Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
35 316 Wijziging van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening ten behoeve van de uitwisseling van persoonsgegevens
Nr. 5 VERSLAG
Vastgesteld 2 december 2019
De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, belast met het voorbereidend
onderzoek van voorliggend wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen
van haar bevindingen. Onder het voorbehoud dat de in het verslag opgenomen vragen
en opmerkingen afdoende door de regering worden beantwoord acht de commissie de openbare
behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
Inhoudsopgave
blz.
I.
ALGEMEEN
2
1.
Hoofdlijnen van het voorstel
2
1.1
Vroegsignalering van schulden
2
1.2
Gegevensuitwisseling besluit toegang en plan van aanpak schuldhulpverlening
4
2.
Verhouding tot hoger recht en nationale regelgeving
5
2.1
Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)
5
3.
Gevolgen
5
3.1
Doenvermogen en privacy van en regeldruk voor burgers
5
3.2
Regeldruk gemeenten
6
3.3
Gevolgen voor schuldeisers
6
4.
Advies en consultatie
7
4.1
Bestuurlijke reactie VNG en uitvoeringstoets NVVK
7
4.2
Nationale ombudsman
7
II.
ARTIKELGEWIJS
8
I. ALGEMEEN
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Wijziging van de Wet gemeentelijke
schuldhulpverlening ten behoeve van de uitwisseling van persoonsgegevens. Zij zijn
positief over de door de regering genomen stappen en voortvarendheid en lezen met
instemming dat knelpunten worden weggenomen. Deze leden hebben hierover nog enkele
vragen en opmerkingen.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van dit wetsvoorstel. Zij onderschrijven van
harte het doel van dit wetsvoorstel om door vroegsignalering eerder mensen met schulden
te kunnen helpen en verdere problematische verhoging van de schulden te voorkomen.
Hierdoor kan de omvang van de schuld bij aanvang van het schuldhulpverleningstraject
verkleind worden en worden schuldenaren behoed voor nog meer schulden. Deze leden
hebben nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de D66-fractie zijn content dat de regering met de aanpassing van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
de inzet op vroegsignalering van problematische schulden versterkt. Deze leden achten
het voorkomen van schulden beter dan genezen, en denken dat vroegsignalering daar
een goede bijdrage aan kan leveren. Zij hebben nog enkele vragen die zij aan de regering
willen voorleggen.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel en hebben daarover nog
enkele vragen.
De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Wijziging van de Wet gemeentelijke
schuldhulpverlening ten behoeve van de uitwisseling van persoonsgegevens.
De leden van de PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Daarover hebben
zij nog enkele vragen.
De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Deze leden vinden het
een goede zaak dat de toegang tot de schuldhulpverlening beter wordt geregeld en dat
de wettelijke basis voor het uitwisselen van gegevens op orde wordt gebracht. Tegelijk
constateren zij dat wezenlijke problemen ten aanzien van de uitvoering en afstemming
van de schuldhulpverlening niet worden verholpen. Zij hebben nog enkele vragen en
opmerkingen over het wetsvoorstel.
1. Hoofdlijnen van het voorstel
1.1 Vroegsignalering van schulden
De leden van de VVD-fractie willen weten hoe de regering door sociale incasso als uitgangspunt te nemen, het
ontstaan van verschillende termijnen voor betalingsachterstanden voor energie, gas,
water en huur en daarmee het risico op toegenomen regeldruk tegengaat. Hoe verhoudt
de maximale bewaartermijn van zes maanden voor persoonsgegevens zich tot het ontstaan
van verschillende termijnen voor betalingsachterstanden?
De leden van de VVD-fractie lezen verder dat over een drietal categorieën signalen
wordt gesproken. Valt onder het signaleren door derden ook het bankeninitiatief tegen
schulden, zodat zij straks niet alleen hun klant op schuldhulp kunnen wijzen, maar
ook direct de gemeente kunnen inschakelen? Welke mogelijkheid biedt voorliggend wetsvoorstel
voor schuldenwijzer.nl om ook belastingschulden te kunnen opnemen?
De leden van de VVD-fractie lezen met instemming dat de regering ruimte openlaat voor
nieuwe innovatieve signalen. Wel vragen deze leden of er beperkingen zijn op de experimenteerruimte.
Is daarbij ook ruimte voor het experimenteren met digitale ontwikkelingen en innovaties,
bijvoorbeeld door het gebruik van algoritmes?
