Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Postma en Palland over de arbeidskrapte in de kinderopvang en het niet kunnen inzetten van gediplomeerde kraamverzorgenden
Vragen van de leden De Pater-Postma en Palland (beiden CDA) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de arbeidskrapte in de kinderopvang en het niet kunnen inzetten van gediplomeerde kraamverzorgenden (ingezonden 20 november 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen
27 november 2019).
Vraag 1
Herinnert u zich de aangenomen motie van de leden Van Meenen en De Pater-Postma van
4 september 2019, waarin u is gevraagd om een arbeidsmarktvisie en een plan om de
arbeidskrapte in de kinderopvang op te lossen? Wanneer kan de Kamer dit plan tegemoetzien?
1
Antwoord 1
Ja. Zoals ik in mijn reactie heb aangegeven, ben ik met de sectorpartijen in gesprek
over de arbeidsmarktkrapte. Dit verloopt voorspoedig. Aan de hand van deze gesprekken
willen we gezamenlijk komen tot breed gedragen oplossingsrichtingen om de krapte aan
te pakken. Ik zal u hierover in de eerste helft van volgend jaar informeren.
Vraag 2
Bent u bekend met het bericht dat het tekort aan personeel in de kinderopvang blijft
toenemen en dat de kinderopvang samen met de bouw en horeca inmiddels tot de branches
behoort met het hoogste aantal openstaande vacatures? 2
Antwoord 2
Ja, het is mij bekend dat het steeds moeilijker wordt voor werkgevers om vacatures
voor pedagogisch medewerkers te vervullen. Ook het signaal uit de Quick Scan3 – dat het aantal openstaande vacatures in de kinderopvang tot een van de hoogste
behoort – is mij bekend.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het van groot belang is dat er voldoende personeel is voor het
op een verantwoorde en veilige manier kunnen opvangen van kinderen in de kinderopvang?
Antwoord 3
Ik hecht aan goede, veilige en financieel toegankelijke kinderopvang. Een kinderopvang
die ouders in staat stelt arbeid en zorg te combineren en zo de arbeidsparticipatie
bevordert. En een kinderopvang die kinderen stimuleert in hun ontwikkeling. Hiervoor
is het belangrijk dat er voldoende pedagogisch medewerkers beschikbaar zijn, zodat
zij kwalitief goede kinderopvang kunnen bieden.
Vraag 4
Is het u bekend dat de arbeidskrapte wordt vergroot door een door de sociale partners
vastgestelde en aangescherpte lijst met opleidingen, waardoor onder andere gediplomeerde
kraamverzorgsters niet kunnen worden ingezet?
Antwoord 4
De vraag naar kinderopvang is de afgelopen jaren sterk gestegen. Dit vind ik een positieve
ontwikkeling. Mede door deze stijging, is ook de vraag naar medewerkers sterk gegroeid.
De cao-partijen hebben in deze context op 30 mei 2018 een cao-akkoord bereikt. Hierin
is ook de lijst met opleidingen opgenomen die kwalificeren voor een functie in de
kinderopvang. Cao-partijen hebben destijds weloverwogen gekeken naar de kwalificatielijst.
Het beroep pedagogisch medewerker is een vak apart met unieke expertise en vaardigheden.
Ik wil hier wel bij aantekenen dat, behalve de opleiding, ook ervaring van een potentiële
werknemer ertoe doet. Een kandidaatwerknemer met een opleidingsachtergrond die niet
in de lijst met opleidingen is opgenomen, kan een gelijkstellingsverzoek indienen
bij de gelijkstellingscommissie van het Overleg Arbeidsvoorwaarden Kinderopvang. Zij
bekijken de relevante werkervaring, opleidingsachtergrond en gevolgde bij- en nascholing.4 Als een gelijkstellingsverzoek wordt verleend, is de medewerker gekwalificeerd bevonden
voor een functie in de kinderopvang. Een grote meerderheid van de verzoeken wordt
gehonoreerd. Deze procedure staat ook open voor gediplomeerde kraamverzorgsters.
Vraag 5
Deelt u de mening dat gediplomeerde en ervaren kraamverzorgsters in tijden van arbeidskrapte,
bij uitstek geschikt zijn om ingezet te worden op babygroepen in de kinderopvang?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
De lijst met diploma’s die kwalificeren voor een functie in de kinderopvang is een
resultaat van het cao-overleg van sociale partners. Cao-partijen hebben weloverwogen
gekeken naar de kwalificatielijst. Ik ben niet betrokken bij het overleg tussen cao-partijen.
Werkgevers en werknemers moeten in alle vrijheid tot een resultaat kunnen komen waar
zij allen achter kunnen staan. Zij zijn ook het beste geëquipeerd om te beoordelen
of een opleiding voldoende voorbereidt op het beroep pedagogisch medewerker.
Vraag 6
Constaterende dat de cao Kinderopvang tot eind 2019 loopt en de onderhandelingen over
een nieuwe cao reeds zijn begonnen en een goede gelegenheid bieden om de lijst met
opleidingen snel aan te passen en minder rigide te maken, bent u bereid om zo spoedig
mogelijk met de sociale partners in gesprek te gaan en hen te wijzen op hun verantwoordelijkheid
om arbeidskrapte tegen te gaan door aanpassing van de opleidingenlijst?
Antwoord 6
De sociale partners zijn zich terdege van deze verantwoordelijkheid bewust. Dit constateer
ik ook in de constructieve gesprekken die ik met vertegenwoordigers van de sector
voer over mogelijke oplossingen voor de arbeidsmarktkrapte. Het is verder niet aan
mij om mij te mengen in het cao-overleg.
Vraag 7
Wilt u daarbij in het bijzonder benadrukken dat de lijst zodanig moet worden aangepast,
dat gediplomeerde en ervaren kraamverzorgenden voortaan kunnen worden ingezet op de
babygroep? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Zoals ik heb aangegeven bij het antwoord op vraag 5 en 6 is het niet aan mij om mij
te mengen in het cao-overleg. Het oppakken van knelpunten rondom de vastgestelde lijst
van opleidingen is aan de sociale partners zelf en past niet bij de rol van het Ministerie
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Vraag 8
Wilt u tevens in het door u toegezegde actieplan aandacht besteden aan het kunnen
inzetten van zij-instromers, zoals nu ook in het onderwijs gebeurt, en aan de inzet
van kraamverzorgenden in de kinderopvang?
Antwoord 8
Zijinstroom is een van de onderwerpen die aan bod komen tijdens de gesprekken over
de arbeidsmarktkrapte in de kinderopvang. Dit zie ik, samen met de partijen, ook als
potentiële oplossing. Over de oplossingsrichtingen zal ik u in de eerste helft van
volgend jaar informeren.
Vraag 9
Wilt u deze vragen beantwoorden voor de begrotingsbehandeling van het Ministerie van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid in 2019?
Antwoord 9
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.