Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over het bericht dat forensische zorginstellingen onvoldoende gefinancierd worden
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Ministers voor Rechtsbescherming en voor Medische Zorg over het bericht dat forensische zorginstellingen onvoldoende gefinancierd worden (ingezonden 28 november 2019).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 13 december 2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat drie tbs-klinieken naar de rechter zijn
gestapt om hogere tarieven af te dwingen?1
Antwoord 1
Ja, ik heb kennis genomen van het bericht.
Vraag 2
Waarom zijn volgens u de onderhandelingen over prijsafspraken mislukt met de drie
tbs-klinieken?
Antwoord 2
De Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) koopt de forensische zorg in. DJI doet dat
transparant en zorgvuldig. De algemene beginselen van het aanbestedingsrecht en behoorlijk
bestuur zijn hierop van toepassing. Er moet daarbijsprake zijn van een gelijke behandeling.
Dat betekent dat DJI gedurende de inkoopprocedure niet met individuele aanbieders
in gesprek kan over de hoogte van tarieven. Er is dus geen sprake geweest van onderhandelingen
over prijsafspraken. De tarieven die landelijk worden gehanteerd door DJI zijn gebaseerd
op de maximale tarieven zoals vastgesteld door de Nederlandse Zorgautoriteit (Nza).
Vraag 3
Erkent u dat de afgelopen jaren de financiering voor de forensische zorginstellingen
niet evenredig is meegestegen met de kosten en dit ook het komende jaar weer het geval
zal zijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
De forensische zorg is van groot belang voor de veiligheid van onze maatschappij.
Het is belangrijk dat dat voor een reëel tarief gebeurt, zodat de veiligheid van patiënten,
behandelaars en samenleving gewaarborgd blijft. In Nederland worden de maximumtarieven
in de zorg vastgesteld door een onafhankelijke marktmeester, de NZa. De NZa heeft
de tarieven vastgesteld op basis van de uitkomsten van een groot opgezet kostenonderzoek
in de ggz en forensische zorg. Hier is sinds het voorjaar van 2018 samen met de branche
aan gewerkt. De NZa kijkt terug naar eerdere uitgaven, in dit geval uit 2017, om op
basis daarvan (geïndexeerde) maximumtarieven voor de komende jaren vast te stellen.
Vraag 4
Klopt het dat er wachtlijsten zijn bij de drie aangehaalde tbs-klinieken? Zo ja, hoe
groot is het probleem en hoe reëel is de dreiging dat, wanneer er niet meer geld bijkomt
voor de drie klinieken, er geen uitvoering gegeven kan worden aan verplichte tbs-behandelingen?
Antwoord 4
Het door drie aangehaalde zorgaanbieders aangespannen kort geding is gericht tegen
de tarieven in de overige forensische zorg. Hieronder vallen niet de forensisch psychiatrische
centra (FPC’s) waar patiënten met tbs-dwangverpleging worden geplaatst, maar wel de
forensisch psychiatrische klinieken (FPK’s) waar, naast justitiabelen met andere strafrechtelijke
titels, ook tbs-patiënten kunnen worden ondergebracht.
Er is inderdaad sprake van een toenemende vraag naar FPC-capaciteit voor tbs met dwangverpleging;
momenteel zijn er ruim 50 wachtenden voor een plek in een FPC. Deze omstandigheid
staat los van de huidige discussie over de tarieven, maar wordt veroorzaakt door een
stijging van het aantal tbs-opleggingen door de rechter.
Dit betekent niet dat opgelegde tbs-maatregelen niet worden uitgevoerd. Zolang tot
tbs met dwangverpleging veroordeelde personen moeten wachten op een plek in een kliniek,
verblijven zij in een penitentiaire inrichting alvorens te worden overgeplaatst voor
de start van de behandeling. Zij wachten de beschikbare plek dus niet in vrijheid
af, ongeacht het aantal beschikbare capaciteit in de klinieken.
Vraag 5
Klopt het dat het ministerie tarieven hanteert die onder de prijs liggen die de Nederlandse
Zorgautoriteit (NZa) heeft vastgesteld? Zo ja, waarom hanteert het ministerie die
lagere tarieven? Zo nee, kunt u dit nader onderbouwen?
