Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Gewijzigd amendement van het lid Wiersma ter vervanging van nr. 16 over de mogelijkheid van een noodcapaciteitsfixus
35 282 Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het stellen van voorschriften ten behoeve van de toegankelijkheid van het hoger onderwijs en met betrekking tot taal in het hoger en middelbaar beroepsonderwijs (Wet taal en toegankelijkheid)
Nr. 17 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN WIERSMA EN VAN DER MOLEN TER VERVANGING VAN DAT
GEDRUKT ONDER NR. 161
Ontvangen 11 december 2019
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel BB, wordt na het voorgestelde artikel 7.53e een artikel ingevoegd,
luidende:
Artikel 7.53f. Noodcapaciteitsfixus
1. Indien vanwege een onverwachte en grote stijging van het aantal aanmeldingen voor
een opleiding van personen die niet behoren tot een van de groepen van personen, bedoeld
in artikel 2.2 van de Wet studiefinanciering 2000, noch de Surinaamse nationaliteit
bezitten, de beschikbare onderwijscapaciteit ontoereikend is om een onbeperkte inschrijving
van studenten mogelijk te maken, kan het instellingsbestuur op grond van bij algemene
maatregel van bestuur vastgestelde criteria een capaciteitsfixus voor de opleiding
instellen. De capaciteitsfixus heeft betrekking op de personen, bedoeld in de eerste
volzin. De voordracht voor een krachtens de eerste volzin vast te stellen algemene
maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan
beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
2. De capaciteitsfixus wordt voor een studiejaar vastgesteld en heeft betrekking op
het eerstvolgende studiejaar.
3. Het instellingsbestuur meldt het instellen van een capaciteitsfixus als bedoeld in
het eerste lid onverwijld aan Onze Minister.
4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden voorschriften gesteld voor
het aantonen dat de ontoereikende onderwijscapaciteit wordt veroorzaakt door aanmeldingen
van personen als bedoeld in het eerste lid, en worden regels gesteld over selectie.
Daarbij kan worden bepaald dat de capaciteitsfixus ten hoogste een bepaald aantal
maal achtereenvolgens kan worden vastgesteld en kunnen regels worden gesteld over
de wijze waarop het instellingsbestuur de capaciteitsfixus, bedoeld in het eerste
lid, kenbaar maakt.
Toelichting
Wanneer een opleiding te maken krijgt met aanmeldingen van niet-EER-studenten die
aanzienlijk hoger liggen dan vooraf werd geanticipeerd, en daardoor de maximale capaciteit
van de opleiding wordt overschreden, mag de opleiding gebruik maken van een noodbeperking
op het aantal plaatsen voor niet-EER-studenten. Deze beperking is gelegitimeerd aangezien
door de acute capaciteitsbeperking de kwaliteit van het onderwijs niet adequaat gewaarborgd
kan worden. Denk bijvoorbeeld aan capaciteitsproblemen, zoals beschikbaarheid van
collegezalen, of dat een opleiding niet over voldoende gekwalificeerde docenten beschikt
om vakken te kunnen geven. Mocht dit het geval zijn, kan de onderwijsinstelling over
gaan tot een noodremprocedure. Dit amendement regelt dat het instellingsbestuur een
tijdelijke capaciteitsfixus van 1 studiejaar kan instellen. Het instellingsbestuur
mag hiertoe overgaan als voldaan wordt aan criteria die bij algemene maatregel van
bestuur worden vastgesteld. Een criterium waaraan wordt gedacht is een stijgingspercentage
van het aanmeldingen van niet-EER-studenten ten opzichte van voorgaande jaren.
Wiersma Van der Molen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.D. Wiersma, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
H. van der Molen, Tweede Kamerlid