Amendement : Amendement van het lid Bisschop over een reparatie in de Meststoffenwet
35 347 Regels voor de aanpak van de stikstofproblematiek in relatie tot natuur (Spoedwet aanpak stikstof)
Nr. 45
AMENDEMENT VAN HET LID BISSCHOP
Ontvangen 4 december 2019
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Na artikel VI wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL VIA (WIJZIGING MESTSTOFFENWET)
Artikel 32, eerste lid, van de Meststoffenwet komt te luiden:
1. Indien op landelijk niveau de omvang van de productie van dierlijke meststoffen,
uitgedrukt in kilogrammen stikstof of fosfaat, afkomstig van varkens of van pluimvee
de omvang van die productie, bedoeld in artikel 18a, derde onderscheidenlijk vierde
lid, dreigt te overschrijden en mede gelet op de representativiteit van de prognose,
het mogelijk structurele karakter van de overschrijding en op de totale omvang van
de productie van dierlijke meststoffen in relatie tot de nationale plafonds, opgenomen
in artikel 18a, eerste lid, kan, al naar gelang de overschrijding betrekking heeft
op varkensmest of op pluimveemest, bij algemene maatregel van bestuur, in zoverre
in afwijking van artikel 28, tweede lid, worden bepaald dat, de vergroting van het
varkensrecht, onderscheidenlijk dat de vergroting van het pluimveerecht wordt beperkt
tot een bij de maatregel vastgesteld percentage van het aantal varkenseenheden, onderscheidenlijk
pluimvee-eenheden waarop de kennisgeving, bedoeld in artikel 27, eerste lid, betrekking
heeft.
II
Na artikel IX wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IXA
1. Indien het bij koninklijke boodschap van 27 juni 2019 ingediende voorstel van wet
tot Wijziging van de Meststoffenwet in verband met de implementatie van het zesde
actieprogramma Nitraatrichtlijn (35 233) tot wet is of wordt verheven en later in werking treedt dan deze wet, vervalt artikel
I, onderdeel D, van die wet.
2. Indien het bij koninklijke boodschap van 27 juni 2019 ingediende voorstel van wet
tot Wijziging van de Meststoffenwet in verband met de implementatie van het zesde
actieprogramma Nitraatrichtlijn (35 233) tot wet is of wordt verheven en eerder in werking treedt dan deze wet, komt artikel
VIA van deze wet te luiden:
ARTIKEL VIA (WIJZIGING MESTSTOFFENWET)
Artikel 32 van de Meststoffenwet wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Indien op landelijk niveau de omvang van de productie van dierlijke meststoffen,
uitgedrukt in kilogrammen stikstof of fosfaat, afkomstig van varkens of van pluimvee
de omvang van die productie, bedoeld in artikel 18a, derde onderscheidenlijk vierde
lid, dreigt te overschrijden en mede gelet op de representativiteit van de prognose,
het mogelijk structurele karakter van de overschrijding en op de totale omvang van
de productie van dierlijke meststoffen in relatie tot de nationale plafonds, opgenomen
in artikel 18a, eerste lid, kan, al naar gelang de overschrijding betrekking heeft
op varkensmest of op pluimveemest, bij algemene maatregel van bestuur, in zoverre
in afwijking van artikel 28, tweede lid, worden bepaald dat, de vergroting van het
varkensrecht, onderscheidenlijk dat de vergroting van het pluimveerecht wordt beperkt
tot een bij de maatregel vastgesteld percentage van het aantal varkenseenheden, onderscheidenlijk
pluimvee-eenheden waarop de kennisgeving, bedoeld in artikel 27, eerste lid, betrekking
heeft.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. De voordracht van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het eerste lid
wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal
is overgelegd.
Toelichting
Het amendement is een reparatie van de bijna tegelijkertijd in een spoedprocedure
behandelde Wijziging van de Meststoffenwet (35 233), in verband met procedurele afspraken.
Afroming van dierrechten bij overdracht kan grote invloed hebben op de handel in dierrechten.
De indiener stelt daarom voor een dergelijke afroming tenminste alleen toe te passen
indien dit strikt noodzakelijk is.
De indiener is van mening dat het primair gaat om handhaving van de nationale productieplafonds
en dat bij de vaststelling of afroming toegepast moet worden tenminste meegewogen
moet worden of al dan niet sprake is van dreigende overschrijding van de nationale
productieplafonds. Verder is de indiener van mening dat structurele overschrijding
en de dreiging daarvan het echte probleem is. Bij het beoordelen van prognoses moet
ook verder gekeken worden dan de momentopname van het aantal dieren op dat moment,
omdat het aantal dieren door het jaar fluctueert en de momentopname niet representatief
hoeft te zijn. De indiener stelt voor deze aspecten te betrekken bij de afweging of
en in welke mate gekozen moet worden voor afroming bij overdracht.
Omdat afroming van dierrechten bij overdracht grote invloed kan hebben op de handel
in dierrechten, stelt de indiener voor de voorhangbepaling te handhaven.
Bisschop
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R. Bisschop, Tweede Kamerlid