Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
35 350 V Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2019 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
Nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van
artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige
wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2019 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken;
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze
memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
B. ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGARTIKELEN
1. Leeswijzer begroting
De voorliggende Tweede suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten
opzichte van de Eerste suppletoire begroting 2019 van hoofdstuk V van de begroting
van het Rijk.
In onderdeel 2 wordt een beknopte toelichting gegeven op de wijzigingen die zijn opgetreden
binnen het totaal van de HGIS.
In onderdeel 3 worden de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Zaken
toegelicht.
Onderdeel 4 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Na
deze tabellen wordt een toelichting op de mutaties gegeven. Hierbij worden per artikel
de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in onderstaande staffel
conform de Rijksbegrotingsvoorschriften toegelicht. De wijzigingen van de verplichtingen
worden alleen toegelicht wanneer ze groter zijn dan 10% ten opzichte van de vorige
stand op artikelniveau.
Tabel: Ondergrenzen conform Rijksbegrotingsvoorschriften
Omvang begrotingsartikel
(stand ontwerpbegroting)
in € miljoen
Beleidsmatige mutaties
(ondergrens in € miljoen)
Technische mutaties
(ondergrens in € miljoen)
< 50
1
2
=> 50 en < 200
2
4
=> 200 < 1000
5
10
=> 1000
10
20
In onderdeel 5 staan de tabellen van de niet-beleidsmatige artikelen.
2. Wijzigingen in de omvang van de HGIS
In deze paragraaf wordt geschetst welke wijzigingen zijn opgetreden in de omvang van
de HGIS sinds de Voorjaarsnota 2019. Zoals uit de hiernavolgende tabellen blijkt,
nemen de uitgaven af met EUR 57,5 miljoen en nemen de ontvangsten toe met EUR 31,8
miljoen.
Wijzigingen in HGIS uitgaven vanaf Voorjaarsnota 2019 (bedragen x EUR 1 miljoen)
Uitgaven
Totaal
Wv. ODA
Stand uitgaven VJN 2019
6.287,8
4.675,6
Totaal mutaties
– 57,5
31,5
Stand uitgaven NJN 2019
6.230,3
4.707,1
De HGIS Standen zijn inclusief EU- en asieltoerekening
De afname van de uitgaven is het gevolg van meerdere mutaties. In de hiernavolgende
tabel zijn deze nader uitgesplitst.
Oorzaken uitgavenmutatie HGIS vanaf Voorjaarsnota 2019 (bedragen x EUR 1 miljoen)1
Totaal
Wv. ODA
Bijstellingen BNI (ODA) en prijscomponent BBP (non-ODA)
35,6
31,5
Overboekingen van en naar de HGIS
1,4
Desalderingen op ontvangsten
30,1
Kasschuif
– 53,0
Toevoeging middelenafspraak huisvesting
– 19,3
Verwachte onderuitputting
– 52,3
TOTAAL
– 57,5
31,5
X Noot
1
In de tabel komen afrondingsverschillen voor
Toelichting uitgaven:
– Op basis van de wijzigingen zoals deze zijn opgenomen in de Macro Economische Verkenning
voor het Bruto Nationaal Inkomen (ODA) en de prijscomponent van het Bruto Binnenlands
Product is de omvang van de HGIS bijgesteld. Hierdoor wordt het ODA-budget met EUR
31,5 miljoen verhoogd en wordt het non-ODA-budget met EUR 4,1 miljoen verhoogd.
– Er vindt een aantal overboekingen van en naar de HGIS plaats. Per saldo neemt het
HGIS-budget hierdoor met EUR 1,4 miljoen toe. Het betreft een aantal overhevelingen
tussen Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Buitenlandse Zaken en Defensie.
– Desalderingen op ontvangsten: Een deel van de meerontvangsten op de begrotingen van
Buitenlandse Zaken en Defensie wordt ingezet om de uitgaven van het HGIS-kader te
verhogen (desaldering). Het gaat om hogere ontvangsten uit de verkoop van vastgoed
in het buitenland (EUR 21,3 miljoen). Deze worden ingezet om herinvesteringen te doen binnen het huisvestingsdomein.
Daarnaast stijgen de programma-ontvangsten op de BZ-begroting per saldo met EUR 3,9
miljoen hoofdzakelijk vanwege de extra consulaire ontvangsten. Deze worden ingezet
om de hiermee gepaard gaande kosten op te vangen. Ten slotte nemen de ontvangsten
bij Defensie toe vanwege een hogere bijdrage vanuit de VN voor de missie in Mali (MINUSMA).
