Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Groothuizen, Den Boer en Verhoeven over paspoorthandel op Malta
Vragen van de leden Groothuizen, Den Boer en Verhoeven (allen D66) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken, van Justitie en Veiligheid, van Financiën en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over paspoorthandel op Malta (ingezonden 2 oktober 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister van Financiën
en de staatssecretarissen van Economische Zaken en Klimaat en van Justitie en Veiligheid
(ontvangen 28 november 2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020,
nr. 546.
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Paspoorthandel: schatrijke buitenlanders kopen staatsburgerschap
op Malta1», «Wat is de rol van deze Nederlandse hoogleraar bij omstreden paspoorthandel?»2 en «Onderzoek naar Groningse hoogleraar vanwege paspoorthandel Malta»?3
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoeveel paspoorten en visa heeft Malta in de afgelopen vijf jaar verkocht?
Antwoord 2
Volgens het rapport van de Office of the Regulator on the Individual Investor Programme
(ORiip) d.d. november 2018, zijn er tot 1 juli 2018 961 paspoorten afgegeven.4
Vraag 3
Welke nationaliteiten hebben de personen die deze paspoorten en visa hebben gekocht?
Antwoord 3
Volgens hetzelfde Oriip-rapport is er voor wat betreft paspoortafgifte over de periode
1 juli 2015 tot 1 juli 2018 een geografische verdeling bekend: 266 uit Europa, 70
uit Azië, 67 uit de Golfregio, 36 uit Afrika, 20 uit Noord Amerika, 16 uit het Midden
Oosten, 4 uit Zuid Amerika, 3 uit het Caribisch gebied en 1 uit Oceanië. In de eerste
editie van het rapport (2014) en de tweede editie (2015) is de geografische verdeling
voor wat betreft aanmeldingen wel bijgehouden maar niet de afgifte.
Vraag 4
Is het mogelijk dat Malta paspoorten verkoopt aan mensen die (elders) in de EU worden
verdacht van of zijn veroordeeld voor ernstige strafbare feiten, zoals witwassen of
corruptie? Zo ja, hoe beoordeelt u dat? Zo nee, hoe kunt u dat garanderen?
Antwoord 4
De Maltese overheid geeft aan dat zij bij de aanvraag voor een Maltees paspoort een
uitgebreide due dilligence toets uitvoert, onder meer bestaande uit het checken van Interpol en Europol en voor
niet-EU burgers de standaard Schengentoetsing (check op onder meer EURODAC) en een
toets of het politically exposed persons betreft dan wel of zij op een internationale sanctielijst voorkomen. Daarnaast
wordt aanvullend onderzoek gedaan in het land van herkomst naar de achtergronden van
de betreffende investeerder en gezinsleden, wat kan bestaan uit interviews met personen
die de betrokkenen kennen.
Een dergelijke uitgebreide toets is helaas nooit een garantie dat er geen paspoort
wordt verkocht aan de in de vraag genoemde personen.
Vraag 5
Hoe beoordeelt u de verkoop van paspoorten door de overheid van Malta, waarbij iemand
zich voor 900.000 euro kan laten naturaliseren tot Maltees, waarmee iemand indirect
ook het EU-burgerschap kan kopen?
Antwoord 5
Het kabinet acht het zogenoemd verkopen van paspoorten, waardoor een derdelander ook
het EU-burgerschap kan verkrijgen, een onwenselijke wijze van naturalisatie. Evenwel
bepaalt elke staat zelf, op grond van internationaal recht en met inachtneming van
de daarin gegeven beperkingen, op basis van zijn eigen wetgeving wie zijn onderdanen
zijn. Deze nationale wetgeving wordt door andere Staten geaccepteerd voor zover zij
overeenstemt met internationaal recht. Het is aan het land om vast te stellen of aan
nationale (wettelijke) voorwaarden voor verstrekking van een paspoort is voldaan.