De leden van de VVD-fractie lezen in de memorie van toelichting dat belastingschulden
een minder geschikt signaal zijn voor schulden, terwijl belasting/toeslagschulden
wel een veelvoorkomende oorzaak van schulden zijn. Kan de regering toelichten waarom
deze niet geschikt zijn en of, en zo ja hoe, de Belastingdienst proactief contact
opneemt met de gemeenten wanneer grote betalingsachterstanden worden geconstateerd?
De leden van de CDA-fractie zijn met de regering van mening dat experimenteren bij vroegsignalering belangrijk
is om signalen te vinden waarmee mensen met problematische schulden beter bereikt
kunnen worden. Zij merken op dat vroegsignalering al een aantal jaar op steeds grotere
schaal wordt uitgevoerd, maar dat monitoring tot nu toe slechts beperkt plaatsvindt
en er geen schatting beschikbaar is van het aantal mensen dat op dit moment met vroegsignalering
wordt bereikt. Kan de regering nader aangeven of en hoe zij het aantal mensen dat
met vroegsignalering wordt bereikt gaat monitoren?
De leden van de CDA-fractie constateren dat op grond van artikel 10 de mogelijkheid
bestaat om bij ministeriële regeling een ander signaal aan te wijzen dan de reeds
genoemde in hoofdstuk 2 van het algemeen deel van de memorie van toelichting. Hoe
wordt de Kamer over de algemene maatregel van bestuur (AMvB) en de ministeriële regeling
geïnformeerd?
De leden van de D66-fractie constateren dat er met het wetsvoorstel een wettelijke grondslag ontstaat voor het
verzamelen en verwerken van persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren
van de vroegsignalering. Deze leden vragen de regering op welke wijze er wordt geborgd
dat de gegevens die door de partijen worden verzameld op een veilige en privacy-verantwoorde
wijze worden verwerkt. Ook vragen deze leden hoe dit voorstel zich verhoudt tot het
verwachte wetsvoorstel inzake het wegnemen van knelpunten in relatie tot gegevensuitwisseling
en privacy in het sociaal domein.
De leden van de D66-fractie constateren dat er gehandeld moet worden wanneer er signalen
van (beginnende) schulden worden ontvangen door gemeenten. Deze leden vragen de regering
om te borgen dat dit niet betekent dat de inspanningen van andere partijen rondom
de schuldhulpverlening uit het oog worden verloren. Kan de regering daarnaast aangeven
in hoeverre gemeenten afdoende capaciteit beschikbaar hebben om deze signaleringsrol
op te pakken?
De leden van de D66-fractie constateren dat een termijn van zes maanden redelijk wordt
geacht bij het opslaan van persoonsgegevens door gemeenten. Kan de regering nader
toelichten op basis waarvan deze termijn is bepaald? Kan de regering daarnaast nader
duiden hoe er wordt geborgd dat er op een prudente wijze met deze gegevens wordt omgaan?
De leden van de D66-fractie constateren dat de mogelijkheid wordt gecreëerd om aanvullende
signalen om schulden te herkennen bij ministeriële regeling voor een periode van vijf
jaar aan te wijzen. Kan de regering nader uiteenzetten op welke wijze de Kamer bij
het opstellen van een mogelijke ministeriele regeling wordt geïnformeerd? Deze leden
constateren daarbij dat gemeenten op basis van een AMvB signalen kunnen vastleggen
die voor hen aanleiding zijn om op eigen initiatief schuldhulpverlening te verlenen.
Zij vragen of er bij het opstellen van een dergelijke AMvB een voorhang volgt.
De leden van de SP-fractie constateren dat 1 a 1,5 miljoen huishoudens problematische of risicovolle schulden
hebben en achten schulden daarmee een groot maatschappelijk probleem.
De leden van de SP-fractie vinden armoedebestrijding, een hoger minimumloon en een
hoger sociaal minimum belangrijk om de structurele oorzaken van schulden aan te pakken.
De leden van de SP-fractie betreuren het dat er slechts een heel klein deel van de
mensen met schulden daadwerkelijk geholpen worden.