– Kasschuif: De middelen die bij de Voorjaarsnota zijn toegevoegd aan de aanvullende
post ten behoeve van de renovatie van het Vredespaleis (EUR 50 miljoen) worden doorgeschoven
naar 2022, omdat deze naar verwachting niet eerder tot besteding komen. Ook de resterende
EUR 3 miljoen van de middelen van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen bestemd voor
de renovatie worden doorgeschoven naar 2022. Hierdoor neemt het budget voor de HGIS
in 2019 af.
– Toevoeging middelenafspraak huisvesting: Het huisvestingsbeleid van het Ministerie
van Buitenlandse Zaken is gericht op het moderniseren, verduurzamen en rationaliseren
van de vastgoedportefeuille. Om dit te bewerkstelligen is een middelenafspraak huisvesting
gemaakt waarbij de opbrengst van de verkopen opnieuw kan worden ingezet in latere
jaren. In dit kader wordt EUR 19,3 miljoen doorgeschoven naar volgend jaar. Het restant
van de verkopen (EUR 2 miljoen) uit 2019 wordt dit jaar geherinvesteerd.
– Verwachte onderuitputting: Binnen de HGIS verwacht een aantal departementen lagere
uitgaven dan geraamd. De belangrijkste mutaties zijn opgenomen in de begrotingen van
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Justitie en Veiligheid en Buitenlandse Zaken.
Wijzigingen in HGIS ontvangsten vanaf Voorjaarsnota 2019 (bedragen x EUR 1 miljoen)
Ontvangsten
Totaal
Wv. ODA
Stand ontvangsten VJN 2019
172,1
34,18
Totaal mutaties
31,7
Stand ontvangsten NJN 2019
203,8
34,18
Toelichting ontvangsten:
De ontvangsten binnen de HGIS nemen met EUR 31,7 miljoen toe. Deze toename kent een
aantal oorzaken.
– Op de begroting van Defensie worden extra ontvangsten verwacht van EUR 5 miljoen vanuit
de VN voor vredesmissies waaraan Nederland een bijdrage levert. Deze middelen worden
binnen het Budget Internationale Veiligheid (artikel 1) ingezet.
– Op de begroting van Buitenlandse Zaken worden per saldo de programma-ontvangsten verhoogd
met EUR 6,9 miljoen als gevolg van een nabetaling van de KMAR voor visaleges 2013–2018
en een vergoeding van de IND voor consulaire dienstverlening.
– Op de begroting van Financiën nemen de geraamde ontvangsten voor de internationale
financiële instellingen af met EUR 1,4 miljoen. Deze raming betreft een stelpost en
op basis van de ontwikkeling in 2019 wordt deze nu bijgesteld.
– Ten slotte zijn er extra ontvangsten (EUR 21,9 miljoen) op de begroting van Buitenlandse
Zaken vanwege de verkoop van onroerend goed in het buitenland. Hiervan wordt EUR 2
miljoen via een desaldering ingezet om extra huisvestingsuitgaven mee te financieren.
Het restant wordt toegevoegd aan het huisvestingsbudgetbudget voor 2020, wat in het
kader van de middelenafspraak huisvesting voor dit doel beschikbaar blijft.
Voor een verdere toelichting op de diverse uitgaven- en ontvangstenmutaties wordt
verwezen naar de begrotingsartikelen op de respectievelijke suppletoire begrotingen.
3. Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties
Uitgaven
In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen dat leidt tot een
verlaging van de geraamde uitgaven van Buitenlandse Zaken (V) met EUR 75,5 miljoen
in 2019.
De meest in het oog lopende mutaties ten opzichte van de eerste suppletoire begroting
worden hieronder toegelicht.
Artikel 2.4 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal
verband
De uitgaven worden met EUR 32,5 miljoen naar beneden bijgesteld. Dit is vooral het
gevolg van een verlaging van de Nederlandse contributie aan de VN voor crisisbeheersingsoperaties
als gevolg van een daling van de werkelijke uitgaven. Daarnaast is het aantal aanvragen
voor middelen vanuit het Stabiliteitsfonds lager dan geraamd.
Artikel 3.1 Afdrachten aan de Europese Unie
De Commissie heeft in april 2019 de eerste aanvullende begroting gepresenteerd met
daarin het surplus voor de Europese begroting over 2018. Het surplus valt in totaal
uit op EUR 1,8 miljard, wat voor Nederland incidenteel een lagere BNI-afdracht van
EUR 88 miljoen in 2019 tot gevolg heeft. In tegenstelling tot de verwachting bij de
ontwerpbegroting voor 2020, is de aanvullende Europese begroting met daarin het surplus
toch voldoende tijdig in 2019 aangenomen door het EP, zodat deze alsnog in de Nederlandse
afdrachten van 2019 meeloopt. Met deze mutatie wordt het effect op de begroting voor
2019 verwerkt, bij de Voorjaarsnota van 2020 wordt het effect hiervan voor 2020 verwerkt.
