Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Helvert, Sjoerdsma en Van Ojik over de Zembla-uitzending ‘Doelwit Volkel’
Vragen van de leden Van Helvert (CDA), Sjoerdsma (D66) en Van Ojik (GroenLinks) aan de Ministers van Defensie en van Buitenlandse Zaken over de Zembla-uitzending «Doelwit Volkel» (ingezonden 21 november 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) van Minister Bijleveld-Schouten (Defensie)
(ontvangen 6 januari 2020)
Vraag 1
Heeft u kennis genomen van de uitzending «Doelwit Volkel», over Amerikaanse kernwapens
op de vliegbasis Volkel?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Klopt het dat Nederland geen vetorecht heeft bedongen bij het inzetten van Amerikaanse
kernwapens vanaf de vliegbasis Volkel?
Wat houdt dit in? Betekent dit dat, wanneer de president van de Verenigde Staten besluit
dat de Koninklijke Luchtmacht kernwapens moet afgooien, een Nederlandse vlieger dat
heeft uit te voeren? Of is bij de kernwapentaak voorzien dat Nederland altijd kan
besluiten om zelf af te zien van het inzetten van kernwapens?
Antwoord 2 en 3
Nederland heeft binnen de NAVO een kernwapentaak. Hiermee is één squadron F-16’s belast.
Besluitvorming binnen de NAVO vindt plaats op basis van unanimiteit, waarbij altijd
sprake is van strikte politieke controle door de NAVO-bondgenoten. Dit betekent dat
ook bij nucleaire besluitvorming binnen de NAVO altijd de instemming van Nederland
vereist is.
Over aantallen en locaties van in Europa aanwezige Amerikaanse kernwapens, alsmede
de precieze procedures voor nucleaire besluitvorming en uitvoering van de kernwapentaak
kunnen, op grond van bondgenootschappelijke en juridisch bindende afspraken, geen
mededelingen worden gedaan. Overwegingen van veiligheid liggen hieraan ten grondslag.
Alle bondgenoten onderschrijven deze geheimhoudingsplicht.
Vraag 4
Is het waar dat de toenmalige Minister van Defensie in 1960 al openlijk aangaf dat
Nederland onderdak bood aan Amerikaanse atoombommen?
Antwoord 4
Voor de uitspraken van Minister Visser verwijs ik u naar de handelingen van uw Kamer.
Zoals hierboven beschreven doet de regering geen mededelingen over aantallen en locaties
van in Europa aanwezige Amerikaanse kernwapens.
Vraag 5
Bent u, in het kader van meer transparantie, bereid in elk geval de aanwezigheid van
kernwapens in Nederland te bevestigen, los van aantallen of locatie? Zo nee, bent
u dan bereid binnen de NAVO en bij de VS te pleiten voor deze vorm van transparantie
voor Nederland, naar voorbeeld van Duitsland? Hoe staat het met de uitvoering van
de motie-Knops ter zake?2
Antwoord 5
Zoals hierboven beschreven kunnen op grond van bondgenootschappelijke en juridisch
bindende afspraken over aantallen en locaties van in Europa aanwezige Amerikaanse
kernwapens geen mededelingen worden gedaan.
Conform de motie Knops heeft Nederland zich herhaaldelijk ingezet binnen de NAVO en
bij de VS voor het moderniseren van deze geheimhoudingsafspraken in het licht van
de huidige tijd. Helaas krijgt Nederland geen enkele bijval voor het aangaan van een
discussie over het eenzijdig vergroten van de transparantie binnen de NAVO. De assertieve
nucleaire houding van Rusland en de verregaande nucleaire geheimhouding door Rusland
liggen hieraan ten grondslag. Nederland blijft dit standpunt echter onverminderd uitdragen,
conform de wens van uw Kamer, ook al is het weinig waarschijnlijk dat bondgenoten
binnenkort tot een andere afweging komen over het eenzijdig vergroten van de transparantie.
Tegelijkertijd zet Nederland zich ook in voor wederzijdse transparantie tussen kernwapenstaten,
zoals eerder beschreven in de Kamerbrief inzake recente activiteiten nucleaire ontwapening
(d.d. 26 november 2019). Dit doet Nederland met name als actief lid van NPDI (Non-Proliferation & Disarmament Initiative), de enige groep die op regelmatige basis overlegt met de P5 (de vijf permanente
leden van de VN-Veiligheidsraad) over het vergroten van wederzijdse transparantie.
In 2020 zal Nederland de volgende ministeriële NPDI-bijeenkomst organiseren.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid
Karabulut (SP), ingezonden 21 november 2019 (vraagnummer 2019Z22856).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.