De leden van de SP-fractie hechten veel belang aan vroegsignalering en een laagdrempelige
schuldhulpverlening. In dat kader begroeten zij voorstellen voor vroegsignalering
van schulden met vreugde. Wel vinden deze leden het van groot belang dat gegevensuitwisseling
in het kader van vroegsignalering in lijn is met de Algemene Verordening Gegevensbescherming
(AVG), in lijn is met privacyregels en dat uitwisseling van gegevens niet uitgebreider
of langduriger is dan strikt noodzakelijk. De leden van de SP-fractie vragen welke
waarborgen de regering hiervoor heeft ingebouwd. Specifiek willen deze leden weten
welke waarborgen er zijn om datalekken te voorkomen. Zij zijn van mening dat gemeenten
verkregen gegevens niet langer dan zes maanden mogen behouden. Waarom mogen gemeenten
de gegevens bewaren zo lang als noodzakelijk en is dit niet duidelijk beperkt tot
zes maanden?
De leden van de SP-fractie zijn voorts, in navolging van de Raad van State, van mening
dat het onwenselijk is dat experimenteerruimte voor het aanwijzen van nieuwe gegevens
per ministeriele regeling geregeld kan worden. Zij vinden dat niet in lijn met de
aard van de ministeriele regeling en zien te veel ruimte voor het ongelimiteerd toevoegen
van allerlei gegevens. De leden van de SP-fractie stellen voor dit per AMvB met zware
voorhang te doen en de experimenteerruimte tevens te beperken tot twee jaar.
De leden van de SP-fractie zien wel dat achterstanden bij de betaling van de hypotheek
ook relevant kunnen zijn bij vroegsignalering. In hoeverre is dat mogelijk met voorliggend
wetsvoorstel? Indien dit niet het geval is, is het mogelijk om hypotheekachterstanden
nu al toe te voegen? Wat is de visie van de regering hierop?
De leden van de PvdA-fractie vragen of de regering het wenselijk acht dat commerciële partijen, bijvoorbeeld postorderbedrijven,
eveneens gegevens kunnen uitwisselen ten behoeve van vroegsignalering.
De leden van de PvdA-fractie vragen of de regering overweegt ook de gegevens van hypotheekverstrekkers
een plek te geven in wet- en regelgeving.
1.2 Gegevensuitwisseling besluit toegang en plan van aanpak schuldhulpverlening
De leden van de VVD-fractie lezen met instemming dat de regering expliciet benadrukt dat zelfstandigen zonder
personeel (zzp’ers) en ondernemers toegang hebben tot gemeentelijke schuldhulpverlening.
Kan de regering toelichten op welke manier gemeenten hiermee om horen te gaan en welke
instrumenten zij hebben, bijvoorbeeld een bedrijfscoach of een krediet uit het besluit
bijstandsverlening zelfstandigen, om hen te helpen het schuldenprobleem op te lossen
en de onderneming te kunnen voortzetten?
Om de juridische risico’s van digitale gegevensuitwisseling bij schuldhulpverlening
weg te nemen, vinden de leden van de CDA-fractie het belangrijk dat de regelgeving goed wordt afgestemd op de privacyregels van de
AVG.
De leden van de CDA-fractie merken op dat in een AMvB op grond van artikel 8 personen
en instanties zullen worden aangewezen die aan het college van burgemeester en Wethouders
(B&W) gegevens en inlichtingen verstrekken waarvan kennisgeving noodzakelijk is voor
uitvoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs). Deze leden zijn benieuwd
naar de uitwerking hiervan en vernemen graag van de regering hoe het voorliggende
wetsvoorstel zich in dat verband verhoudt tot het eind 2020 te verwachten wetsvoorstel
van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties inzake het wegnemen
van knelpunten in relatie tot gegevensuitwisseling en privacy in het sociaal domein.
De leden van de SP-fractie zijn van mening dat extra zorgvuldig omgesprongen moet worden met alle data rondom
de gezondheid. Wat is de visie van de regering? Deze leden vragen welke data over
gezondheid gedeeld kunnen worden. Als iemand bijvoorbeeld een aanvullende verzekering
heeft voor geestelijke gezondheidszorg, kan de gemeente deze informatie dan krijgen?
Of is zeker gesteld dat enkel informatie over betalingsachterstanden betreffende gezondheidszorg
gedeeld worden, en geen andere zaken waaruit privacygevoelige informatie gehaald kan
worden? Graag zien de leden van de SP-fractie voldoende waarborgen voor bescherming
van privacygevoelige gezondheidsgegevens.
De leden van de SP-fractie vragen hoe het met het maatschappelijk verantwoord incasso
van overheidsinstanties staat.
De leden van de SP-fractie vinden het een goede zaak dat schuldenaren voortaan een
officiële beschikking krijgen, waartegen zij in bezwaar kunnen, over de schuldhulpverlening.
