Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over data van werkzoekenden die massaal ontbreken bij een databank van het UWV
Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over data van werkzoekenden die massaal ontbreken bij een databank van het UWV (ingezonden 2 oktober 2019).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) en van Staatssecretaris
Van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 6 december 2019). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 961.
Vraag 1
Wat is uw oordeel over het artikel «Data arbeidsbeperkte werkzoekenden ontbreken massaal
bij UWV?1
Antwoord 1
Journalisten bepalen zelf de vorm en inhoud van hun media-aanbod. Ik heb hier dan
ook geen oordeel over. Voor een verdere inhoudelijke reactie verwijs ik u naar mijn
antwoorden.
Vraag 2
Kent u het «vernietigende rapport» van onderzoeksbureau Mediatest uit 2018? Hoe kan
het dat dit rapport in een la verdween bij het UWV?
Antwoord 2
Ik heb kennisgenomen van het rapport. UWV heeft het rapport medio september jl. aan
mij toegezonden en op 1 oktober jl. ook zelf gepubliceerd op haar website. Ik heb
het rapport ook meegezonden als bijlage bij deze brief.2 Het is goed dat UWV zelf onderzoek doet in het kader van haar reguliere taken en
daar ook vervolgacties aan verbindt. Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van
de leer- en verbetercyclus binnen UWV. Het is gebruikelijk dat UWV dergelijke interne
onderzoeken niet publiceert. Op deze manier kunnen respondenten (waaronder medewerkers)
bijvoorbeeld vrijelijk verbeterpunten aandragen.
De bevindingen van het rapport zijn niet nieuw, ze sluiten aan bij de beelden die
al bestonden over regionale verschillen in dienstverlening en het belang voor gemeenten3 en UWV om hun kandidaten goed in beeld te hebben en zichtbaar te maken voor werkgevers4. Ook het beperkte gebruik en bruikbaarheid van de kandidatenverkenner banenafspraak
en de verwachtingen daarbij van werkgevers zijn niet nieuw5.
Ik wil daarom in mijn antwoord de kandidatenverkenner banenafspraak (hierna: kandidatenverkenner)
in een bredere context plaatsen.
Inzet korte termijn
Werkgevers en werkzoekenden moeten elkaar veel beter vinden, daar heb ik zorgen over,
zo gaf ik aan in mijn brief over het breed offensief van 20 november 2018. Daarom
loopt in 2019 en 2020 samen met alle betrokken partijen het programma Perspectief
op Werk met 2 x € 35 miljoen voor de arbeidsmarktregio’s. Een intensievere samenwerking
tussen publieke en private partijen in alle 35 arbeidsmarktregio’s moet zorgen voor
goede matches tussen werkzoekenden en beschikbaar werk. De doe-agenda perspectief
op werk zorgt ervoor dat elke regio actief aan de slag gaat met het in kaart brengen
van de mensen die willen en kunnen werken, maar niet zelfstandig aan het werk kunnen
komen. Dit vraagt van alle partijen inzet.
Toelichting Kandidatenverkenner
Voor het bij elkaar brengen van vraag en aanbod is de toegang tot digitale profielen
van kandidaten behulpzaam voor werkgevers. De kandidatenverkenner geeft werkgevers
inzicht in anonieme profielen van kandidaten die behoren tot de doelgroep banenafspraak.
Dus ook profielen van kandidaten die al (tijdelijk) aan het werk zijn. Het gaat daarbij
veelal om mensen die in meer of mindere mate een vorm van begeleiding of aanpassingen
van het werk of de werkplek nodig hebben en dat vraagt maatwerk. Het is goed om hier
bewust van te zijn in het gebruik van de kandidatenverkenner. De Kandidatenverkenner
is geen zelfstandig matchingssysteem.
Werkgevers die verder kijken in de kandidatenverkenner dan de profielen van kandidaten
die «direct beschikbaar» zijn vinden meer potentiële kandidaten. Ook andere kandidaten
zijn immers beschikbaar voor werk middels begeleiding. Vervolgens kan een werkgever
extra informatie over de gewenste kandidaat opvragen bij het werkgeversservicepunt
(WSP) naar keuze en om te komen tot een definitieve selectie. Een kandidaat moet altijd
instemmen om aan de werkgever voorgesteld te worden. Vervolgens brengt het WSP beide
met elkaar in contact. De kandidatenverkenner Banenafspraak is een extra zoekmogelijkheid
voor werkgevers. Voor het matchen is altijd contact nodig met het publieke werkgeversservicepunt.