Hiernaast zijn de uitgaven voor invoerrechten in 2019 met EUR 33,6 miljoen naar beneden
bijgesteld.
Ontvangsten
De ontvangsten zijn gedurende 2019 per saldo EUR 21,4 miljoen hoger uitgevallen. Naast
een aantal kleine mutaties zijn de drie grootste mutaties:
Artikel 3.1 Afdrachten aan de Europese Unie
De ontvangsten voor invoerrechten zijn in 2019 met EUR 6,7 miljoen naar beneden bijgesteld.
Artikel 4.1 en 4.2 Consulaire dienstverlening
De vergoedingen voor consulaire dienstverlening over voorgaande jaren (EUR 5,7 miljoen)
zijn door de IND en de KMAR in 2019 betaald.
Artikel 7 Apparaat
De ontvangsten nemen toe met EUR 21,2 miljoen vanwege de verkoop van onroerend goed
in Khartoem en Londen.
De mutaties worden bij onderdeel 5 nader toegelicht.
4. Beleidsartikelen
Artikel 1
Beleidsartikel 1 Versterkte internationale rechtsorde
Bedragen in EUR 1.000
Stand ontwerpbegroting
Stand 1e suppletoire begroting
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2e suppletoire begroting
2019
2019
2019
2019
2019
(1)
(2)
(4)=(2+3)
Verplichtingen
105.487
123.155
3.280
3.701
130.136
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
123.487
128.581
1.700
– 1.048
129.233
waarvan juridisch verplicht
69%
100%
1.1
Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak
56.035
61.609
– 11.700
160
50.069
Subsidies
Internationaal recht
12.035
16.265
– 11.700
1.500
6.065
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Verenigde Naties
34.525
34.525
0
– 1.383
33.142
OESO
6.175
7.219
0
3
7.222
Internationaal Strafhof
3.300
3.600
0
3.600
Lidmaatschap VNVR
0
0
0
40
40
1.2
Bescherming en bevordering van mensenrechten
63.402
63.402
1.000
2.700
67.102
Subsidies
Landenprogramma's mensenrechten
34.252
34.252
0
0
34.252
Opdrachten
Landenprogramma's mensenrechten
1.500
1.500
0
0
1.500
bijdragen (inter) nationale organisaties
Landenprogramma's mensenrechten
20.000
20.000
0
0
20.000
Centrale mensenrechtenprogramma's
7.650
7.650
1.000
2.000
10.650
Press Freedom Day 2020
700
700
1.3
Gastlandbeleid internationale organisaties
4.050
3.570
12.400
– 3.908
12.062
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Speciaal Tribunaal Libanon
1.900
1.919
0
40
1.959
Internationaal Strafhof
1.150
1.101
0
22
1.123
Nederland Gastland
900
450
2.000
30
2.480
Carnegiestichting
4.400
4.400
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
Nederland Gastland
100
100
0
0
100
Bijdragen aan agentschap
Vredespaleis
6.000
– 4.000
2.000
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op dit artikel neemt per saldo met EUR 7 miljoen toe ten
opzichte van de eerste suppletoire begroting. De stijging wordt veroorzaakt doordat
er extra bijdrages worden gedaan aan het VN-secretariaat, analoog aan de uitgavenmutaties.
Verder stijgt het budget als gevolg van het aangaan van verplichtingen die verband
houden met het organiseren van de World Press Freedom Day 2020 in Nederland en twee bijdragen aan het kantoor van de VN Hoge Commissaris voor Mensenrechten
(OHCHR).
Uitgaven
Artikel 1.1
Per saldo is sprake van een verlaging van EUR 11,5 miljoen. Deze daling wordt grotendeels
veroorzaakt doordat het budget voor de renovatie van het Vredespaleis en de jaarlijkse
bijdrage aan de Carnegiestichting wordt overgeheveld naar het beleidsartikel 1.3 Gastlandbeleid
internationale organisaties. Tevens daalt de bijdrage aan de Verenigde Naties. Hier
staat tegenover dat er een bijdrage aan het trustfund van het VN-secretariaat voor
het project The Future We Want, The UN We Need wordt gedaan en Nederland ook een bijdrage levert aan de uitbreiding van de database
voor het opslaan en monitoren van de opvolging van meldingen van grensoverschrijdend
gedrag binnen de VN.
