Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Nijboer over antikraak-cowboys die weerloze huurders uitbuiten
Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister voor Milieu en Wonen over antikraak-cowboys die weerloze huurders uitbuiten (ingezonden 8 november 2019).
Antwoord van Minister Van Veldhoven-van der Meer (Milieu en Wonen) (ontvangen 11 december
2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Antikraakbureaus zijn de aasgieren van de woningmarkt»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2, 3, 4, 7 en 14
Vindt u ook dat iedereen zeker moet kunnen zijn van een fijne en betaalbare woning?
Vindt u ook dat dit moet gelden voor mensen die antikraak wonen? Vindt u dan ook dat
deze mensen zeker moeten zijn van fatsoenlijke bescherming, ten minste van fundamentele
grondrechten en mensenrechten?
Vindt u het acceptabel dat mensen op stel en sprong uit hun woning worden gezet?
Welke rechten heeft iemand die antikraak woont? Kunt u daarbij specifiek ingaan om
bescherming tegen inbreuk op de privésfeer, bescherming tegen uitzettingen en recht
om klachten in te dienen en het recht te halen?
Waarom heeft de regering destijds aangedrongen op totstandkoming van een branchevereniging?
Welke argumenten zijn daarbij gebruikt? Heeft de regering voorwaarden gesteld?
Hoe gaat u ervoor zorgen dat iedereen fatsoenlijk behandeld wordt? Gaat u de regels
aanscherpen of antikraakbureaus desnoods verbieden? Of vindt u het acceptabel dat
mensen zo behandeld worden?
Antwoord 2, 3, 4, 7 en 14
Iedereen in Nederland heeft het recht om fatsoenlijk en betaalbaar te wonen. Dat geldt
ook voor mensen die anti-kraak wonen. Anti-kraak kan aan de ene kant een goed middel
zijn om leegstand te voorkomen en aan de andere kant een tijdelijke oplossing voor
woningzoekenden bieden zonder dat het huurrecht van toepassing is. Om misstanden zo
veel mogelijk te voorkomen ben ik, mede ingegeven door de motie Anker en Van Heugten1, in gesprek gegaan met de sector om te borgen dat leegstandbeheerders op een goede
wijze leegstaande gebouwen beheren. Zo heeft de sector het Keurmerk Leegstandbeheer
(KLB) ontwikkeld en een volwaardige branchevereniging ingesteld, de Vereniging Leegstandbeheerders
Nederland (VLBN).
Ik heb het KLB een subsidie verstrekt teneinde een extra kwaliteitsslag van het keurmerk
te bewerkstelligen waarbij de nadruk lag op de maximale gebruiksvergoeding, een binnentredingsprotocol
en een minimale opzegtermijn van vier weken welke nu onderdeel zijn geworden van het
keurmerk. Uw Kamer heeft met name op deze punten haar zorg geuit. Tevens kent het
KLB een klachtencommissie. De voorwaarde van de verstrekte subsidie was dat er een
accreditatie van de Raad van Accreditatie door het KLB zou worden bewerkstelligd en
de klachtencommissie van het KLB zou worden uitgebreid zodat meer antikraakbewoners
met hun klachten terecht kunnen. Dit is inmiddels gebeurd. Om de organisatiegraad
en het bewustzijn van goed leegstandbeheer onder de aandacht te brengen, heb ik eveneens
een subsidie toegekend aan de VLBN om zich te ontwikkelen als volwaardige branchevereniging.
De voorwaarde hierbij was dat minimaal 60% van de KLB gecertificeerde leegstandbeheerders
lid te laten zijn van de branchevereniging.
Voorgaande heeft bijgedragen aan de verdere professionalisering van de sector. Dat
neemt niet weg dat er net als bij reguliere verhuur misstanden kunnen voorkomen. In
principe vind ik het een goede zaak dat leegstaand vastgoed tijdelijk wordt beheerd
zodat verloedering kan worden voorkomen. Hoewel het gros van de anti-kraak bewoners
zich bewust is van de tijdelijkheid en desondanks prettig woont, geef ik de voorkeur
aan tijdelijke verhuur aangezien de bewoner dan huur(prijs)bescherming geniet.
Vraag 9 en 13
Op welke wijze kunnen mensen die antikraak wonen hun recht halen? Hoe toegankelijk
zijn die procedures? Hoe lang duurt een klachtenprocedure bij de klachtencommissie?
Welke kosten zijn daaraan verbonden?
Hoe vaak komt het voor dat deze bureaus bizarre contractvoorwaarden hanteren die een
inbreuk vormen op de privésfeer of de vrijheid van meningsuiting, zoals praten met
de pers, praten met de eigenaar, het plaatsen van een slot op de deur, het krijgen
van een kind? Vindt u dat acceptabel?