Vraag 6
Deelt u de mening dat de mogelijkheid om paspoorten te kopen criminaliteit in de hand
kan werken en een halt toegeroepen zou moeten worden? Deelt u voorts de mening dat
het überhaupt niet mogelijk zou moeten zijn om het Europese burgerschap te kunnen
kopen? Wat gaat u doen om deze problematiek aan te kaarten bij uw Europese, en in
het bijzonder uw Maltese collega’s?5
Antwoord 6
De mogelijkheid om een paspoort te verkrijgen op basis van een investering kan criminaliteit
in de hand werken indien er geen goede toets is op openbare orde.
Met betrekking tot de tweede vraag verwijs ik naar het antwoord op vraag 5.
Met betrekking tot de derde vraag wijs ik erop dat de bezorgdheid om regelingen, op
basis waarvan paspoorten kunnen worden afgegeven aan buitenlandse investeerders, breder
leeft binnen de EU. Zo heeft de Europese Commissie naar aanleiding van haar rapport
over Investor Citizenship and
Residence Schemes
2 van 23 januari jl. aangegeven dat zij de genoemde regelingen zal monitoren. Bovendien
heeft zij een expertgroep in het leven geroepen die de risico’s van deze regelingen
nader onderzoekt. Naar aanleiding daarvan bereidt de Commissie een gezamenlijke set
van veiligheidschecks voor om risico’s op het gebied van veiligheid, witwassen en
corruptie tegen te gaan. Op basis van de uitkomst van dit initiatief van de Commissie
wil het Kabinet de dialoog – bij voorkeur op EU-niveau – over genoemde regelingen
aangaan.
Vraag 7
Deelt u de mening dat het verkrijgen van een EU-paspoort een logische vervolgstap
kan zijn in het wegsluizen van grote sommen geld en vermogensbestanddelen, en daarmee
in feite een schakel in corruptie en witwassen is, omdat het na het veiligstellen
van vermogen logisch is dat mensen ongestoord van hun vermogen willen kunnen genieten?
Zo ja, is hier dan geen sprake van het mogelijk faciliteren van corruptie en witwassen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Ik kan niet uitsluiten dat er gevallen zijn waarin het verkrijgen van een EU-paspoort
een schakel vormt in een groter corruptie- en witwasplan. Of dit feitelijk het geval
is en of er daarbij sprake is van het faciliteren van corruptie en witwassen, vergt
per geval een beoordeling. Zoals gemeld in de beantwoording van vraag6 heeft Malta aangegeven een uitgebreide due dilligence toets uit te voeren bij de
aanvraag van een paspoort.
Vraag 8
Deelt u de mening dat het indirect kunnen kopen van het EU-burgerschap de veiligheid
en integriteit van het vrije verkeer van personen in de Europese Unie kan ondermijnen?
Zo ja, wat gaat u daaraan doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Vanuit het oogpunt van veiligheid en integriteit is het zorgelijk wanneer het kopen
van het EU-burgerschap de uitwerking heeft zoals die recent werd geschetst in de uitzending
van Nieuwsuur.
In het antwoord op vraag zes is aangegeven dat op EU-niveau dit risico ook wordt onderkend
en dat Nederland bij voorkeur in EU-verband de dialoog over dit soort regelingen wil
aangaan.
Vraag 9
In hoeverre is bekend of de personen die een paspoort of visum hebben gekocht in Malta,
daar ook verblijven of anderzijds een link hebben met Malta? Indien deze personen
niet in Malta verblijven maar daar wel een woonadres hebben, hoe beoordeelt u dat
en welke risico’s ziet u daarbij?
Antwoord 9
Het is mij niet bekend of genoemde personen die de Maltese nationaliteit hebben verkregen
ook daadwerkelijk in Malta wonen. Het hebben verkregen van een nationaliteit brengt
geen verplichting met zich mee om in het desbetreffende land te verblijven. Zo zijn
er ook personen met een Nederlands paspoort die zelden of nooit in Nederland verblijven.
Ten aanzien van de risico’s verwijs ik naar de beantwoording van vraag7 over initiatieven terzake van de Europese Commissie.