Deze leden vragen of het aantal afwijzingen naderhand ook cijfermatig inzichtelijk
gemaakt kan worden, inclusief de categorie reden waarom. Heeft de regering er zicht
op of en in welke mate gemeenten nog jongeren en ex-ondernemers afwijzen voor schuldhulpverlening?
Uitvoeringsorganisaties wijzen op het belang van nazorg. De leden van de PvdA-fractie vragen op welke wijze de wet borgt dat noodzakelijke gegevens voor nazorg eveneens
uitgewisseld kunnen worden.
2. Verhouding tot hoger recht en nationale regelgeving
2.1 Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)
De leden van de PvdA-fractie vragen of de regering expliciet kan ingaan op de mogelijke spanning of strijdigheid
met privacywetgeving en -regelgeving van onderdelen van het wetsvoorstel.
3. Gevolgen
3.1 Doenvermogen en privacy van en regeldruk voor burgers
De leden van de VVD-fractie lezen in de memorie van toelichting dat de Wgs een kader biedt en dat de lasten en
lastenvermindering die burgers ervaren, afhangt van hoe gemeenten en schuldeisers
de hulpverlening in de praktijk brengen. Zij vragen in hoeverre de regering de mogelijkheid
heeft om handvatten/best practices mee te geven aan de gemeenten om zo de lasten die
burgers ervaren zo veel mogelijk te verminderen. Ook vragen deze leden of het voorstel
naast extra bereik, niet vooral met het eerdere bereik een oplossing biedt voor mensen
die in de schulden raken. Hoe verhoudt deze inzet zich tot de mogelijkheid voor een
schuldenaar om een hulpaanbod altijd te mogen afwijzen? Welke gevolgen heeft afwijzing
van eerdere hulp, bijvoorbeeld bij de instroom in het minnelijk- of Wet Schuldsanering
Natuurlijke Personen (WSNP)-traject?
Verder vragen de leden van de VVD-fractie de regering naar de waarborgen waarmee gemeenten
de verantwoordelijkheid voor het verwerken van persoonsgegevens voor schuldhulpverlening
kunnen invullen. Welke (technische) middelen kunnen gemeenten gebruiken om toegang
tot persoonsgegevens te beperken? In hoeverre krijgen de gemeenten handvatten mee
om datalekken en ongeoorloofd gebruik van dan wel toegang tot persoonsgegevens zo
veel mogelijk te beperken? Hoe kunnen gemeenten waarbij de verwerking van persoonsgegevens
is uitbesteed hiermee omgaan? De leden van de VVD-fractie vragen daarbij of gemeenten
en bedrijven de verwerkingsovereenkomst als werkbaar inschatten.
3.2 Regeldruk gemeenten
De leden van de GroenLinks-fractie maken zich enigszins zorgen over de consequenties die deze wet heeft voor de uitvoering
door gemeenten. Zij verwachten een toeloop door deze wet. Dat is ook de bedoeling,
dat er meer mensen in beeld komen, maar dat betekent ook dat gemeenten meer mensen
moeten gaan helpen. Op termijn kan dat kosten besparen, maar is de regering het met
deze leden eens dat de kosten hier voor de baten uit gaan? Dus dat het wellicht nodig
is om eerst te investeren, voordat het iets oplevert? Is de regering bereid om gemeenten
daarin tegemoet te komen?
De Raad van State stelt dat het van belang is op welke wijze in het geval van een
mogelijk tekort de noodzakelijke uitvoering zal worden gewaarborgd. De leden van de
GroenLinks-fractie vragen de regering hier nader op in te gaan. Voorts vragen deze
leden of de regering voornemens is om een vervolg uitvoeringstoets op organisatorisch
en financieel gebied uit te voeren, conform Artikel 2 van de Financiële Verhoudingswet.
Indien vroegsignalering succes heeft, zal dit extra inspanningen van gemeenten vergen.
De leden van de PvdA-fractie vragen op welke wijze geborgd is dat gemeenten over voldoende financiële capaciteit
beschikken om het uitgebreide takenpakket uit te voeren en alle inwoners te helpen
die dat nodig hebben.