Artikel 1.2
Het budget voor de bescherming en bevordering van mensenrechten stijgt met EUR 3,7
miljoen. Deze verhoging is het gevolg van de inzet van extra middelen voor het organiseren
van de World Press Freedom Day 2020 in Nederland en twee bijdragen aan het kantoor van de VN Hoge Commissaris voor Mensenrechten
(OHCHR). Eén van de bijdragen betreft een aanvulling op een reeds bestaande overeenkomst
inzake onderzoek naar mensenrechtenschendingen via accountability-mechanisms, terwijl de andere een intensivering in het kader van het LHBTI-beleid betreft.
Artikel 1.3
Het budget voor gastlandbeleid internationale organisaties neemt per saldo toe met
EUR 8,5 miljoen. Enerzijds ontstaat de mutatie doordat het budget voor de renovatie
van het Vredespaleis en de jaarlijkse bijdrage aan de Carnegiestichting wordt overgeheveld
vanuit het beleidsartikel 1.1 Goed functionerende internationale instellingen. Hier
staat tegenover dat een deel van het budget voor het grootschalig onderhoud van het
Vredespaleis wordt doorgeschoven naar volgende jaren via de eindejaarsmarge. Het betreft
hier een reservering van middelen voor alternatieve huisvesting van het Internationaal
Gerechtshof en het Permanent Hof van Arbitrage.
Artikel 2
Beleidsartikel 2 Veiligheid en stabiliteit
Bedragen in EUR 1.000
Stand ontwerpbegroting
Stand 1e suppletoire begroting
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2e suppletoire begroting
2019
2019
2019
2019
2019
(1)
(2)
(4)=(2+3)
Verplichtingen
275.449
263.194
1.675
– 8.225
256.644
Uitgaven
Programma-uitgaven totaal
291.000
292.831
– 2.860
– 28.120
261.851
waarvan juridisch verplicht
78%
100%
2.1
Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke
veiligheid
11.015
12.605
600
439
13.644
Subsidies
Programma ondersteuning buitenlands beleid
1.000
1.450
0
0
1.450
Atlantische Commissie
500
500
0
– 25
475
Opdrachten
Programma ondersteuning buitenlands beleid
500
500
0
0
500
Bijdragen (inter) nationale organisaties
NAVO
7.200
7.200
0
420
7.620
Veiligheidsfonds
500
1.640
600
0
2.240
WEU
565
565
0
44
609
Programma ondersteuning buitenlands beleid
250
250
0
0
250
Overige
500
500
0
0
500
2.2
Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme
14.351
14.302
0
1.345
15.647
Subsidies
Contra-terrorisme
4.000
4.000
0
1.500
5.500
Anti-terrorisme instituut
551
1.624
0
– 125
1.499
Opdrachten
Contra-terrorisme
1.000
1.000
0
0
1.000
Cyber security
4.700
4.148
0
– 200
3.948
Global Forum on Cyber Expertise
400
330
0
170
500
Overige
500
0
0
0
0
Bijdragen (inter) nationale organisaties
Contra-terrorisme
3.200
3.200
0
0
3.200
2.3
Wapenbeheersing
10.794
13.138
0
– 469
12.669
Bijdragen (inter) nationale organisaties
IAEA
7.317
7.317
0
– 317
7.000
OPCW en andere ontwapeningsorganisaties
1.557
3.901
0
68
3.969
CTBTO
1.920
1.920
0
– 220
1.700
2.4
Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband
226.827
224.671
– 4.535
– 27.911
192.225
Subsidies
Landenprogramma's veiligheid voor mensen (stabiliteitsfonds)
31.000
31.000
0
– 5.161
25.839
Nederland Helsinki Comité
28
28
0
0
28
Opdrachten
Landenprogramma's veiligheid voor mensen (stabiliteitsfonds)
15.000
15.000
0
0
15.000
Bijdragen (inter) nationale organisaties
Landenprogramma's veiligheid voor mensen (Stabiliteitsfonds)
44.722
44.722
0
– 5.161
39.561
OVSE
7.195
6.000
0
0
6.000
VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties
99.849
109.919
0
– 14.619
95.300
Training buitenlandse diplomaten
2.500
2.500
0
– 250
2.250
Inzet hoog-risico posten
20.000
4.743
0
0
4.743
Regionale Stabiliteit
2.000
0
2.000
Overige
6.533
10.759
– 6.535
– 2.720
1.504
2.5
Bevordering van transitie in prioritaire gebieden
28.013
28.115
1.075
– 1.524
27.666
Subsidies
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP); «MATRA»
11.822
12.447
1.075
– 1.469
12.053
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP); «Shiraka»
16.191
15.668
0
– 55
15.613
Ontvangsten
1.242
1.242
0
– 1.015
227
2.10
Doorberekening Defensie diversen
242
242
0
– 15
227
2.40
Restituties programma's
1.000
1.000
0
– 1.000
0
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor het artikel veiligheid en stabiliteit neem per saldo
met EUR 6,5 miljoen af in vergelijking met de eerste suppletoire begroting. Deze daling
wordt in grote mate veroorzaakt door een verlaging van de Nederlandse contributie
aan de VN voor crisisbeheersingsoperaties als gevolg van lagere werkelijke uitgaven
op het aantal missies vanuit de VN. Daarnaast worden de verplichtingen van het Stabiliteitsfonds
verlaagd vanwege minder aanvragen.