Werkgevers doen er goed aan gebruik te maken van de publieke werkgeversservicepunten
in de 35 arbeidsmarktregio’s en de dienstverlening voor landelijke en bovenregionale
werkgevers van UWV en gemeenten.
De kandidatenverkenner wordt geleidelijk door UWV en gemeenten gevuld met meer complete
profielen. De periodieke UWV publicatie Transparantie van klantprofielen banenafspraak
geeft inzicht in de ontwikkeling van het aantal (anonieme) klantprofielen dat gemeenten
en UWV hebben opgesteld voor mensen die behoren tot de doelgroep van de banenafspraak.
Het aantal profielen en de kwaliteit van de profielen kan echt beter. UWV en gemeenten
moeten hun werkzoekenden in beeld hebben en ook houden (persoonlijke dienstverlening)
om ze in de digitale systemen te kunnen invoeren en ook bij het matchen daarna zijn
gesprekken met kandidaten en werkgever nodig.
Structurele verbeteringen
Ook al zijn er veel wensen voor verbetering, er is nu geen alternatief instrument
beschikbaar op landelijk niveau dat werkgevers rechtstreeks inzicht geeft in kandidaten
van UWV en gemeenten. Voor het verbeteren van het inzicht in de profielen van werkzoekenden
op de langere termijn is het Ministerie van SZW samen met VNG en UWV het programma
Verbeteren Uitwisseling Matchingsgegevens (VUM) gestart. Dit moet leiden tot één landelijke
standaard voor matchingsgegevens en digitale gegevensuitwisseling, welke in een later
stadium ook in het Besluit SUWI zal worden opgenomen. Hierover heb ik uw Kamer recent
geïnformeerd6.
De resultaten van de banenafspraak laten overigens zien dat er voor mensen met een
arbeidsbeperking veel meer banen zijn gekomen. De opgave voor markt en overheid tot
en met 2018 was om 43.500 extra banen te realiseren. De doelstelling van 43.500 banen
is met 51.956 extra banen ruim gehaald. In totaal, inclusief de 75.179 banen ten tijde
van de nulmeting, zijn er eind 2018 127.135 banen voor mensen uit de doelgroep banenafspraak7.
Vraag 3
Deelt u de mening dat dit rapport openbaar gemaakt had moeten worden? Hoe oordeelt
u over de handelwijze van het UWV hieromtrent?
Antwoord 3
Zie hiervoor het antwoord bij vraag 2.
Vraag 4
Wat zijn de totale kosten van de kandidatenverkenner tot op heden (inclusief de 1,3
miljoen euro aan ICT-kosten)?
Antwoord 4
UWV geeft aan dat de incidentele ontwikkelkosten in totaal 1.3 mln. euro bedroegen.
Het instrument is nu in regulier beheer en het gebruik is voor werkgevers en gemeenten
gratis.
Vraag 5
Deelt u de mening dat de gemaakte kosten in geen verhouding staan tot het aantal geplaatste
kandidaten (in 2017 en 2018 rond de honderd personen)?
Antwoord 5
De doelstelling van de banenafspraak voor 2018 is ruimschoots gehaald8. Het is niet mogelijk om te bepalen welk aandeel de Kandidatenverkenner hierin heeft
gehad. De Kandidatenverkenner fungeert immers niet als een zelfstandig matchingssysteem9. Er is altijd meer nodig voor een match. Bijvoorbeeld inschakeling van de medewerkers
van het betreffende werkgeversservicepunt voor een persoonlijk gesprek met kandidaten.
De motie van Heerma en Schouten van 29 maart 2016 verzocht de regering om, voor de
zomer (van 2016) mogelijk te maken dat werkgevers direct toegang krijgen tot de profielen
van mensen uit de doelgroep van de Participatiewet in de bestanden van het UWV10. Daar is door mijn ambtsvoorganger Klijnsma gehoor aan gegeven. UWV heeft daarop
de kandidatenverkenner ontwikkeld in nauwe samenwerking met gemeenten en werkgevers.
