Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Helvert over de Iraakse weigering om IS-strijders uit Syrië te berechten
Vragen van het lid Van Helvert (CDA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de Iraakse weigering om IS-strijders uit Syrië te berechten (ingezonden 1 november 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister van Justitie
en Veiligheid (ontvangen 5 december 2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving dat Irak «niets ziet» in het plan van Nederland
om Europese IS-strijders in Irak te berechten?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is het waar dat de Iraakse regering zelf niet meer mee wil werken aan een tribunaal
voor IS-strijders?
Antwoord 2
Minister van Buitenlandse Zaken van Irak, Al Hakim, gaf tijdens zijn bezoek aan Nederland
op 28 en 29 oktober jl. aan dat zijn land alleen ISIS-strijders wil berechten die
misdrijven in Irak of tegen Iraakse belangen hebben gepleegd. Daar heb ik uiteraard
alle begrip voor, want Irak draagt reeds een zware last met de aanwezigheid van veel
voormalige strijders van ISIS op zijn grondgebied. Ik blijf hierover, samen met onze
Europese partners, in gesprek met Irak (zoals verzocht in motie 21501 02, nr. 1963).
Vraag 3
Wanneer bent u op de hoogte gebracht van deze mening van de regering van Irak?
Antwoord 3
Irak heeft begin dit jaar te kennen gegeven dat het onder bepaalde condities bereid
zou zijn om alle in Noordoost Syrië vastzittende foreign terrorist fighters in Irak te vervolgen en berechten. Daarover is door een aantal Europese landen verder
met Irak doorgesproken, waarbij altijd is onderstreept dat oplegging van de doodstraf
door Irak niet kan worden geaccepteerd en dat Irak garanties moet afgeven voor een
eerlijke procesgang. Tijdens het bezoek van een ambtelijke delegatie aan Bagdad en
het daaropvolgende bezoek van de Minister van Buitenlandse Zaken van Irak aan Nederland
op 28 en 29 oktober jl. heeft Irak aangegeven dat het land alleen nog buitenlandse
strijders wil vervolgen en berechten die misdaden hebben begaan tegen Iraakse belangen
of in Irak.
Vraag 4
Herinnert u zich het event nog dat u op 26 september jl. bij de Verenigde Naties in
New York organiseerde samen met Irak, waarbij deze landen gezamenlijk een oproep deden
aan de internationale gemeenschap om verschillen van mening te overwinnen om tot een
berechting van IS-strijders te komen? Klopt het dat op dat event Irak als locatie
is genoemd voor een dergelijk tribunaal?
Antwoord 4
De door Nederland en Irak voorgezeten bijeenkomst in New York op 26 september jl.
stond in het teken van de berechting van álle ISIS-strijders. De deelnemende landen
en VN-organisaties onderstreepten het belang van accountability als noodzakelijk ingrediënt
voor duurzame vrede in de regio. De deelnemers presenteerden echter verschillende
visies over de vraag of accountability zou moeten geschieden door middel van de oprichting
van een internationaal tribunaal in bijvoorbeeld Irak of door middel van nationale
berechting.
Vraag 5
Heeft de regering van Irak zich tijdens het event direct uitgesproken tegen berechting
in Irak?
Antwoord 5
Minister Al Hakim, co-voorzitter van deze bijeenkomst, heeft tijdens zijn interventie
aangegeven dat berechting in Irak van in Syrië gedetineerde foreign terrorist fighters een enorme belasting zou betekenen voor Irak dat immers al te kampen heeft met de
last van de berechting van duizenden Iraakse ISIS-strijders. Zonder buitenlandse hulp
zou een dergelijke exercitie dan ook niet mogelijk zijn, aldus Al Hakim destijds.
Vraag 6
Heeft de regering van Irak zich tijdens het event uitgesproken vóór berechting van
IS-strijders in Irak?
Antwoord 6
Irak heeft zich evenals de andere deelnemers aan de bijeenkomst uitgesproken voor
de noodzaak van accountability voor ISIS-strijders en opgemerkt dat Irak hier reeds actief opvolging aan heeft gegeven
en inmiddels duizenden strijders heeft berecht.
Vraag 7
Wat is er gebeurd na het succesvolle gezamenlijke event over het tribunaal tijdens
de VN-top van 26 september jl.?
