila arenaria) (de duinen worden dus niet
afgegraven, de natuurlijke morfologie blijft in stand). Het effect van de maatregel
is dat de duinen ter plekke weer gaan stuiven. Dit verstuivingsproces was tot stilstand
gekomen door de aanplant van helm (in het verleden) en de toegenomen voedselrijkdom
van de bodem. Het herstel van de natuurlijke dynamiek draagt bij aan de kwaliteit
van de witte duinen (H2120) en zorgt er door het inwaaien van relatief kalkrijk zand
voor dat de verzuring in de achterliggende duingraslanden (H2130) vermindert. Daar
profiteren ook o.a. de beschermde vogelsoorten tapuit en velduil van.
Vraag 3
Kunt u onderbouwen in hoeverre het weghalen van het helmgras soorten als parelmoervlinder,
tapuiten en konijnen zal aantrekken en kunt u aangeven wat er nog groeit zonder het
helmgras?
Antwoord 3
Het nut van het weer op gang brengen van de verstuiving van de duinen voor met name
de duingraslanden is in zijn algemeenheid beschreven in het rapport «Herstelstrategieën
stikstofgevoelige habitats»2 en gespecificeerd in de PAS-gebiedsanalyse voor Terschelling3. De genoemde soorten maken daar gebruik van. Ze nemen af als de vegetatie dichter
en minder bloemrijk wordt. Ze kunnen weer herstellen als de vegetatie opener wordt
en de bodem minder zuur wordt. Daar waar helm wordt verwijderd (in de zeereep en in
stuifkuilen) komt helm vanzelf weer terug, maar dan in een vitale vorm en in een minder
dichte vegetatie.
Vraag 4
Kunt u toelichten hoe in het natuurbeleid rekening wordt gehouden met klimaatbeleid,
waarbij het nodig is dat er meer planten en bomen groeien die meer CO2 kunnen opnemen?
Antwoord 4
Het laten stuiven van duinen draagt bij aan de klimaatadaptatie van de Nederlandse
kust. Doordat het zand de duinen in stuift, kan bijvoorbeeld Terschelling de zeespiegelstijging
bijhouden. Zand dat verder de duinen in stuift, komt zo buiten het bereik van de zee
te liggen en spoelt dus niet weg bij storm.
In het Klimaatakkoord staan ook maatregelen in relatie tot natuur4. Bij de maatregelen op Terschelling wordt geen bos verwijderd. Helmbegroeiing heeft
geen bijzondere functie als het gaat om vastleggen van kooldioxide.
Vraag 5
Bent u bereid om te bekijken hoe het beheer van bestaande natuurgebieden meer gericht
kan worden op het klimaatbeleid, zodat het zoveel mogelijk bijdraagt aan het reduceren
van broeikasgassen? Zo ja, hoe gaat u dat doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Vastlegging van kooldioxide in bossen is een aandachtspunt voor het natuurbeheer en
is onderdeel van de bossenstrategie, zoals ik uw Kamer eerder heb geïnformeerd.
Vraag 6
Kunt u toelichten in hoeverre het beheer van bestaande natuurgebieden onderdeel wordt
van de Routekaart nationale biomassa?
Antwoord 6
De routekaart wordt opgesteld door leden van de klimaattafel landbouw en landgebruik.
Naar verwachting zal de routekaart begin 2020 worden aangeboden aan het Ministerie
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Ook biomassa uit bos en natuurterreinen
worden daarin beschouwd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.