Uitgaven
Artikel 2.1
De uitgaven binnen het subartikel goede internationale samenwerking ter bevordering
van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid stijgen per saldo met EUR 1 miljoen.
Deze stijging is grotendeels te wijten aan een Nederlandse bijdrage aan het Peacekeeping Intelligence Framework van het United Nations Department of Peacekeeping Operations (UNDPKO), dat beoogt fact-based besluitvorming binnen VN-missies effectiever te maken. Daarnaast stijgt de Nederlandse
bijdrage aan het civiele budget van de NAVO conform de verdragsverplichtingen.
Artikel 2.2
Het budget voor de bestrijding van internationale criminaliteit en terrorisme neemt
per saldo met EUR 1,3 miljoen toe. Deze stijging is voornamelijk het gevolg van een
intensivering van de Nederlandse bijdrage aan de internationale bestrijding van terrorisme
en de berechting van voormalig IS-strijders in derde landen. Tevens wordt er een eerste
bijdrage gedaan aan het nieuwe, in Den Haag gevestigde, Global Forum on Cyber Expertise.
Artikel 2.4
De uitgaven voor de bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorden in internationaal
verband worden met EUR 32,5 miljoen naar beneden bijgesteld. Dit is met name het gevolg
van het feit dat de Nederlandse contributie aan de VN voor crisisbeheersingsoperaties
lager uitvalt dan geraamd. De uitgaven voor het Stabiliteitsfonds worden verlaagd,
omdat er minder een beroep op het fonds werd gedaan dan oorspronkelijk voorzien. Dit
betrof ODA-middelen, die terugvloeien naar de BHOS-begroting. De ruimte die ontstond
is benut voor activiteiten op het gebied van contra-terrorisme, mensenrechten en internationale
rechtsorde.
Ontvangsten
Het naar beneden bijstellen van de ontvangsten houdt verband met lager dan geraamde
restituties op (af)lopende programma’s.
Artikel 3
Beleidsartikel 3 Europese samenwerking
Bedragen in EUR 1.000
Stand ontwerpbegroting
Stand 1e suppletoire begroting
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2e suppletoire begroting
2019
2019
2019
2019
2019
(1)
(2)
(4)=(2+3)
Verplichtingen
8.520.360
8.416.376
54.378
– 87.951
8.382.803
Uitgaven
Programma-uitgaven totaal
8.745.255
8.641.271
54.378
– 98.676
8.596.973
waarvan juridisch verplicht
100%
100%
3.1
Afdrachten aan de Europese Unie
8.496.427
8.391.187
54.378
– 87.991
8.357.574
Bijdragen (inter)nationale organisaties
BNI-afdracht
4.647.575
4.542.335
87.991
– 87.991
4.542.335
BTW-afdracht
556.114
556.114
0
0
556.114
Invoerrechten
3.292.738
3.292.738
– 33.613
0
3.259.125
3.2
Europees ontwikkelingsfonds
234.281
234.281
0
– 9.553
224.728
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Europees Ontwikkelingsfonds
234.281
234.281
0
– 9.553
224.728
3.3
Een hechtere Europese waardengemeenschap
9.720
9.720
0
483
10.203
Bijdragen (internationale organisaties
Raad van Europa
9.720
9.720
0
483
10.203
3.4
Versterkte Nederlandse positie in de Unie
4.827
6.083
0
– 1.615
4.468
Opdrachten
Programmatische ondersteuning
500
1.081
0
– 1.060
21
CECP
0
675
0
– 657
18
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Benelux bijdrage
3.979
3.979
0
70
4.049
EIPA
348
348
0
32
380
Ontvangsten
383.929
52.558
– 6.723
0
45.835
3.10
Diverse ontvangsten EU
383.679
52.308
– 6.723
0
45.585
Invoerrechten
658.548
658.548
– 6.723
0
651.825
Overige ontvangsten EU
– 274.869
– 606.240
0
0
– 606.240
3.30
Restitutie Raad van Europa
250
250
0
0
250
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor 2019 voor het artikel Europese samenwerking neemt af
met EUR 34 miljoen. De mutaties op de verplichtingen houden verband met de mutaties
zoals onder de uitgaven is toegelicht.