Vraag 10
Hoe heeft Nederland zich tot nu toe opgesteld in de Europese Unie als het gaat om
visa- en paspoorthandel, en in het bijzonder bij de inspanningen van de Europese Commissie
op dit terrein naar aanleiding van de initiatieven volgend op het rapport «Investor
Citizenship and Residence Schemes in the European Union»?8 Ziet u aanleiding om de opstelling van het Nederlandse kabinet te veranderen? Zo
ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Nederland heeft een expert afgevaardigd naar een bijeenkomst op 5 april jl. van de
expertgroep (Group of Member States Experts on Investor Citizenship and Residence
Schemes) die de Commissie in het leven heeft geroepen (zie ook vraag9 en is betrokken bij het opstellen van een rapport dat de Commissie aan het schrijven
is. Dit rapport zal naar verwachting aan het einde van het jaar openbaar worden. Zoals
in de beantwoording van vraag 6 is aangegeven, is het verstandig om de uitkomst van
deze initiatieven van de Commissie af te wachten en op basis daarvan de dialoog –
bij voorkeur op EU-niveau – over genoemde regelingen aan te gaan.
Vraag 11
Op welke wijze levert het kabinet expertise om de Europese Commissie te ondersteunen
in de monitoring van deze problematiek en wat voor resultaten heeft dit tot nu toe
opgeleverd? Kunt u bevestigen dat er inderdaad geen misbruik van bestaande regelingen
wordt gemaakt?10
Antwoord 11
Nederland heeft een expert afgevaardigd naar een bijeenkomst op 5 april jl. van de
expertgroep die de Commissie in het leven heeft geroepen (zie ook vraag11 en is betrokken bij het opstellen van een rapport dat de Commissie aan het schrijven
is. Dit rapport zal naar verwachting aan het einde van het jaar openbaar worden. Ik
kan op dit moment niet bevestigen dat er geen misbruik wordt gemaakt van bestaande
regelingen in andere lidstaten.
Vraag 12
Hoe beziet u het probleem dat EU-lidstaten zelf beslissen wie hun nationaliteit krijgt,
maar daarmee ook zelf beslissen wie het Europese burgerschap krijgt? Is dit wenselijk
volgens u? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 12
Op grond van internationaal recht, en met inachtneming van de daarin gegeven
beperkingen, bepaalt elke Staat op basis van zijn eigen wetgeving wie zijn onderdanen
zijn – en derhalve ook wie het EU-burgerschap verkrijgt. Deze wetgeving wordt door
andere Staten geaccepteerd voor
zover zij overeenstemt met internationaal recht. Het is aan het land om vast te
stellen of aan de nationale (wettelijke) voorwaarden voor verstrekking van een paspoort
is voldaan en om te voorkomen dat daardoor mogelijkerwijs criminelen worden gefaciliteerd.
Het kabinet is van mening dat het verlenen van de nationaliteit de bevoegdheid van
de EU-lidstaten moet blijven. Vanwege de relatie met het EU-burgerschap is het wel
wenselijk dat, wanneer het verlenen van de nationaliteit negatieve effecten zou hebben
voor andere lidstaten dit – het liefst op EU-niveau – met de desbetreffende lidstaat
wordt besproken. Zie ook het antwoord op vraag 6.
Vraag 13
Bent u ervan op de hoogte dat de AIVD eerder heeft gewaarschuwd voor de risico’s die
deze paspoorthandel met zich meebrengt? Zo ja, wat heeft u gedaan met deze waarschuwing?
Welke oplossingen draagt de AIVD aan en wat heeft u daar tot nu toe mee gedaan?
Antwoord 13
Ik verwijs in dit verband naar de brief aan uw Kamer van de Staatssecretaris van Justitie
en Veiligheid van 5 november jl. (kenmerk 2019Z21261). Daarin is vermeld dat vanuit het oogpunt van (nationale) veiligheid en openbare
orde het zorgelijk is wanneer het Maltese programma de uitwerking heeft zoals die
recent werd geschetst in de uitzending van Nieuwsuur. Belangrijk is daarom dat bij
regelingen van lidstaten waarbij derdelanders het recht krijgen om vrij binnen de
EU te reizen (zoals bij de paspoortregeling van Malta) een toets op gevaar voor (nationale)
veiligheid en openbare orde wordt uitgevoerd.