Antwoord 9 en 13
Indien een anti-kraakbewoner van mening is dat zijn of haar rechten worden geschonden,
kan een oordeel worden gevraagd aan de rechtbank. Een meer laagdrempelige procedure
is de klacht in te dienen bij de Leegstandbeheerder. Als een bewoner niet tevreden
is met de manier waarop de leegstandbeheerder omgaat met de klacht, kan deze klacht
gemeld worden bij de klachtencommissie van het KLB. Dit kan nu ook als de bemiddelende
leegstandbeheerder niet is aangesloten bij het KLB. Deze klacht wordt in behandeling
genomen door het KLB als de indiener van de klacht € 25,– betaalt. De klachtencommissie
is onafhankelijk en bepaalt of de klacht ontvankelijk is en zal eventueel na een hoorzitting
een bindende uitspraak doen. Het KLB streeft ernaar dat in de commissie personen zitting
hebben die deskundig zijn en relevante ervaring hebben in de sector en zijn voorgedragen
door representatieve (branche)organisaties van leegstandbeheerders, (ver)huurders
en/of vastgoedeigenaren. De doorlooptijd is afhankelijk van de complexiteit van een
klacht. Er kunnen volgens het KLB al naar gelang de situatie specifieke voorwaarden
worden opgenomen in de bruikleenovereenkomst. Het is aan de anti-kraak bewoner om
deze voorwaarden wel of niet te accepteren. Indien er tijdens de bewoning aanvullende
onredelijke voorwaarden worden gesteld, kan gebruik worden gemaakt van bovengenoemde
klachtenprocedure.
Vraag 5
Welke wettelijke plichten heeft een antikraakbureau?
Antwoord 5
Ten eerste moet de leegstandbeheerder voldoen aan de eisen die zijn gesteld door het
KLB. Voor wat betreft het huurrecht heeft een antikraakbureau geen wettelijke verplichtingen
aangezien er geen sprake is van huur. Voor het overige zijn alle wettelijke verplichtingen
die gelden voor een onderneming van toepassing.
Vraag 6
Wat is de maximale huurprijs per ruimte of oppervlakte die gerekend mag worden bij
antikraak? Vindt u het acceptabel dat antikraakbureaus woekerprijzen van 500 euro
vragen voor een woonruimte terwijl huurders geen bescherming genieten?
Antwoord 6
Bij anti-kraak is geen sprake van een maximale huurprijs aangezien er geen sprake
is van huur maar van bruikleen. Het KLB heeft bepaald dat ongeacht de grootte van
de ruimte de vergoeding maximaal 254 euro per maand (inclusief gas, licht, water en
een aantal andere kosten) mag bedragen. Indien er sprake is van een hogere vergoeding
staat het de anti-kraakbewoner vrij om door een rechter te laten toetsen of er huurrecht
is ontstaan.
Vraag 8, 10 en 11
Welke voorwaarden zijn verbonden aan het keurmerk?
Hoeveel bedrijven zijn aangesloten bij het keurmerk?
Klopt het dat de omzet van antikraakbureaus ruim 150 miljoen euro bedraagt en het
om 50.000 mensen gaat?
Antwoord 8, 10 en 11
Op dit moment zijn er 17 leegstandbeheerders KLB gecertificeerd die volgens het KLB
circa 70% van de markt vormen. Er zijn verschillende voorwaarden om KLB gecertificeerd
te kunnen worden. Zo moet een leegstandbeheerder bijvoorbeeld een klachtenprocedure
hebben, zich conformeren aan de gedragscode, zich onderwerpen aan inspecties en de
eisen voor brandveiligheid. Meer informatie hierover is te vinden op de website van
het KLB. Volgens het KLB wonen er tussen de 40.000 en 50.000 mensen met een bruikleenovereenkomst.
Over de omzet die de leegstandbeheerders genereren wordt door hen geen mededeling
gedaan.
Vraag 12
Welke alternatieven hebben gemeenten en woningcorporaties om leegstand tegen te gaan?
Vindt u dat gemeenten en woningcorporaties voorwaarden moeten stellen aan de antikraakbureaus
waarmee zij in zee gaan zodat bewoners fatsoenlijk worden behandeld? Op welke schaal
gebeurt dat?
Antwoord 12
Uit de evaluatie van de Wet Kraken en Leegstand is gebleken dat gemeenten de bestrijding
van leegstand voortvarend oppakken. Het is in beginsel aan de eigenaar van het vastgoed
om te bezien op welke wijze leegstand tegen wordt gegaan. Indien er wordt overgegaan
tot het bewonen van het vastgoed, geef ik er zoals eerder aangegeven de voorkeur aan
dat er gebruik wordt gemaakt van tijdelijke verhuur omdat de bewoner dan huur(prijs)bescherming
geniet. Voor sloopwoningen kan er bijvoorbeeld op grond van de Leegstandwet tijdelijk
worden verhuurd. Als een eigenaar van vastgoed, ook een corporatie en gemeente, kiest
voor anti-kraak bewoning geef ik er de voorkeur aan dat er een leegstandbeheerder
wordt ingeschakeld die de voorwaarden hanteert zoals die ook worden gehanteerd door
het KLB.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, minister voor Milieu en Wonen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.