Vraag 6
Deelt u de mening dat de mensen met een arbeidsbeperking door het falen van de kandidatenverkenner
dubbel gepakt worden, aangezien zij al getroffen werden door het sluiten van de sociale
werkvoorziening (SW)-bedrijven door het kabinet Rutte II?
Antwoord 6
Nee, de resultaten van de banenafspraak laten zien dat er voor mensen met een arbeidsbeperking
veel meer banen zijn gekomen. Zie hiervoor verder het antwoord bij vraag 2. In de
afgelopen jaren hebben verschillende wijzigingen plaatsgevonden in de uitvoering van
de sociale werkvoorziening. Van het sluiten van de sociale werkvoorziening is geen
sprake, sinds 2015 is nieuwe instroom niet meer mogelijk. Er is binnen de Participatiewet
nog steeds beschut werk mogelijk voor de doelgroep die daarop is aangewezen, ook voor
de groep die eind 2014 op de Wsw-wachtlijst stond. Mensen die conform de oude Wet
sociale werkvoorziening (Wsw) werken, behouden hun rechten en banen. Het is aan gemeenten
om te bepalen hoe zij hun uitvoering van de benodigde functionaliteiten willen organiseren.
Sociale werkbedrijven die voorheen voornamelijk de Wsw uitvoerden vormen zich sinds
de invoering van de Participatiewet om tot toekomstbestendige bredere sociaal ontwikkelbedrijven
met verschillende organisatievormen. Gemeenten kiezen soms voor een gehele of gedeeltelijke
fusie met de gemeentelijke sociale dienst. Bij een andere keuze treden gemeenten uit
een Gemeenschappelijke Regeling (GR), maar blijven zij via een inkooprelatie wel diensten
van het sociaal ontwikkelbedrijf afnemen. Hoe de organisatie ook vorm krijgt, mensen
die conform de oude Wsw werken behouden hun rechten en banen.
Ik interpreteer deze veranderingen als noodzakelijk om de Participatiewet op een goede
wijze uit te kunnen voeren en beschouw dit niet als sluiting of afbraak van sociale
werkbedrijven, maar als toekomstbestendige omvorming van de uitvoering. Daar bestaat
mijns inziens ook niet één model voor, maar kunnen verschillende keuzes in worden
gemaakt. Ik vind het belangrijk dat deze kwetsbare groep de benodigde ondersteuning
krijgt en, als dat mogelijk is, weer aan het werk komt.
Vraag 7
Is een investering in het werkbaar maken van de kandidatenverkenner werkelijk de beste
optie, gezien de hoge kosten en de lage output tot dusverre? Bent u bereid een kosten-batenanalyse
hieromtrent te maken?11
Antwoord 7
Van tijdrovende en daarmee kostbare aanpassingen aan de kandidatenverkenner is geen
sprake. Kleine aanpassingen worden in het reguliere onderhoud meegenomen door UWV.
Ik zie daarmee geen aanleiding om een kosten-batenanalyse te laten maken.
Het kabinet investeert in het kader van het breed offensief volop in het beter werkend
krijgen van het matchen tussen de werkzoekenden van UWV en gemeenten met grote afstand
tot de arbeidsmarkt, waaronder de doelgroep banenafspraak. Naast Perspectief op Werk
maak ik ook afspraken met VNG en UWV over het structureel verbeteren van de werkgeversdienstverlening
en het matchen in de arbeidsmarktregio’s. Deze afspraken betreffen de invulling van
drie randvoorwaarden die gelden voor alle arbeidsmarktregio’s en worden opgenomen
in de SUWI regelgeving:
Vanaf 2021 wordt jaarlijks 17 miljoen euro ingezet voor het versterken van de 35 arbeidsmarktregio’s12. Hierover heb ik uw Kamer recent geïnformeerd13.
Vraag 8
Is het juist dat uw ministerie in samenwerking met gemeenten en UWV bezig is een nieuwe
landelijke dataset op te zetten? Denkt u werkelijk dat dit een oplossing gaat bieden?