Vraag 14
Wat vindt u ervan dat de AIVD deze paspoorthandel een «gevaar voor de nationale veiligheid»
noemt? Bent u dit met de AIVD eens? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u dit toelichten?
Antwoord 14
Ik verwijs naar de brief van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 5 november
jl. (Kamerstuk 30 573, nr. 177) en de beantwoording van vraag 4 hierboven.
Vraag 15
Hoe beoordeelt u de waarschuwing van de AIVD dat door deze paspoorthandel «inlichtingenofficieren
met kwade bedoelingen vrij kunnen reizen binnen de EU»?
Antwoord 15
Ook voor dit antwoord verwijs ik naar de brief van de Staatssecretaris van Justitie
en Veiligheid van 5 november jl. (Kamerstuk 30 573, nr. 177) en de beantwoording van vraag 4 hierboven.
Vraag 16
In hoeverre is het u bekend dat deze zorgen ook bij inlichtingendiensten van andere
lidstaten leven? Welke kansen ziet u om samen op te trekken met andere lidstaten en
hun inlichtingendiensten om deze handel aan banden te leggen?
Antwoord 16
Er worden in het openbaar geen mededelingen gedaan over de informatievoorziening van
of de samenwerking met buitenlandse inlichtingendiensten.
Vraag 17
In welke andere EU-lidstaten is het mogelijk paspoorten en visa te kopen? Hoeveel
paspoorten en visa hebben deze lidstaten individueel verkocht? Welke nationaliteiten
hebben de personen die deze paspoorten en visa hebben gekocht? Welke zaken vallen
u op als u deze informatie bekijkt?
Antwoord 17
In het rapport van de Europese Commissie «Investor Citizenship and Residence Schemes
in the European Union» d.d. 23 januari jl. staat aangegeven, dat dergelijke paspoortregelingen
in drie lidstaten bestaan: Bulgarije, Cyprus en Malta. Wat betreft dergelijke visa
regelingen gaat het om twintig lidstaten: Bulgarije, Tsjechië, Estland, Ierland, Griekenland,
Spanje, Frankrijk, Kroatië, Italië, Cyprus, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland,
Polen, Portugal, Roemenië, Slowakije en het VK.
De regering beschikt niet over eigenstandige gegevens ten aanzien van de verstrekking
van paspoorten en visa aan derdelanders. Het hierboven aangehaalde rapport van de
Europese Commissie stelt bovendien dat beschikbare informatie hierover incompleet
is.
Vraag 18
Welk verband is er volgens u tussen de moord op journaliste Caruana Galizia, die veel
onderzoek deed naar de paspoorthandel, en de Maltese overheid die verantwoordelijkheid
draagt voor de paspoorthandel in Malta? Hoe kijkt u naar het besluit dat is genomen
door de Maltese overheid om een openbaar en onafhankelijk onderzoek in te stellen
naar de moord?
Antwoord 18
In de beantwoording van de vragen van uw Kamer over het moordonderzoek naar Daphne
Caruana Galizia (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 867) heb ik verwelkomd dat de Maltese regering onlangs, conform de aanbeveling van de
Raad van Europa, een openbaar onderzoek heeft ingesteld. Het kabinet ziet dit als
een teken dat Malta de zaak serieus neemt en open staat voor de aanbevelingen van
gezaghebbende instituties zoals de Raad van Europa. De samenstelling van de onderzoekscommissie
is nog onderwerp van overleg tussen de regering en de familie. Het is aan de onderzoekscommissie
om het onderzoek op onafhankelijke wijze vorm te geven.
Ik verwacht dat de Maltese overheid pas na afronding van de volledige rechtsgang en
bovengenoemd openbaar onderzoek uitsluitsel zal kunnen geven over diverse vragen die
er leven rondom deze afschuwelijke moord.
Vraag 19
Hoe beoordeelt u de rol van de Nederlandse hoogleraar bij deze paspoorthandel?