Uitgaven
Het Europees hof heeft op 31 oktober 2019 een uitspraak gedaan in de zaak van de Europese
Commissie tegen het Koninkrijk der Nederlanden inzake de financiële aansprakelijkheid
van Nederland voor fouten gemaakt door haar landen en gebieden overzee (LGO). Deze
uitspraak wordt op dit moment nader onderzocht. Indien dit nog in 2019 leidt tot budgettaire
consequenties zult u hierover via de veegbrief voor het Kerstreces worden geïnformeerd.
Artikel 3.1
De Commissie heeft in april 2019 de eerste aanvullende begroting gepresenteerd met
daarin het surplus voor de Europese begroting over 2018. Het surplus valt in totaal
uit op EUR 1,8 miljard, wat voor Nederland incidenteel een lagere BNI-afdracht van
EUR 88 miljoen in 2019 tot gevolg heeft. In tegenstelling tot de verwachting bij de
ontwerpbegroting voor 2020, is de aanvullende Europese begroting met daarin het surplus
toch voldoende tijdig in 2019 aangenomen door het EP, zodat deze alsnog in de Nederlandse
afdrachten van 2019 meeloopt. Met deze mutatie wordt het effect op de begroting voor
2019 verwerkt, bij de Voorjaarsnota van 2020 wordt het effect hiervan voor 2020 verwerkt.
Hiernaast zijn de uitgaven voor invoerrechten in 2019 met EUR 33,6 miljoen naar beneden
bijgesteld.
Artikel 3.2
De Nederlandse afdrachten aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) voor 2019 zijn
met EUR 9,5 miljoen neerwaarts bijgesteld. De jaarlijkse vaststelling van het plafond
in oktober door de Europese Commissie heeft ertoe geleid dat de bijdrage vanwege een
verminderde liquiditeitsbehoefte lager uitviel dan eerder begroot.
Artikel 3.4
Door de onvoorspelbaarheid van de ontwikkelingen rondom de Brexit worden de toegewezen
programmamiddelen op dit subartikel via de eindejaarsmarge overgeheveld naar 2020.
Ontvangsten
Geen toelichting.
Artikel 4
Beleidsartikel 4 Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden
Bedragen in EUR 1 000
Stand ontwerpbegroting
Stand 1e suppletoire begroting
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2e suppletoire begroting
2e suppletoire begroting
2019
2019
2019
2019
2019
(1)
(2)
(4)=(2+3)
Verplichtingen
51.762
67.555
1.020
6.574
75.149
Uitgaven
Programma-uitgaven totaal
50.306
69.198
1.020
1.712
71.930
waarvan juridisch verplicht
80%
100%
4.1
Op basis van eigen verantwoordelijkheid consulaire dienstverlening bieden aan Nederlanders
in het buitenland
13.945
17.312
0
627
17.939
Subsidies
Gedetineerdenbegeleiding
1.900
1.900
0
0
1.900
Opdrachten
Consulaire bijstand
259
409
0
– 100
309
Gedetineerdenbegeleiding
200
200
0
0
200
Reisdocumenten en verkiezingen
4.320
2.900
0
0
2.900
Consulaire opleidingen
400
400
0
– 300
100
Consulaire informatiesystemen
6.866
7.003
0
4.027
11.030
Loket buitenland
3.500
0
– 2.000
1.500
Bijdrage aan agentschappen
Loket buitenland
0
1.000
0
– 1.000
0
4.2
Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren
9.049
20.791
– 172
480
21.099
Opdrachten
Visumverlening
1.100
2.900
0
500
3.400
Ambtsberichtenonderzoek
150
150
0
0
150
Legalisatie en verificatie
80
80
0
– 20
60
Consulaire informatiesystemen
6.856
14.586
0
0
14.586
Informatie Ondersteunend Beslissen
0
1.875
0
0
1.875
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Asiel en migratie
863
1.200
– 172
0
1.028
4.3
Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur
7.706
8.706
1 192
– 25
9.873
Subsidies
Internationaal Cultuurbeleid
7.706
8.706
1 192
– 25
9.873
4.4
Uitdragen Nederlandse waarden en belangen
19.606
22.389
0
630
23.019
Subsidies
Instituut Clingendael
800
800
0
44
844
Programma ondersteuning buitenlands beleid
4.124
5.477
150
645
6.272
Opdrachten
Onderzoeksprogramma's
1.620
1.620
0
972
2.592
Bezoeken hoogwaardigheidsbekleders en uitgaven Corps Diplomatique en internationale
Organisaties
3.000
3.000
0
0
3.000
waarvan kosten Koninklijk Huis o.a. Staatsbezoeken
2.000
2.000
0
0
2.000
Adviesraad Internationale vraagstukken
525
525
0
0
525
landenprogramma's algemene voorlichting en kleine programma's
2.500
3.030
0
0
3.030
Verkeersnotificaties
0
400
0
– 184
216
Chinastrategie
0
250
0
– 150
100
Bijdragen (inter)nationale organisaties
landenprogramma's algemene voorlichting en kleine programma's
6.517
6.517
– 361
6.156
Europese bewustwording
520
770
– 150
– 336
284
Ontvangsten
47.890
51.749
0
4.907
56.656
4.10
Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland
9.500
9.500
0
392
9.892
4.20
Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen
37.500
41.375
0
5.315
46.690
4.40
Doorberekening Defensie diversen
890
874
0
– 800
74
4.41
Ontvangsten verkeersnotificaties
0
0
0
0
0
Verplichtingen
De verplichtingen voor artikel 4 nemen toe met EUR 7,6 miljoen, waarvan EUR 1,8 miljoen
voor het jaarlijks af te sluiten contract met Clingendael en de overige verplichtingen
zijn analoog aan de uitgaven zoals hieronder zijn toegelicht.
