Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Dam over het bericht 'Gevangenis Pointe Blanche: The Devil’s Rock van Sint Maarten'
Vragen van het lid Van Dam (CDA) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, voor Rechtsbescherming en van Defensie over het bericht «Gevangenis Pointe Blanche: The Devil’s Rock van Sint Maarten» (ingezonden 21 november 2019).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
namens de Ministers voor Rechtsbescherming en van Defensie (ontvangen 11 december
2019).
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht «Gevangenis Point Blanche: The Devil’s Rock van
Sint Maarten»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herinnert u zich de antwoorden die u gegeven hebt op mijn vragen over het bericht
«Dagelijkse rechten geschonden inzake het gevangeniswezen op Sint Maarten»?2 Wordt u nog steeds op gezette tijden over diverse ontwikkelingen geïnformeerd en
wordt er gemonitord of Sint Maarten zich aan de gemaakte afspraken houdt?
Antwoord 2
Ja, ik kan mij deze antwoorden herinneren en kan u melden dat ik nog altijd op gezette
tijden word geïnformeerd over de diverse ontwikkelingen. Tevens wordt nog steeds gemonitord
of Sint Maarten zich aan de gemaakte afspraken houdt.
Vraag 3
Kunt u aangeven welke ontwikkelingen zich in en ten aanzien van de Pointe Blanche-gevangenis
sinds de beantwoording van de vragen in september hebben voorgedaan? Kunt u daarbij
betrekken de inhoud van het bericht zoals weergegeven in de aanhef van deze vragen
(zie 1) en kunt u daarbij betrekken het bericht in het Antilliaans Dagblad van zaterdag
9 november 2019 «Situatie in gevangenis «explosief»»? Klopt het dat onlangs de mariniers
bij herhaling in de gevangenis zijn ingezet en kunt u uitleggen waarom de bijstand
van die mariniers noodzakelijk was?
Antwoord 3
Het gevangeniswezen op Sint Maarten blijft een punt van zorg. Bekend is dat de gedetineerden
sinds oktober jl. tot begin december staakten in verband met de (leef)omstandigheden
in de gevangenis. Eind oktober weigerden de gedetineerden terug te keren naar hun
cellen, hetgeen ertoe geleid heeft dat het Land Sint Maarten, door tussenkomst van
de Gouverneur, een verzoek om militaire bijstand heeft gedaan aan de Minister van
Defensie. De bijstand behelsde de inzet van een bewaking- en beveiligingseenheid van
het Korps Mariniers voor het bewaken en beveiligen van de buitenring van de gevangenis,
gecombineerd met een doorzoeking van cellen, ter ondersteuning van het Korps Politie
Sint Maarten. De inzet heeft plaatsgevonden van 26 oktober t/m 2 november jl. en is
eenmaal met een week verlengd t/m 9 november.
Met Sint Maarten wordt elke 2 weken gekeken naar de voortgang van de afgesproken verbetermaatregelen.
Op basis daarvan moet ik helaas concluderen dat de voortgang nog altijd (te) veel
tijd in beslag neemt. De belangrijkste ontwikkeling van de afgelopen periode betreft
de voltooiing van de tweede vleugel van de jeugdinrichting (Miss Lalie Center). Ook
worden sinds deze zomer nieuwe medewerkers getraind voor de gevangenis die hun opleiding
binnenkort zullen afronden en wordt momenteel de laatste hand gelegd aan de plaatsing
van het nieuwe buitenhekwerk en de nieuwe toegangspoort. Het is van belang dat Sint
Maarten zich blijft inzetten voor een spoedige afwikkeling van de afgesproken verbetermaatregelen.
De Minister voor Rechtsbescherming heeft de regering van Sint Maarten daarom op 5 november
jl. per brief nogmaals gewezen op het belang om voortvarend uitvoering te geven aan
de afgesproken verbetermaatregelen. Samen met de Minister voor Rechtsbescherming heb
ik de nieuwe interim--regering hier op maandag 25 november jl. per videoconference
zelf ook op gewezen.
Vraag 4
In hoeverre geven de ontwikkelingen zoals die zich in en ten aanzien van de gevangenis
voordoen vertrouwen in een gunstige afronding van de supervisie waaronder het Koninkrijk
der Nederlanden door de Raad van Europa is geplaatst? Kunt u aangeven hoe dit traject
loopt?
Antwoord 4
Vooropgesteld wordt dat de uitspraak van het Europees Hof in de zaak Corallo zag op
de staat van het cellencomplex bij het politiebureau van Philipsburg. Zoals bekend,
is op 9 april 2019 namens Sint Maarten een actieplan ingediend bij het Comité van
Ministers van de Raad van Europa. Hierin staat beschreven welke renovatiewerkzaamheden
Sint Maarten realiseerde en welke verdere maatregelen worden voorzien. Het is aan
de Raad van Europa om te bepalen of het actieplan en de uitgevoerde werkzaamheden
kunnen leiden tot afronding van de supervisie. Het Koninkrijk is nog in afwachting
van de appreciatie van het actieplan door het Execution Department van het secretariaat
van het Comité van Ministers, die begin 2020 wordt verwacht. Daarbij zullen mogelijk
nadere aanwijzingen worden gegeven voor de informatie die nodig is om aan de EHRM-uitspraak
in de zaak Corallo te voldoen.
Vraag 5
Wordt door enig gerecht in Caribisch Nederland dan wel op Aruba, Curaçao of Sint Maarten
ter beschikking stelling (TBS) opgelegd? Bestaan er voorzieningen voor TBS-gestelden
in dit deel van het Koninkrijk? Wordt er gebruik gemaakt van TBS-faciliteiten in Nederland?
Indien er geen TBS-faciliteiten bestaan voor veroordeelden in het Caribisch deel van
het Koninkrijk, op welke wijze wordt de maatregel dan geëxecuteerd en op welke wijze
keren deze mensen terug in de samenleving?
Antwoord 5
Curaçao, Aruba en Sint Maarten (hierna: de landen) hebben sinds enkele jaren de mogelijkheid
tot het opleggen van de tbs-maatregel opgenomen in hun respectievelijke Wetboeken
van Strafrecht3. De landen zijn zelf verantwoordelijk voor de rechtshandhaving en behoren de noodzakelijke
voorzieningen te treffen.
De geestelijke gezondheidszorg in de landen is op dit moment beperkt in haar mogelijkheden.
Voor zover wij hebben vernomen, is in de landen een enkele keer een tbs-maatregel
opgelegd. Bij de executie wordt geen gebruik gemaakt van voorzieningen in Europees
Nederland. De verantwoordelijkheid voor de tenuitvoerlegging van de maatregel ligt
bij de landen zelf.
De tbs-maatregel leent zich, in verband met het karakter van de behandeling, niet
voor tenuitvoerlegging in Europees Nederland. Dit omdat de tenuitvoerlegging van de
tbs-maatregel voorziet in een fasering (verlof), resocialisatie en doorzorg/nazorg,
hetgeen van belang is voor een veilige en gefaseerde terugkeer van de tbs-gestelde
in het normale maatschappelijke verkeer. Ten aanzien van Caribisch Nederland (Bonaire,
Sint Eustatius en Saba) bestaat geen mogelijkheid om een tbs-maatregel op te leggen.
Wel wordt gewerkt aan het organiseren van adequate forensische zorg op Bonaire.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie -
Mede namens
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.