Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van den Hul over “schoolboeken en ander lesmateriaal waarin veel minder vrouwen dan mannen staan en relatief weinig personages met een niet-westerse naam”
Vragen van het lid Van den Hul (PvdA) aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over schoolboeken en ander lesmateriaal waarin veel minder vrouwen dan mannen staan en relatief weinig personages met een niet-westerse naam (ingezonden 14 november 2019).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) en van Minister
Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 2 december 2019).
Vraag 1
Herinnert u zich uw toezegging dat u het gesprek wilt aangaan met educatieve uitgevers
over stereotypen in schoolboeken?1 Wat heeft u sindsdien ondernomen om aan deze toezegging gestalte te geven?
Antwoord 1
Ja (zie hieronder).
Vraag 2, 3, 5
Hoe beoordeelt u in dit licht het onderzoek van de Universiteit Leiden2, waarbij in schoolboeken sprake bleek van stereotypering in de zin dat vrouwen systematisch
ondervertegenwoordigd zijn en minder vaak een beroep hebben dan een man, terwijl de
onderzoekers bij mannen juist vaker personages zagen die topsporter of wetenschapper
waren, of iets technisch deden?
Hoe beoordeelt u dat het aantal niet-westerse namen in schoolboeken achterblijft bij
het aantal niet-westerse mensen in de samenleving, terwijl volgens het CBS 13,4% van
de bevolking van niet-westerse afkomst is?
Deelt u de zorg van de Leidse onderzoekers dat «kinderen [...] heel gevoelig [zijn]
voor juist subtiele, verstopte boodschappen»? Zo ja, welke consequenties verbindt
u hieraan voor de voortgang van de gesprekken met educatieve uitgevers? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 2, 3, 5
Het past de regering, gezien de vrijheid van het onderwijs en meningsuiting, de autonomie
van scholen en de professionele ruimte van leraren, niet een oordeel te geven over
leermiddelen. Met enige regelmaat krijgt het kabinet vragen over de inhoud van leermiddelen.
De regering hecht eraan de formele verantwoordelijkheidsverdeling omtrent de inhoud
en (redactionele) uitvoering van leermiddelen te respecteren. Zoals de Minister voor
Basis- en Voortgezet Onderwijs en zijn voorgangers aan uw Kamer in vele eerdere schriftelijke
vragen hierover ook al hebben aangegeven, is het niet aan het kabinet om de inhoud
van leermiddelen te beoordelen, maar aan scholen. We hebben, via de vrijheid van onderwijs,
grondwettelijk verankerd dat scholen het onderwijs zelf mogen inrichten en daarbij
leermiddelen van hun keuze mogen gebruiken. Dat past bij de autonomie van scholen
en de professionele ruimte van leraren om daarin eigen afwegingen te maken. Tegelijkertijd
is onderdeel van die vrijheid dat scholen de verantwoordelijkheid hebben om richting
ouders en leerlingen aanspreekbaar te zijn op de gemaakte keuzes en de omgang met
leermethoden. Ouders en leerlingen kunnen kwesties via de vertegenwoordiging in de
medezeggenschapsraad bij het schoolbestuur aankaarten. Daarnaast kan een klacht worden
ingediend via de daarvoor geldende klachtenregeling.
Het onderzoek van prof. dr. Mesman laat onder andere zien dat er in Nederlandse schoolboeken
voor de vakken wiskunde en Nederlands minder vrouwelijke dan mannelijke personages
voorkomen en ook relatief weinig personages met een niet-Westerse achtergrond. De
ondervertegenwoordiging en stereotypering die prof. dr. Mesman met haar onderzoeksteam
vond, was vooral impliciet en subtiel, overduidelijke stereotypen zijn bijna niet
gevonden. Prof. dr. Mesman geeft aan dat uit eerdere wetenschappelijke onderzoeken
is gebleken dat kinderen juist gevoelig zijn voor dergelijke subtiele, verstopte boodschappen.
Het is belangrijk dat leerlingen de ruimte hebben om te kunnen worden wie zij willen
worden, zonder dat zij onbewust worden beperkt door deze subtiele en impliciete, stereotiepe
beelden. We hebben de onderzoeken dan ook met interesse gelezen en vinden het belangrijk
dat uitgeverijen ook daarover met elkaar in gesprek blijven.
Vraag 4
Vindt u dat educatieve uitgevers nu voldoende doortastend optreden door de uitkomsten
van het onderzoek te gaan bespreken met de auteurs van de boeken? Waarom (niet)?
Antwoord 4
Het is goed om te zien dat uitgeverijen zelf het initiatief hebben genomen op dit
thema door hun lesmateriaal beschikbaar te stellen voor het onderzoek van de Universiteit
Leiden. In totaal kreeg prof. dr. Mesman zestien lesboeken voor wiskunde en zeventien
lesboeken voor Nederlands van de verschillende uitgevers. De uitgevers hebben vanaf
het begin meegewerkt aan het onderzoek van prof. dr. Mesman, omdat zij benieuwd waren
naar de resultaten. De uitgevers gaan de resultaten van het onderzoek bespreken met
hun auteurs.
Vraag 6
Kunt u deze vragen beantwoorden voorafgaand aan het algemeen overleg over emancipatie
van 2 december a.s.?
Antwoord 6
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media -
Mede ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.