De leden van de SGP-fractie constateren dat het wetsvoorstel slechts in zeer algemene zin benoemt dat gemeenten
afspraken moeten maken met schuldeisers en dat bevoegdheden die regelmatig nodig blijken
voor adequate doorzetting van de schulphulpverlening ontbreken. Zij vragen hoe de
regering omgaat met de constateringen dat onder meer het ontbreken van duidelijk afstemming
met het beschermingsbewind in de praktijk problematisch werkt en dat samenwerking
tussen betrokkenen zonder duidelijker regie moeizaam is. Waarom treft het wetsvoorstel
op dit punt niet een uitgebreider regeling, zo vragen zij.
3.3 Gevolgen voor schuldeisers
De leden van de VVD-fractie onderschrijven dat huurachterstanden een goede graadmeter zijn voor problematische
schulden. Wel zijn zij blij te lezen dat de verplichting in de praktijk vooralsnog
alleen voor woningcorporaties gaat gelden. Tegelijkertijd kunnen deze leden zich ook
voorstellen dat kleine verhuurders zich wel verantwoordelijk voelen voor hun huurders.
Op welke wijze is het voor hen mogelijk om toch melding te maken van betalingsachterstanden
van de huurder?
4. Advies en consultatie
4.1 Bestuurlijke reactie VNG en uitvoeringstoets NVVK
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de zorgen van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)
over voldoende capaciteit en middelen voor de hulp aan burgers van wie gemeenten de
betalingsachterstanden kennen. Is de regering voornemens om een vervolg uitvoeringstoets
op organisatorisch en financieel gebied uit te voeren, conform artikel 2 van de Financiële
Verhoudingswet, zoals gesuggereerd door de VNG?
De leden van de SGP-fractie constateren dat het wetsvoorstel gepresenteerd wordt als een aanpak om louter een
basis te creëren voor de uitwisseling van persoonsgegevens, terwijl daarin niet alleen
de mogelijkheid wordt geregeld voor het uitwisselen van informatie voor vroegsignalering,
maar dat ook een nieuwe verplichting voor gemeenten tot vroegsignalering wordt geïntroduceerd.
Deze leden vragen waarom de nieuwe verplichting in het wetsvoorstel onderbelicht is.
Deze leden hebben in het nader rapport geen overtuigende reactie gelezen op de zorg
dat de verplichting tot vroegsignalering voor gemeenten in potentie veel werk kan
opleveren. Zij wijzen ook op de constatering van de VNG bij de consultatie dat een
diversiteit bestaat in de mate waarin gemeenten gegevens ontsluiten en vroegsignalering
vormgeven en het pleidooi voor een kan-bepaling als het gaat om het ontvangen van
gegevens. Zij vragen de regering de uitvoerbaarheid nader te onderbouwen, juist als
het gaat om de gemeenten die nog niet zeer actief zijn.
4.2 Nationale ombudsman
De leden van de CDA-fractie stellen vast dat de aanbevelingen van de Nationale ombudsman grotendeels door de
regering zijn overgenomen. Dit geldt echter niet voor het advies om wettelijke termijnen
op te nemen waarbinnen overheidsinstanties moten reageren op een verzoek van schuldhulpverleners
om een schuldenoverzicht en een voorstel voor een schuldenregeling. Waarom neemt de
regering dit advies niet over? Deze leden zien een nadere toelichting graag tegemoet.
De leden van de D66-fractie constateren dat de Nationale ombudsman adviseert wettelijke termijnen op te nemen
voor overheidsinstanties waarbinnen zij moeten reageren op een verzoek van schuldhulpverleners.
Kan de regering uiteenzetten wat de stand van zaken is met betrekking tot de inspanningen
die het kabinet hierop pleegt in de Rijksincassovisie?
De leden van de SP-fractie vinden dat de regering in moet gaan op het verzoek van de Nationale ombudsman voor
het opnemen van een wettelijke reactietermijn voor overheidsinstanties waarbinnen
zij moeten reageren op een verzoek van schuldhulpverleners voor een schuldenoverzicht.
Wat zijn de overwegingen en kan dit alsnog gebeuren?
II. ARTIKELGEWIJS
Artikel I, onderdeel A
De leden van de SGP-fractie vragen waarom de regering gekozen heeft voor de aanduiding cliënt voor de inwoner
die schulphulpverlening ontvangen. Zij vinden de term niet fraai in de relatie tussen
burger en overheid, zeker niet in de sfeer van schuldhulpverlening.
De voorzitter van de commissie, Rog
De adjunct-griffier van de commissie, Kraaijenoord
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.R.J. Rog, voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede ondertekenaar
S. Kraaijenoord, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.