Antwoord 7
Na de bijeenkomst in New York hebben vertegenwoordigers van Nederland, Frankrijk,
het VK, Duitsland, België, Zweden en Denemarken op 15 oktober jl. een bezoek gebracht
aan Bagdad om daar verder te spreken over de mogelijkheden van berechting in Irak
van in Noordoost Syrië gedetineerde foreign terrorist fighters. Tijdens dat bezoek bleek Irak zijn standpunt terzake verder te hebben aangescherpt
door aan te geven dat Irak alleen foreign terrorist fighters wil vervolgen die misdaden tegen Iraakse onderdanen of Iraakse belangen hebben gepleegd.
Dat standpunt heeft de Iraakse Minister van Buitenlandse Zaken Al Hakim ook tijdens
zijn recente bezoek aan Nederland met mij gedeeld.
Vraag 8
Wat heeft Irak van mening doen veranderen?
Antwoord 8
Tijdens zijn bezoek aan Nederland heeft Minister Al Hakim gesteld dat zijn land niet
over de capaciteit beschikt om duizenden extra ISIS-strijders te vervolgen, berechten
en vast te zetten. Irak maakt uiteraard een eigen afweging over de bereidheid om al
dan niet buitenlandse strijders te berechten.
Vraag 9
Wanneer zijn er tussen 26 september en 28 oktober jl. contactmomenten geweest tussen
de regering van Irak en het Ministerie van Buitenlandse Zaken aangaande een vervolg
op het VN-event van 26 september?
Antwoord 9
Op 15 oktober jl. heeft een ambtelijke delegatie van de betrokken Europese landen
Irak bezocht om nader te spreken over voorwaarden waaronder Irak bereid is tot berechting
van buitenlandse strijders uit noordoost Syrië. Op 28 en 29 oktober jl. bezocht Minister
Al Hakim Nederland.
Vraag 10
Wat waren de uitkomsten van het contact of de afzonderlijke contactmomenten?
Antwoord 10
Zie antwoord op vraag 3.
Vraag 11
Klopt het dat Nederland op verzoek van de Iraakse regering sinds 2014 een militaire
missie in Irak is gestart in het kader van de strijd tegen IS?
Antwoord 11
Ja.
Vraag 12
Hoe verhoudt deze Nederlandse inzet op verzoek van de Iraakse regering zich tot de
verwerping van het Nederlandse verzoek tot berechting in Irak?
Antwoord 12
Het besluit van het kabinet een Nederlandse militaire bijdrage te leveren aan de strijd
tegen ISIS (27 925 nr. 506) in Irak werd ingegeven door de dreiging van ISIS in Irak en Syrië, maar evenzeer
door de dreiging van de organisatie tegen Europa en Nederland. Met het einde van het
fysieke «kalifaat» zijn we nu in een andere fase van het conflict belandt. Het verzoek
van Irak tot het leveren van een militaire bijdrage aan de strijd tegen ISIS staat
los van het vraagstuk van de berechting van buitenlandse ISIS-strijders.
Vraag 13
Op welke wijze ziet u mogelijkheden om het IS-tribunaal in de regio te realiseren?
Antwoord 13
Nederland blijft zich sterk maken voor berechting in de regio naar internationale
standaarden van misdrijven gepleegd door alle partijen bij het conflict. Voor de berechting
van ISIS-strijders blijf ik hierover dan ook, samen met onze Europese partners, in
gesprek met Irak. Los van de uitkomst daarvan zal ik indachtig bovengenoemde voorwaarden
in bilateraal en multilateraal verband dialoog en samenwerking blijven opzoeken om
berechting van buitenlandse strijders in de regio te realiseren. De misdaden van ISIS
mogen namelijk niet onbestraft blijven; dit zijn we verschuldigd aan de slachtoffers.
Zolang er nog geen sprake is van berechting, is het belangrijk dat bewijsmateriaal
wordt veiliggesteld. Nederland steunt dan ook de mechanismes die hiertoe voor Syrië
en Irak zijn opgericht, het International Impartial and Independent Mechanism (IIIM) en het United Nations Investigative Team to Promote Accountability for Crimes Committed by
Da’esh/ISIL (UNITAD). Indachtig de aangehouden motie van het lid Van Helvert (kamerstuk 35 300 V nr. 22) d.d. 14 november, is het kabinet ook in gesprek met Europese partners om
nader te onderzoeken -met inachtneming van het advies van de Volkenrechtelijk adviseur-
of Nederlandse Syrie-gangers door de lokale Syrisch-Koerdische autoriteiten kunnen
worden berecht.2
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.