Antwoord 5
De tarieven die DJI landelijk hanteert volgen voor het overgrote deel de maximumtarieven
die de NZa heeft vastgesteld. Hiervoor heb ik extra geld vrijgemaakt. Hierop zijn
drie uitzonderingen:
Voor ambulante forensische zorg en de verblijfszorg, bijvoorbeeld beschermd wonen,
worden afslagen gehanteerd. Voor ambulante zorg is deze afslag ten opzichte van de
voorgaande jaren overigens verlaagd van 6% naar 4,1%. Dat betekent dat DJI 4,1% minder
dan het maximumtarief betaalt voor dit type zorg. Hierbij is wel geïndexeerd.
De tarieven voor de langdurige verblijfszorg maakten geen onderdeel uit van het uitgevoerde
kostprijsonderzoek.2 Deze tarieven zijn alleen geïndexeerd. Op deze geïndexeerde tarieven worden dezelfde
afslagen toegepast als in voorgaande jaren.
Voor de klinische zorg en behandeling wordt een zogenaamde geïntegreerde maximum dagprijs
gehanteerd. Hier zijn verblijf, behandeling en dagbesteding in opgenomen. Deze drie
onderdelen beïnvloeden elkaar namelijk tot op zekere hoogte. Als een zorgaanbieder
bijvoorbeeld meer inzet op de dagactiviteiten, betekent dit dat zij minder sociotherapeuten
op de groep nodig heeft. Met deze dagprijs heeft een meerderheid van de aanbieders
de afgelopen jaren goede en veilige zorg kunnen bieden. Voor DJI is de geïntegreerde
maximum dagprijs een manier om zorgvuldig met de beschikbare middelen om te gaan.
De maximum dagprijs is tijdig aan aanbieders gecommuniceerd zodat zij hier, indien
nodig, op kunnen anticiperen.
Deze afslagen zijn van belang voor het creëren van kostenbewustzijn bij zorgaanbieders.
Vraag 6
Hoe verklaart u dat de NZa een verlaging heeft voorgesteld van de tarieven voor forensische
zorg eerder dit jaar, terwijl het gehele forensische veld aan heeft gegeven dat de
voorgestelde tarieven niet toereikend zijn om alle kosten te kunnen dekken?
Antwoord 6
De branches hebben een bezwaarprocedure bij de NZa gestart tegen de hoogte van de
tarieven. Het is het niet aan mij om daarover te oordelen. Of de tarieven stijgen
of dalen is per productgroep en verblijfsintensiteit verschillend. Sommige vallen
hoger uit, andere lager.
Vraag 7
Bent u bereid de verantwoordelijkheid te dragen voor de toenemende risico’s voor medewerkers
en de gehele samenleving die voortvloeien uit de onderfinanciering van de forensische
zorgsector?
Antwoord 7
Ik herken het beeld van onderfinanciering niet. In 2018 heb ik met de sector een meerjarenovereenkomst
gesloten ten behoeve van de kwaliteit en veiligheid. De afgelopen jaren is het totale
budget voor de forensische zorg gestegen van € 822 mln in 2018 tot naar verwachting
€ 864 mln in 2020. Daarnaast zijn de afslagen op klinische zorg inmiddels nagenoeg
verdwenen en op ambulante behandeling aanzienlijk verlaagd. Daarbij is veiligheid
niet alleen een kwestie van geld. In de meerjarenovereenkomst zijn er daarom ook afspraken
gemaakt over het aantrekken van personeel, het terugdringen van administratieve lasten
en het opleiden van forensisch personeel.
Vraag 8
Bent u bereid de NZa-tarieven met 10% te verhogen en te stoppen met het gebruik van
kortingen (afslagen) in de gehele forensische zorgsector? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Nee. De NZa maakt het mogelijk om in individuele gevallen bovenop het maximumtarief
een hoger tarief tot maximaal 10% te bieden. Dit instrument is bedoeld voor individuele
gevallen en niet als generieke verhoging van de tarieven. Daarvan wordt ook op die
wijze gebruik gemaakt door DJI. Zorgaanbieders komen voor een verhoging van het tarief
in aanmerking als zij zich inzetten op het terrein van innovatie en kwaliteit of voor
zeer complexe casuïstiek. Zo kunnen zorgaanbieders tijdelijk een hoger tarief ontvangen
voor bijvoorbeeld de implementatie van een nieuwe werkwijze ter bevordering van de
kwaliteit of voor justitiabelen met zeer complexe problematiek waarvoor aantoonbaar
extra inspanningen vereist zijn.
Voor de vraag over het gebruik van afslagen verwijs ik u naar het antwoord op vraag
5.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.