Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Molen over de wolk van verontwaardiging om 2 ton voor sterrenkundige die zwart gat wil kieken
Vragen van het lid Van der Molen (CDA) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de wolk van verontwaardiging om 2 ton voor sterrenkundige die zwart gat wil kieken (ingezonden 31 oktober 2019).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen
9 december 2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 884.
Vraag 1
Hoe kan het dat de Nederlands Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) een
aanvraag afwijst aan de hand van een kwalitatief en objectief proces terwijl u besluit
om middelen toe te kennen?1
Antwoord 1
Zoals aangegeven in mijn antwoorden op de Kamervragen van de leden Paternotte en Futselaar
intervenieer ik niet in de objectieve afweging van NWO. De middelen die zijn toegekend
zijn niet bedoeld voor financiering van het onderzoeksvoorstel dat bij NWO is ingediend
en afgewezen.
Vraag 2
Op welke grondslag heeft u besloten om Prof. Falcke en zijn onderzoeksgroep eenmalig
€ 200.000 voor wetenschapscommunicatie toe te kennen? Zijn er meer afgewezen NWO-aanvragen
die van u middelen ontvangen? Zo ja welke aanvragen en wanneer heeft dit gespeeld?
Antwoord 2
In een gesprek tussen de Radboud Universiteit en het ministerie is gesproken over
de aandacht voor het onderzoek van Prof. Falcke na het bekendmaken van de foto van
het zwarte gat. Daarbij is geconstateerd dat het positief is dat er zoveel aandacht
is voor (fundamentele) wetenschap. Het laat zien hoe groot de waarde van wetenschap
is voor de maatschappij en hoe dergelijke doorbraken tot de verbeelding spreken. Goede
communicatie over doorbraken met een dergelijke impact is van belang en sluit naadloos
aan bij de Wetenschapsbrief die ik in januari 2019 aan uw Kamer heb gezonden. Tegelijkertijd
is geconstateerd dat de vele optredens, interviews en ontmoetingen veel vragen van
Professor Falcke en zijn onderzoeksgroep. Om die reden heb ik besloten bij uitzondering
een eenmalige bijdrage toe te kennen. Het bedrag is gebaseerd op een inschatting van
wat het ministerie een billijk bedrag acht en de beschikbaarheid van middelen.
Er is derhalve geen sprake van een afgewezen NWO-aanvraag die van mij middelen heeft
ontvangen en daar zijn ook geen andere gevallen van.
Vraag 3
Hoe komt het dat deze middelen alleen naar Prof. Falcke en zijn onderzoeksgroep gaan
en niet naar het Nijmeegs-Leids-Amsterdamse samenwerkingsverband dat in het kader
van het Event Horizon Telescope onderzoek een aanvraag had gedaan?
Antwoord 3
Zoals in de antwoorden op vraag 1 en 2 is uiteengezet, is er geen verband tussen de
aanvraag die door een samenwerkingsverband in het kader van de Event Horizon Telescopeis gedaan.
Vraag 4
Waar komen deze middelen vandaan, wat kan er nu niet gebeuren nu deze € 200.000 naar
Prof. Falcke gaat en in hoeverre hebben deze middelen te maken met de € 4 miljoen
die beschikbaar is gekomen voor wetenschapscommunicatie?
Antwoord 4
De middelen zijn afkomstig uit artikel 16 van de OCW-begroting. Dit budget is bestemd
voor incidentele projecten ter stimulering van de wetenschap die passen binnen het
kader van de Wetenschapsbrief van januari 2019. Er zijn geen geplande activiteiten
die niet door kunnen gaan. Het gaat niet om middelen die eerder door mij beschikbaar
zijn gesteld voor wetenschapscommunicatie, waarvan € 3 mln. is bestemd voor outreach
en wetenschapscommunicatie via de NWA, en € 1 mln. voor de pilot voor erkennen en
waarderen van individuele wetenschappers die aan wetenschapscommunicatie doen.
Vraag 5
Indien deze financiering uit die € 4 miljoen komt, komt het dan uit de € 1 miljoen
voor een pilot vanuit NWO of uit de € 3 miljoen binnen de Nationale Wetenschapsagenda?
Kunt u tevens een overzicht geven van de (beoogde) besteding van deze € 4 miljoen?
Antwoord 5
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 4 komt de financiering niet uit de middelen
voor de pilot wetenschapscommunicatie of voor de Nationale Wetenschapsagenda.
De in de wetenschapsbrief aangekondigde € 1 miljoen (incidenteel) wordt ingezet voor
een pilot gericht op het zichtbaar maken en waarderen van activiteiten van individuele
wetenschappers die aan wetenschapscommunicatie doen. Voor de € 3 miljoen die structureel
beschikbaar is binnen de Nationale Wetenschapsagenda is een programma ontwikkeld met
de partners uit de kenniscoalitie, dat programma bestaat uit drie delen. Een campagnedeel
dat gaat over de resultaten van de NWA en de waarde van wetenschap, een deel dat bestemd
is voor partnerschappen met veldpartijen en een call waarop projecten ingediend kunnen
worden.
Ik heb eerder aangekondigd dat ik nog dit jaar kom met een brief aan uw Kamer over
wetenschapscommunicatie. Daarin zal ik ingaan op de uitwerking van deze initiatieven.
Vraag 6
Wat vindt NWO van uw toekenning van € 200.000 aan Prof. Falcke en zijn onderzoeksgroep?
Deelt u de mening dat u met uw handeling de externe weging en toekenning van wetenschapsmiddelen
door NWO ondergraaft?
Antwoord 6
NWO heeft kennisgenomen van het OCW-besluit om Prof. Falcke een éénmalig bedrag van
€ 200.000 toe te kennen. Omdat het niet gaat om financiële middelen voor het uitvoeren
van onderzoek, maar voor de communicatie daarover, ziet NWO dit besluit los van de
beoordeling van de aanvraag die eerder plaats heeft gevonden via haar beoordelingsproces
met peer review. NWO concludeert dat de inhoudelijke beoordeling van de betreffende
aanvraag bij NWO die eerder plaatsvond niet ter discussie staat.
De middelen die ik heb toegekend zijn niet gebaseerd op de onderzoeksaanvraag bij
NWO en de daarvoor benodigde financiering. Ik heb in de antwoorden op de huidige en
eerdere vragen van uw Kamer expliciet gesteld dat ik niet intervenieer in de besluitvorming
van NWO en dat de middelen niet zijn bedoeld ter financiering van het afgewezen onderzoeksvoorstel
bij NWO.
Vraag 7
Is naar aanleiding van de toezegging tijdens het laatste algemeen overleg wetenschapsbeleid
al bekend of wetenschapsmusea gebruik kunnen maken van de financiering via outreachgelden
van de Nationale Wetenschapsagenda?
Antwoord 7
Zoals uiteengezet bij vraag 5, is de samenwerking via partnerschappen met veldpartijen
één van de onderdelen van de NWA-middelen voor wetenschapscommunicatie en outreach.
NWO is in dit kader een samenwerking aangegaan met de Vereniging voor Science centra
en Wetenschapsmusea. Zoals eerder beschreven in de kamerbrief over de uitkomsten van
de eerste call van de Nationale Wetenschapsagenda2 en in brief over de Uitgangspunten Cultuurbeleid3, vervullen science centra door het hele land een verbindingsfunctie voor de NWA-campagne
en organiseren ze regionale evenementen, passend binnen de doelen van de NWA. Nadere
details zal ik uitwerken in de Kamerbrief over wetenschapscommunicatie die u nog dit
jaar ontvangt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.