Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Bergkamp en Raemakers over het bericht ‘Menstruatiearmoede: geen geld voor maandverband, dan maar wc-papier’
Vragen van de leden Bergkamp en Raemakers (beiden D66) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Menstruatie-armoede: geen geld voor maandverband, dan maar wc-papier» (ingezonden 6 november 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens
de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport (ontvangen 6 december 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het NOS-artikel «Menstruatie-armoede: geen geld voor maandverband,
dan maar wc-papier»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat anno 2019 er menstruatie-armoede is in Nederland?
Antwoord 2
Ik hoop dat het onderzoek van Plan International eraan zal bijdragen dat taboes rond
menstruatie worden doorbroken en dat de kennis over goed gebruik van menstruatiemiddelen
wordt vergroot.
Vraag 3
Kunt u de cijfers van Plan International bevestigen dat bijna negen procent van de
meisjes en jonge vrouwen tussen de 12 en 25 jaar soms te weinig geld hebben om menstruatieproducten
te kopen?2
Antwoord 3
Ik heb kennisgenomen van de indicatieve cijfers uit het online onderzoek dat Plan
Internationaal onder 1.000 meisjes en jonge vrouwen heeft uitgevoerd.
Vraag 4
Deelt u de analyse van de Bovengrondse dat het niet alleen een kwestie is van geld,
maar dat het probleem ook wordt verergerd door gebrekkige kennis en taboes?
Antwoord 4
Het onderzoek laat zien dat menstruatie anno 2019 soms nog een taboe is en dat er
behoefte bestaat aan meer kennis. Het is van belang dat taboes rond menstruatie worden
doorbroken en de kennis over goed gebruik van menstruatiemiddelen wordt vergroot.
Een plek om hier iets aan te doen is op school. Zo zijn scholen in het basis- en voortgezet
onderwijs op grond van het kerndoelonderdeel seksualiteit en seksuele diversiteit
verplicht om in hun lesaanbod aandacht te besteden aan seksuele vorming en gezondheid,
relaties en seksuele diversiteit. Scholen zijn vrij om zelf te kiezen welke methoden
of lespakketten ze hiervoor gebruiken. Binnen het thema seksuele gezondheid besteden
diverse lesmethoden aandacht aan menstruatie(welzijn). De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport heeft hierover op 14 november jl. een brief gestuurd naar uw Kamer
naar aanleiding van een petitie van de Endometriose Stichting en GirlsTalk.Period!.
Vraag 5
Heeft u in beeld welke groepen in Nederland risico lopen op menstruatie-armoede? Zo
nee, bent u bereid deze groepen in beeld te brengen?
Antwoord 5
Dit onderzoek laat zien bij welke specifieke groep vrouwen deze situatie zich voor
kan doen (vrouwen die rond de armoedegrens leven, dak- en thuislozen en ongedocumenteerden).
Vraag 6
Bent u bereid nader onderzoek te doen naar in welke mate de prijs van menstruatieproducten
de toegankelijkheid van deze producten belemmert voor mensen die rond de armoedegrens
leven?
Antwoord 6
Volgens de onderzoekers spelen er meerdere aspecten bij de menstruatie armoede: de
toegang tot de producten (geen geld om de producten te kopen of alternatieven gebruiken),
daklozen die niet altijd toegang hebben tot sanitaire voorzieningen. De onderzoekers
stellen ook dat menstruatie armoede niet alleen een kwestie is van geld, maar dat
het wordt verergerd door gebrekkige kennis en taboes. Juist deze samenhang van factoren
maakt, naar onze mening, dat nader onderzoek naar alleen de prijs van de producten
niet zinvol is.
Vraag 7
Onder welk btw-tarief vallen verschillende sanitaire producten, zoals bijvoorbeeld
menstruatiecups?
Antwoord 7
Deze producten vallen onder het laag BTW tarief.
Vraag 8 en 9
Wat zijn mogelijke beleidsopties om menstruatie-armoede tegen te gaan?
Hoe kijkt u naar bijvoorbeeld het beleid in Schotland waar voor scholieren en studenten
sanitaire producten gratis zijn?3
Antwoorden 8 en 9
Het is mij bekend dat in Schotland de keuze is gemaakt om sanitaire producten te verstrekken
aan vrouwen met een laag inkomen en om deze beschikbaar te stellen in opvanghuizen
en op scholen. Zoals hierboven aangegeven kent armoede vele oorzaken. Het kabinet
is voorstander van een integrale aanpak die zich zoveel mogelijk richt op de verscheidenheid
aan oorzaken van armoede.
Het kabinet neemt daartoe, op basis van het regeerakkoord, al diverse maatregelen
om de structurele oorzaken van armoede aan te pakken. Dit kabinet heeft ook extra
middelen voor het voorkomen van schulden en het bestrijden van armoede beschikbaar
gesteld. Ook binnen scholen is aandacht voor armoede. Scholen kunnen armoede niet
oplossen maar wel signaleren en doorverwijzen naar instanties die hulp kunnen bieden.
Om scholen hierin te ondersteunen werken het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan een handreiking voor scholen
met tips en methoden hoe met armoede in de klas om te gaan. Bij de aanpak van armoede
hebben gemeenten een belangrijke rol. Zij kennen de lokale situatie en kunnen maatwerk
bieden, onder meer via de bijzondere bijstand. Gelet op de rol van gemeenten heeft
de VNG in afstemming met het Ministerie van SZW een bericht op het gemeentelijk forum
geplaatst om gemeenten te attenderen op de uitkomsten van het onderzoek.
Vraag 10
Deelt u de mening dat menstruatieproducten voor iedereen toegankelijk moeten zijn?
Antwoord 10
Ja die mening deel ik. Ik hoop dat dit onderzoek eraan zal bijdragen dat taboes rond
menstruatie worden doorbroken en dat de kennis over goed gebruik van menstruatiemiddelen
wordt vergroot.
De ministeries van SZW en VWS hebben Plan Internationaal en de Bovengrondse uitgenodigd
voor een vervolggesprek om met hen de opbrengsten van hun acties naar aanleiding van
dit onderzoek verder te bezien. De organisaties hebben aangegeven daarop in te gaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede namens
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.