Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Bijna honderd miljoen gaat in 25 jaar naar vernieuwing Tilburgse middelbare scholen’
Vragen van het lid Rudmer Heerema (VVD) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het bericht «Bijna honderd miljoen gaat in 25 jaar naar vernieuwing Tilburgse middelbare scholen» (ingezonden 13 december 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Bijna honderd miljoen gaat in 25 jaar naar vernieuwing
Tilburgse middelbare scholen»?1
Vraag 2
Wat vindt u van het feit dat er gemeenten zijn die de middelen die ze via het gemeentefonds
voor onderwijshuisvesting ontvangen daar niet (volledig) structureel aan uitgeven?
Deelt u de mening dat geld bedoeld voor onderwijshuisvesting aan onderwijshuisvesting
uitgegeven moet worden? Zo nee, waarom niet? Klopt het dan ook dat onderwijsinstellingen
de middelen die bedoeld zijn om onderwijs te kunnen geven, de lessen te kunnen bekostigen
en docenten te kunnen betalen nu deels moeten uitgeven aan onderwijshuisvesting omdat
gemeenten de middelen voor onderwijshuisvesting uit het gemeentefonds blijkbaar voor
andere zaken gebruiken?
Vraag 3
In hoeverre zijn de middelen die schoolbesturen ontvangen, bedoeld voor nieuwbouw
of levensduurverlengende renovatie (>25 jaar)? Wat vindt u ervan als schoolbesturen
tientallen procenten van de totale kosten van nieuwbouw of levensduurverlengende renovatie
(>25 jaar) moeten bijdragen?
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat er gemeenten zijn die bij nieuwbouw of levensduurverlengende
renovatie (>25 jaar) bijdragen van tientallen procenten van de totale kosten van schoolbesturen
verlangen? Kunt u ook aangeven welk effect dit in het onderwijs heeft? Wat betekent
het voor de onderwijskwaliteit als scholen gedwongen worden hoge kosten te maken voor
nieuwbouw of levensverlengende renovatie?
Welke bijdrage van schoolbesturen aan de totale kosten van nieuwbouw of levensduurverlengende
renovatie (>25 jaar) vindt u maximaal aanvaardbaar?
Vraag 5
Deelt u de mening dat schoolbesturen in een ongelijke onderhandelingspositie met gemeenten
zitten omdat ze niet kunnen afdwingen dat de gemeente geld uitgeeft aan onderwijshuisvesting?
Deelt u de mening dat gemeenten gebruik kunnen maken van die positie door (onredelijk)
hoge bijdragen van schoolbesturen te verlangen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Deelt u de mening dat gemeenten meer geneigd zullen zijn geld uit te geven aan onderwijshuisvesting
als schoolbesturen dit door oormerking van de middelen in het gemeentefonds kunnen
afdwingen? Bent u bereid dit mogelijk te maken? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Wat is er tot dusverre gebeurd met de aanbeveling van de Algemene Rekenkamer om de
(bestaande) ambities van het Rijk op het terrein van onderwijshuisvesting helder te
formuleren en eenduidig vast te leggen in wettelijke vereisten? Mocht u de huidige
vastlegging voldoende duidelijk achten, kunt u dit dan toelichten?
Indieners
-
Gericht aan
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media -
Indiener
R.J. (Rudmer) Heerema, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.