Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kops over de schadelijke gezondheidseffecten van klimaatbeleid
Vragen van het lid Kops (PVV) aan de ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de schadelijke gezondheidseffecten van klimaatbeleid (ingezonden 22 oktober 2019).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 28 november
2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «GGD: Klimaatplannen mogelijk schadelijk voor gezondheid»?1
Antwoord 1
Ja. Het bericht heeft betrekking op de reacties die tien regionale GGD’s hebben ingediend
bij de internetconsultatie over het klimaatbeleid.
Vraag 2
Hoe reageert u op de brief van tien regionale GGD’s, waarin zij schrijven dat uw klimaatbeleid
– waaronder windmolens, biomassacentrales en verduurzaamdehuizen – schadelijk kan
zijn voor de gezondheid?
Antwoord 2
Uiteraard onderschrijf ik de oproep om aandacht te besteden aan de gezondheids- en
veiligheidseffecten van het klimaatbeleid. Een eerste globale vergelijking tussen
verdwijnende en verschijnende risico’s is mogelijk aan de hand van twee recente studies
waartoe ik opdracht heb gegeven: het RIVM-rapport over verdwijnende gezondheids- en
veiligheidsrisico’s door de afbouw van fossiele energie, en een rapport over veiligheidsrisico’s
van nieuwe energietechnologieën door het Analistennetwerk Nationale Veiligheid.2 Op hoofdlijnen laten deze twee rapporten zien dat het goed realiseerbaar is om het
nieuwe energiesysteem minstens even gezond en veilig te maken als het huidige. Het
kabinet heeft eerder uitgesproken dat veiligheid een belangrijke randvoorwaarde is
voor de energietransitie. Daarom zal ik over enkele maanden uw Kamer een brief sturen
met een nadere reactie op die rapporten, en daarbij tevens benoemen welke algemene
beleidsuitgangspunten voor het omgaan met veiligheidsrisico’s van de energietransitie
mij voor ogen staan. Ik zal in deze brief ook nader ingaan op de brief van de GGD’s
en op een bericht over lekkage van broeikasgas uit windturbines, zoals verzocht door
de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat.
Vraag 3
Deelt u de conclusie van de GGD’s «dat het niet altijd de eerste natuur van de overheid
is om het effect op de gezondheid mee te wegen in het [klimaat]beleid»?
Antwoord 3
Nee, ik deel deze conclusie niet en ik denk dat het antwoord op vraag 2 dit illustreert.
Vraag 4
Deelt u de conclusie dat omwonenden van windmolens te kampen hebben met geluidshinder
(laagfrequent geluid)? Bent u ertoe bereid die ondingen neer te halen?
Antwoord 4
Ik besef dat het geluid van windmolens door omwonenden als overlast kan worden ervaren.
Om deze overlast zoveel mogelijk te voorkomen, zijn er wettelijke normen voor de maximale
hoeveelheid geluid van windmolens. Dit beslaat het hele geluidsspectrum, dus ook laagfrequent
geluid. Deze normen worden door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vastgesteld
en zijn opgenomen in het Activiteitenbesluit milieubeheer en na inwerkingtreding van
de Omgevingswet in het Besluit Kwaliteit Leefomgeving. Als windmolens zijn gebouwd,
wordt getoetst of deze windmolens ook daadwerkelijk voldoen aan deze normen.
Vraag 5
Deelt u de conclusie dat bewoners eveneens last hebben van de herrie die warmtepompen
maken? Bent u ertoe bereid burgers niet te verplichten hun huis te verduurzamen?
Antwoord 5
De toepassing van warmtepompen kan leiden tot een toename van geluidhinder. De Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft daarom een wijziging van
het Bouwbesluit 2012 in procedure (Kamerstuk 32 757, nr. 153) met daarin geluidseisen voor de toepassing van warmtepompen. Deze wijziging van
het Bouwbesluit treedt naar verwachting op 1 juli 2020 in werking. Verduurzaming kan
leiden tot een verbetering van gezondheid en comfort van gebouwen, zoals de GGD’s
eveneens aangeven, maar burgers zijn niet verplicht om hun huis te verduurzamen.
Vraag 6, 7
Deelt u de conclusie dat ook biomassa geenszins bevorderlijk is voor de gezondheid
en allesbehalve – zoals u het zelf noemt – «duurzaam» is?3
Deelt u de conclusie dat uw klimaatbeleid niet alleen onzinnig en onbetaalbaar is,
maar ook schadelijk voor de gezondheid? Bent u ertoe bereid te stoppen met deze klimaatwaanzin,
geen enkele windmolen en biomassacentrale meer te bouwen en burgers niet te verplichten
hun huis te verduurzamen?
Antwoord 6, 7
Bij het verbranden van biomassa komt inderdaad CO2 vrij. Op basis van internationale afspraken telt de uitstoot bij het verbranden van
biomassa echter niet mee voor de nationale emissies, omdat de uitstoot eerder al wordt
geregistreerd op de plek waar de biomassa wordt geoogst.
Het kabinet is ervan overtuigd dat de inzet van duurzame biomassa noodzakelijk is
voor de verduurzaming van onze economie en het realiseren van de klimaatopgave. Daarbij
gelden voor het kabinet twee uitgangspunten: alleen duurzame biomassa kan een bijdrage
leveren aan de transitie naar een CO2-arme en circulaire economie, en duurzame biomassa moet uiteindelijk zo beperkt en
hoogwaardig mogelijk worden ingezet. Om te borgen dat er daadwerkelijk een positief
klimaateffect wordt bereikt met de inzet van biomassa, vindt het kabinet het van groot
belang dat er duurzaamheidseisen gelden voor de gebruikte biomassa. Op basis van deze
uitgangspunten heeft het kabinet verschillende acties in gang gezet rond duurzame
biomassa. Uw Kamer is op 4 juli 2019 geïnformeerd over de uitwerking van deze acties.4 Verder verwijs ik graag naar de beantwoording van de vragen die het lid Koops mij
hierover op 3 oktober 2019 stelde5, naar de beantwoording van de vragen die de leden Sienot (D66), Dik-Faber (ChristenUnie)
en Agnes Mulder (CDA) over het gebruik van biomassa als energiebron6, en naar mijn bief over biomassa.7
In het Klimaatakkoord is overigens afgesproken dat het kabinet als onderdeel van de
Investeringssubsidie Duurzame Energie (ISDE) kritisch zal kijken naar de wenselijkheid
van verdere stimulering van kleinschalige verbranding van biomassa (in pelletkachels en installaties met een vermogen minder
dan 0,5 MW). Zoals de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat heeft aangekondigd
in de Hoofdlijnenbrief Schone Lucht Akkoord8 volgt het kabinet het advies van SEO Economisch Onderzoek om de subsidie voor pelletkachels
af te schaffen. Zoals vermeld in mijn brief9 aan uw Kamer blijkt daarnaast uit recent onderzoek dat de negatieve effecten van
de uitstoot van koolmonoxide, fijnstof en met name stikstof door biomassaketels groter
zijn dan het positieve effect van de CO2-reductie. Daarom zullen pelletkachels en biomassaketels per 1 januari 2020 niet langer
via de ISDE worden gesubsidieerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.