Uitgaven
Artikel 4.1
Het budget voor consulaire dienstverlening aan Nederlanders is met EUR 1,2 miljoen
verhoogd om de noodzakelijke kosten voor digitalisering van de paspoortaanvragen en
uitgifte te dekken. Deze uitgave stond gepland voor 2020, maar wordt versneld uitgevoerd.
Daartegenover staat een verlaging van EUR 3 miljoen voor het Loket Buitenland, omdat
de ontwikkeling van het digitale platform voor het Loket Buitenland door de rijksbrede
samenwerking meer tijd vergt dan was voorzien.
Artikel 4.3
De uitgaven voor grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur stijgen
per saldo met EUR 1,1 miljoen door onder andere een interdepartementale overheveling
van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen voor designevents in Milaan,
de bijdrage voor het digitaliseren van de Fagel bibliotheekcollectie in Dublin en
bijdragen aan een diversiteit van cultuurprojecten wereldwijd.
Ontvangsten
De ontvangsten nemen per saldo toe met EUR 4,9 miljoen. Dit betreft de nabetaling
van de KMAR voor visaleges 2013–2018, die door administratieve redenen nog niet had
plaats gevonden, en de vergoeding van de IND voor consulaire dienstverlening met betrekking
tot MVV’s en DNA-onderzoek.
5. Niet-beleidsartikelen
Artikel 5
Niet-beleidsartikel 5 Geheim
Bedragen in EUR 1.000
Stand ontwerpbegroting
Stand 1e suppletoire begroting
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2e suppletoire begroting
2019
2019
2019
2019
2019
(1)
(2)
(4)=(2+3)
Verplichtingen
0
0
0
0
0
Uitgaven
0
0
0
0
0
Ontvangsten
0
0
0
3.003
3.003
5.10
Geheim
0
0
0
3.003
3.003
Verplichtingen, uitgaven en ontvangsten
Geen toelichting.
Artikel 6
Niet-beleidsartikel 6 Nog onverdeeld
Bedragen in EUR 1 000
Stand ontwerpbegroting
Stand 1e suppletoire begroting
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2e suppletoire begroting
2019
2019
2019
2019
2019
(1)
(2)
(4)=(2+3)
Verplichtingen
25.868
1.379
3.891
– 5.270
0
Uitgaven
Uitgaven totaal
25.868
1.379
3.891
– 5.270
0
6.1
Nog onverdeeld (HGIS)
25.868
1.379
3.891
– 5.270
0
Verplichtingen en uitgaven
Als gevolg van de prijsontwikkeling van het Bruto Binnenlands Product is het HGIS-budget
afgelopen najaar gestegen met EUR 3,9 miljoen. Aan het eind van dit jaar valt dit
bedrag vrij binnen de HGIS en wordt het via de eindejaarsmarge van de HGIS meegenomen
naar 2020.
