Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Postma en Von Martels over mogelijk te hoge PFAS-waarden in strooizout
Vragen van de leden De Pater-Postma en Von Martels (beiden CDA) aan de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat en voor Milieu en Wonen over mogelijk te hoge PFAS-waarden in strooizout (ingezonden 12 november 2019).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat), mede
namens de Minister van Milieu en Wonen (ontvangen 9 december 2019).
Vraag 1
Kent u de berichten «PFAS-normen treffen ook strooizout»1 en «Onderzoek naar PFAS in strooizout»?2
Antwoord 1
Ja, die berichten ken ik.
Vraag 2
Kunt u aangeven of het klopt dat het bestrijden van gladde wegen deze winter in gevaar
kan komen doordat het strooizout niet voldoet aan de PFAS-normen? Zo ja, hoe groot
is deze kans?
Antwoord 2
Het strooizout dat Rijkswaterstaat inkoopt, komt uit diepe (600 – 1.500 meter) grondlagen
die heel lang geleden zijn afgezet. Bodemvervuiling met PFAS komt voort uit de veel
recentere industriële periode en komt daardoor alleen voor in de ondiepere bodemlagen.
Vervuiling met PFAS op grote diepte is dus zeer onwaarschijnlijk. Zoutbedrijven voegen
geen PFAS-bevattende stoffen aan het zout toe, dit hebben diverse leveranciers naar
aanleiding van de berichtgeving in de media bevestigd. Het bestrijden van gladde wegen
komt dan ook niet in gevaar.
Vraag 3
Kunt u aangeven of het klopt dat experts aanvullend onderzoek gaan doen met verfijnde
metingen? Zo ja, wanneer worden de resultaten hiervan verwacht en hoe groot acht u
de kans dat de resultaten hierbij anders zullen zijn dan bij de eerste analyse?
Antwoord 3
Zoals bij het antwoord op vraag 2 is aangegeven, is het zeer onwaarschijnlijk dat
strooizout dat veelal uit oude en diepe grondlagen wordt gewonnen, vervuild is met
PFAS. Op dit moment zijn er in Nederland dan ook geen laboratoria die geschikte en
gevalideerde meetmethodes aanbieden om PFAS in strooizout te kunnen vaststellen.
Vraag 4
Kunt u aangeven aan welke PFAS-norm strooizout moet voldoen?
Antwoord 4
Nederland hanteert voor strooizout de NEN-norm die identiek is aan de Europese norm.
Hierin zijn zuiverheid van het zout en de aanwezigheid van vocht en zware metalen
een criteria. PFAS is geen criterium in de NEN-norm.
Vraag 5
Bent u het ermee eens dat het bestrijden van gladde wegen van groot belang is voor
de verkeersveiligheid? Welke alternatieven worden voorbereid om de verkeersveiligheid
te waarborgen, indien uit het aanvullende onderzoek naar voren komt dat onvoldoende
strooizout aan de PFAS-normen voldoet? In hoeverre is het mogelijk dat deze alternatieven
op korte termijn worden ingezet?
Antwoord 5
Het bestrijden van gladde wegen is een wettelijke plicht van de wegbeheerders en dus
ook van Rijkswaterstaat. Het voorkomen van gladde wegen levert een belangrijke bijdrage
aan vlot en veilig verkeer in de wintermaanden. Zoals in de beantwoording van vraag
2 is aangegeven, is er geen reden om aan te nemen dat strooizout van Rijkswaterstaat
PFAS bevat. Er kan deze winter net als andere winters zout gestrooid worden. Daarmee
is er geen noodzaak om naar alternatieven te zoeken.
Vraag 6
Hoeveel miljoen kilo strooizout wordt er gemiddeld per winter verbruikt op de Nederlandse
wegen in opdracht van Rijkswaterstaat, provincies en gemeenten? Wat voor verschillende
typen strooizout zijn er voorzien voor gebruik voor de komende winter, en in hoeverre
is dit strooizout al ingekocht?
Antwoord 6
Het verbruik van strooizout varieert van winter tot winter maar Rijkswaterstaat verbruikt
gemiddeld ongeveer 90 miljoen kilo zout. Dat is ongeveer 40% van het totale verbruik
in Nederland. Het strooizout voor de komende winter is reeds ingekocht bij diverse
leveranciers. De samenstelling van het zout is vrijwel identiek.
Vraag 7
Kunt u aangeven wie op dit moment de leveranciers van strooizout zijn aan Rijkswaterstaat,
provincies en gemeenten?
Antwoord 7
De huidige leveranciers zijn via een aanbesteding geselecteerd. Het gaat om Eurosalt,
Frisia en Nouryon (AKZO). Deze leveranciers betrekken hun zout uit Duitsland, Nederland
en in mindere mate Tunesië, Marokko en Egypte.
De leveranciers van gemeenten en enkele provincies3 zijn bij mij niet bekend, maar ook daar spelen deze leveranciers een rol.
Vraag 8
Klopt het bericht van Eurosalt dat er bijna geen toevoegingen in strooizout zitten,
slechts «een paar theelepeltjes» chemische stof in duizend kilogram zout om klonteren
te voorkomen? Om welke chemische toevoegingen gaat dit en wat is de relatie met PFAS?
Antwoord 8
Dat bericht klopt. De enige toevoeging aan strooizout is een antiklontermiddel (natriumferrocyanide).
Dit middel wordt overigens ook aan consumentenzout toegevoegd. Er is geen relatie
met PFAS.
Vraag 9
Klopt het dat zeezout en vacuümzout schoner zijn en ook goed werken ter bestrijding
van gladde wegen, maar dat die niet genoeg voorradig zijn? Zo ja, is het mogelijk
hier op termijn meer van in te kopen?
Antwoord 9
Met name vacuümzout is heel puur. Dit heeft te maken met het winningsproces waarbij
het zout met stoom wordt opgelost en van ongeveer 1 kilometer diepte wordt opgepompt.
Daarna wordt het onder vacuüm uitgekristalliseerd en zo ontstaat een extreem schoon
zout. Alle zouten zijn ruim voorradig in de wereld.
Het zout dat gebruikt wordt in Nederland is erg schoon, het natriumchloride (= zout)
gehalte ligt rond 98–99 procent. De rest bestaat uit water en andere zouten. Dat het
Nederlandse zout zo schoon is, komt door de strenge NEN-norm die gehanteerd wordt.
Ik zie geen aanleiding in de toekomst op een andere manier zout te gaan betrekken.
Vraag 10
Kunt u deze vragen één voor één en zo snel mogelijk beantwoorden?
Antwoord 10
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
S. van Veldhoven-van der Meer, minister voor Milieu en Wonen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.