Antwoord 19
Over de rol van deze hoogleraar kan het Kabinet op dit moment geen oordeel geven.
Zijn rol in de advisering van de Maltese overheid is onderwerp van een onafhankelijk
onderzoek dat onder verantwoordelijkheid van de Rijksuniversiteit Groningen zal worden
uitgevoerd.
Vraag 20
Bent u van mening dat hij voldoende onafhankelijk is om te kunnen opereren als onafhankelijk
academicus op de Rijksuniversiteit Groningen? Zo ja, waarom? Zo nee, welke consequenties
verbindt u daaraan?
Antwoord 20
Ook hierover kan het Kabinet op dit moment geen oordeel vellen. Het door de Rijksuniversiteit
Groningen in te stellen onderzoek zal hierover duidelijkheid moeten geven.
Vraag 21
Herinnert u zich de antwoorden op de Kamervragen van de leden Groothuizen en den Boer,
ingezonden op 24 januari 2019?12
Antwoord 21
Ja.
Vraag 22
Bent u van mening dat u het probleem van gouden paspoorten en visa voldoende serieus
neemt, gelet op uw eerdere antwoorden dat «het een probleem kan zijn als bij de afgifte
van «gouden paspoorten» en «gouden visa» door lidstaten onvoldoende wordt getoetst
op openbare orde en nationale veiligheid»? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 22
Het Kabinet neemt de risico’s van de afgifte van «gouden paspoorten» en «gouden visa»
zeer serieus. Omdat het een EU-breed vraagstuk is, kijkt Nederland in de eerste plaats
naar een aanpak op het niveau van de Europese Unie en steunt Nederland de Commissie
in het haar streven om de regelingen te monitoren op mogelijke risico’s en op verenigbaarheid
met het EU-recht.
Vraag 23
Hoeveel mensen hebben er sinds de invoering van de toelatingsregeling voor buitenlandse
investeerders13 in 2013 gebruik gemaakt van deze regeling? Kunt u aangeven of de regeling sinds hij
van kracht is wel eens misbruikt is, doordat het bijvoorbeeld is ingezet voor corrupte
doeleinden?
Antwoord 23
Tot nu toe zijn er minder dan 10 verblijfsvergunningen aan buitenlandse investeerders
afgegeven. Van misbruik van de regeling is het Kabinet niets bekend. Met name de inschakeling
van de Financial Intelligence Unit (FIU) in Nederland en in het land van herkomst
van de investeerder is een effectief middel om misbruik te voorkomen.
Vraag 24
Hoe effectief beoordeelt u de regeling? Bent u van mening dat de regeling wordt ingezet
waarvoor het oorspronkelijk bedoeld was? In hoeverre overweegt u de regeling stop
te zetten, gelet op het feit dat de Europese Commissie zorgen heeft over zogehete
«investor citizenship?
Antwoord 24
Nederland stelt, in vergelijking met overige lidstaten, hoge eisen aan haar invulling
van de toelatingsregeling die borgen dat de investering van toegevoegde waarde is
voor de Nederlandse economie en misbruik wordt voorkomen.
Investeringen binnen de regeling moeten van voldoende toegevoegde waarde zijn voor
de Nederlandse economie. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) is verantwoordelijk
voor de toetsing. Er is sprake van toegevoegde waarde als de investering aan twee
van de volgende criteria voldoet:14 Binnen vijf jaar worden ten minste 10 arbeidsplaatsen gecreëerd,15 De investering draagt bij aan vergroting van de innovativiteit van het Nederlandse
bedrijf,16 Er is sprake van een overige niet-financiële toegevoegde waarde, zoals specifieke
kennis, netwerken, afnemers en actieve betrokkenheid van de investeerder.
Ondanks de tegenvallende resultaten in het verleden, wil het kabinet bezien of via
het aanpassen van de regeling deze meer potentie krijgt om een bijdrage te leveren
aan het Nederlandse investeringsklimaat en (door)ontwikkeling van innovatieve bedrijven.