Artikel 7
Niet-beleidsartikel 7 Apparaat
Bedragen in EUR 1.000
Stand ontwerpbegroting
Stand 1e suppletoire begroting
Mutaties 2e suppletoire begroting (3)
Stand 2e suppletoire begroting
Mutaties Miljoenennota
Overige mutaties 2e suppletoire begroting
2019
2019
2019
2019
2019
(1)
(2)
(4)=(2+3)
Verplichtingen
763.776
818.895
– 2.748
– 2.550
813.597
Uitgaven
740.740
815.895
252
– 2.550
813.597
7.1.1
Personeel
510.711
531.972
279
– 34.012
498.239
Eigen personeel
500.711
521.972
279
– 42.916
479.335
Inhuur extern
10.000
10.000
0
75
10.075
overige personeel
0
0
0
8.829
8.829
7.1.2
Materieel
230.029
283.923
– 27
27.058
310.954
waarvan ICT
45.000
62.813
0
330
63.143
waarvan bijdragen aan SSO's
63.891
65.000
– 27
– 1.931
63.042
waarvan overige materieel
121.138
156.110
0
28.659
184.769
7.2
Koersverschillen
pm
0
0
4.404
4.404
Ontvangsten
26.450
46.450
0
21.226
67.676
7.10
Diverse ontvangsten
26.450
46.450
0
21.226
67.676
7.11
Koersverschillen
pm
pm
0
0
0
Verplichtingen
Voor de verantwoording van de verplichtingen voor apparaatsuitgaven geldt de bepaling
uit de Comptabiliteitswet 2016 waarbij het jaar waarin de kasbetaling is gedaan, kan
worden aangemerkt als het begrotingsjaar waarin de met de kasbetaling samenhangende
verplichting is aangegaan of is ontstaan (art. 2.14, lid 3), de zgn. k=v methode.
In de praktijk betekent dit dat de totale aangegane verplichtingen binnen dit artikel,
voor één specifiek jaar overeenkomen met de totale kasuitgaven voor dit jaar. In dat
kader wordt het verplichtingenbudget daarom verlaagd met EUR 5,3 miljoen en komt hiermee
overeen met het kasbudget.
Uitgaven
Op het apparaatsartikel vindt een aantal mutaties plaats, waarbij het budget per saldo
afneemt met EUR 2,6 miljoen.
7.1.1 Personeel:
– Conform het Regeerakkoord is onder meer geïntensiveerd op het terrein van ontwikkelingssamenwerking
(OS). Een deel van deze middelen is ingezet voor de versterking van beleids- en beheerscapaciteit
binnen het ministerie. Alle apparaatsmiddelen zijn opgenomen in de BZ-begroting. Omdat
in 2019 nog niet alle vacatures zijn ingevuld valt dit budget vrij en wordt het alternatief
ingezet op het terrein van OS. Een bedrag van EUR 10,6 miljoen wordt derhalve overgeheveld
naar de BHOS-begroting.
– Een bedrag van EUR 1 miljoen wordt doorgeschoven naar 2020. Vanwege de vertraging
rondom de Brexit-besluitvorming wordt een deel van de fte kosten voor de taskforce
volgend jaar verwacht. Daarnaast wordt een deel van de gereserveerde middelen aan
het Global Evaluation Initiative (kosten voor evaluaties) pas in 2020 betaald.
– Vanuit Economische Zaken en Klimaat wordt een bedrag van EUR 2,2 miljoen overgeheveld
ter verrekening van loonkosten voor personeel van dit ministerie dat werkzaam is op
Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland.
– Binnen de apparaatsuitgaven vindt een aantal verschuivingen plaats. Een deel van de
personeelsuitgaven wordt opgenomen onder materiële uitgaven. Het betreft kosten voor
dienstreizen, representatie en honoraire consulaten. Bij het opstellen van de begroting
zijn deze kosten onder de categorie personeel geboekt. In lijn met de begrotingsvoorschriften
zijn deze uitgaven verschoven naar materieel. Ook is een deel van uitgaven geboekt
onder overig personeel in plaats van eigen personeel. Deze wijziging volgt daarmee
de begrotingsvoorschriften daar het algemene uitgaven voor personeel betreft.
7.1.2 Materieel:
– EUR 2 miljoen van de hoger dan geraamde inkomsten uit de verkoop van vastgoed in het
buitenland wordt ingezet voor investeringen in huisvesting ter rationalisering van
de vastgoedportefeuille (desaldering).
7.2 Koersverschillen:
– Buitenlandse Zaken werkt met een vooraf vastgestelde wisselkoers ten opzichte van
buitenlandse valuta (de corporate rate). Deze koers wordt samen met de presentatie van de begroting vastgesteld. Omdat bij
betalingen in buitenlandse valuta gedurende het jaar echter een verschil ontstaat
als gevolg van de werkelijk geldende koers, ontstaat er een saldo. Deze kosten worden
verantwoord op dit apparaatsartikel.
Ontvangsten
De ontvangsten nemen toe met EUR 21,2 miljoen vanwege de verkoop van onroerend goed
in Khartoem en Londen. Een deel van dit bedrag (EUR 2 miljoen) wordt dit jaar opnieuw
geïnvesteerd. Het restant wordt toegevoegd aan de reservering conform de middelenafspraak
huisvesting. Deze wordt ingezet om de huisvestingsportefeuille te moderniseren en
te rationaliseren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.