Antwoord 8
Ja, als onderdeel van het breed offensief, zoals ik aangaf in mijn antwoord op vraag
7. Voor de registratie en transparant maken van werkzoekenden maken gemeenten op dit
moment gebruik van de ICT systemen die het UWV daarvoor heeft ontwikkeld. Maar in
de praktijk blijkt dat dit niet altijd gebeurt. Want gemeenten werken vaak ook met
eigen, onderling verschillende, ICT systemen die beter aansluiten bij de gemeentelijke
taken en processen. Om gegevens te tonen in de Kandidatenverkenner betekent dit óf
tweemaal invoeren óf gegevens beschikbaar maken en inlezen bij UWV. Daarom worden
nu in het kader van het breed offensief met VNG en UWV afspraken gemaakt om in de
toekomst de digitale uitwisseling van matchingsgegevens tussen de verschillende ICT
systemen van UWV, gemeenten en private partijen beter mogelijk maken, door landelijke
standaarden af te spreken over de gegevensset en de digitale uitwisseling. Niet alleen
voor de doelgroep banenafspraak, maar voor de brede doelgroep werkzoekenden van gemeenten
en UWV. Werkgevers geven aan dat zij hiermee makkelijker kandidaten kunnen vinden.
Voor het transparant maken van profielen van werkzoekenden blijft het ook bij zo’n
andere aanpak op langere termijn van belang dat gemeenten en UWV hun kandidaten goed
in beeld hebben en houden en daarvoor capaciteit voor persoonlijke dienstverlening
inzetten. Vervolgens moeten zij gegevens van kandidaten goed blijven bijhouden en
deze gegevens digitaal beschikbaar (transparant) maken. Daarbij moeten ook de rechten
van kandidaten goed zijn geborgd (privacy).
Vraag 9
In hoeverre is de online kaartenbak overbodig geworden, nu blijkt dat werkgevers liever
naar een werkgeversservicepunt in de regio gaan «omdat je daar een gesprek kan voeren»?
Antwoord 9
De kandidatenverkenner is op dit moment nog niet overbodig geworden. Een aantal regio’s
en werkgevers maakt er gebruik van (zo blijkt ook uit het UWV rapport) en werkgevers
willen zelfstandig toegang tot profielen van mogelijke kandidaten. Het is belangrijk
dat werkgevers de weg naar het werkgeversservicepunt in de regio weten te vinden,
daarin kan de kandidatenverkenner een hulpmiddel zijn. Ook is het belangrijk dat gemeenten
en UWV verder gaan met het vullen van de kandidatenverkenner parallel aan het realiseren
van de structurele verbeteringen via het breed offensief. Wanneer de structurele verbeteringen
zijn gerealiseerd zal ik de kamer informeren over de verdere levenscyclus van de kandidatenverkenner
banenafspraak. Zie tevens het antwoord bij vraag 5 en 7.
Vraag 10
Erkent u dat er de afgelopen jaren te veel is bezuinigd op de taken van het UWV? Kunt
u uw antwoord toelichten?
Antwoord 10
In de afgelopen jaren hebben taakstellingen grote invloed gehad op de vormgeving van
de dienstverlening, maar ook op zaken als controle en handhaving binnen UWV. Het is
van belang dat er een goede balans is tussen ambities en middelen in de uitvoering;
dit is onderdeel van de reguliere gesprekscyclus tussen SZW en UWV.
Vraag 11
Hoe gaat u voorkomen dat het UWV veel tijd kwijt is aan een tijdrovende aanpassing
van het IT-systeem?14
Antwoord 11
Zie het antwoord bij vraag 8.
Vraag 12
Hoe kan het dat signalen van de mensen op de werkvloer over de kandidatenverkenner
zo slecht zijn opgepikt door bestuur en directie van het UWV?
Antwoord 12
Dit onderzoek onder werkgevers, intermediairs en medewerkers van UWV op Werkgeversservicepunten
is uitgevoerd op initiatief en in opdracht van UWV.
Dit laat zien dat UWV oog heeft voor wensen en signalen bij gebruikers van de kandidatenverkenner,
waaronder ook medewerkers van UWV zelf.
Vraag 13
Hoe gaat u de dienstverlening van het UWV aan mensen met een arbeidsbeperking verbeteren?
Antwoord 13
Zie hiervoor het antwoord op vraag 7.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede ondertekenaar
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.