Dit is in lijn met de inzet zoals beschreven in de Kamerbrief «Technologie en Ondernemerschap;
de hoogste tijd voor een nieuwe impuls», van 3 juni 2019 van de Staatssecretaris van
Economische Zaken en Klimaat, waarin het belang van verbinding tussen startups en
buitenlandse investeerders wordt onderstreept. Mocht na één jaar blijken dat de regeling
deze potentie niet heeft, dan wordt zij afgeschaft. In dit jaar wordt rekening gehouden
met de door de Europese Commissie aankondigde gezamenlijk set van aanbevelingen inzake
veiligheidschecks op vergelijkbare regelingen om risico’s op het gebied van veiligheid,
witwassen en corruptie tegen te gaan.
De verplichte tussenkomst van de Nederlands Financial Intelligence Unit (FIU, onderdeel
van de politie belast met de bestrijding van witwassen) en die van het land van herkomst
blijft behouden om misbruik, bijvoorbeeld in de vorm van witwassen, in de toekomst
te blijven voorkomen. Met deze tussenkomst is de Nederlandse invulling van de regeling
binnen de Europese Unie uniek.
Vraag 25
Wat vindt u van het idee om bijvoorbeeld EuropOL of de Europese Commissie onafhankelijk
onderzoek te laten doen naar de paspoorthandel in Malta en andere lidstaten om onafhankelijk
te kunnen vaststellen wat de effecten, gevolgen en gevaren zijn van deze handel? Zo
nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid hiervoor te pleiten bij uw Europese collega’s?
Antwoord 25
Ik verwijs naar de beantwoording van vraag 6.
Vraag 26
Zijn er Nederlandse bedrijven, dan wel in Nederland ingeschreven bedrijven die actief
zijn in de handel in paspoorten? Zo ja, hoe beoordeelt u deze activiteiten vanuit
het oogpunt van het bestrijden van witwassen en corruptie?
Antwoord 26
Het is het Kabinet niet bekend dat Nederlandse dan wel in Nederland ingeschreven bedrijven
actief zijn in de handel in paspoorten.
Vraag 27
Hoe rijmt u de Nederlandse en Europese inzet op het bestrijden van grensoverschrijdende
criminaliteit zoals witwassen en corruptie tegenover de visa- en paspoorthandel die
zich in Malta en andere lidstaten afspeelt? Deelt u de mening dat dit tegenstrijdig
is met elkaar? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 27
Binnen de Europese Unie wordt actief ingezet op het tegengaan van onder meer witwassen.
Dit is ook de Nederlandse inzet, zie het recente gezamenlijke paper van Nederland
met Frankrijk, Duitsland, Spanje, Italië en Letland over Europees anti-witwastoezicht.
De actieve inzet leidt bijvoorbeeld tot regels op het gebied van openbare orde en
nationale veiligheid en tot EU-richtlijnen inzake het voorkomen en bestrijden van
witwassen. Deze maatregelen beogen complementair te zijn aan elkaar, niet strijdig.
Elke lidstaat van de Europese Unie is hieraan gehouden.
Vraag 28
Bent u nog steeds van mening dat «EU-regelgeving op dit gebied niet wenselijk [is]
en naar verwachting ook geen oplossing [biedt]», zoals geschetst in uw brief van 7 februari
jl.?17 Deelt u de mening dat het bestrijden van witwassen en corruptie een Europese aanpak
vraagt, zoals tevens ook bepleit door dit kabinet, en dat er dus ook kritisch gekeken
moet worden naar regelingen voor het verkrijgen van paspoorten en verblijfsvergunningen
in ruil voor investeringen, zowel door Nederland als door de andere lidstaten en de
Europese Unie tezamen?
Antwoord 28
Beide vragen kan ik bevestigend beantwoorden. Zie ook het antwoord op vraag 22.
Vraag 29
Bent u bereid deze vragen individueel te beantwoorden?
Antwoord 29
Ja.
Vraag 30
Bent u bereid deze vragen uiterlijk te beantwoorden voor aanvang van het plenaire
debat over de paspoorthandel in Malta?
Antwoord 30
Dat is afhankelijk van het tijdstip van dat debat.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Mede namens
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.