Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van den Berg over het bericht 'Patiëntenstops bij GGNet voor verzekerden Zilveren Kruis, Interpolis en FBTO'
Vragen van het lid Van den Berg (CDA) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Patiëntenstops bij GGNet voor verzekerden Zilveren Kruis, Interpolis en FBTO» (ingezonden 5 november 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
27 november 2019).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het artikel «Patiëntenstop bij GGNet voor verzekerden Zilveren
Kruis, Interpolis en FBTO» in De Stentor van 21 oktober 2019?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u verklaren hoe dit zich verhoudt tot artikel 11 van de Zorgverzekeringswet,
de zorgplicht?
Antwoord 2
Een patiëntenstop bij een aanbieder is niet strijdig met de zorgplicht zolang de patiënt
maar goed geïnformeerd is en zorg krijgt bij een andere aanbieder die zich op redelijke
tijd en reisafstand bevindt.
Zorgverzekeraars hebben een wettelijke zorgplicht (artikel 11 Zorgverzekeringswet),
wat in geval van een naturapolis betekent dat hun verzekerden binnen een redelijke
tijd en reisafstand toegang moeten hebben tot alle zorg uit het basispakket. Zorgverzekeraars
moeten daarom voldoende zorg inkopen of bemiddelen als iemand niet snel genoeg bij
een zorgaanbieder terecht kan (wachttijdbemiddeling). In geval van een patiëntenstop
zoekt de zorgverzekeraar in overleg met de verzekerde een alternatieve zorgaanbieder,
die de benodigde zorg kan leveren binnen de Treeknorm. Dit kan soms betekenen dat
de reistijd voor verzekerden (beperkt) toeneemt. Het is goed dat zorgverzekeraars
afspraken maken met zorgaanbieders over de inhoud van zorg, maar ook over de kosten.
Dat leidt ertoe dat de zorg betaalbaar blijft.
Vraag 3
Welke acties onderneemt Zilveren Kruis om ervoor te zorgen dat patiënten in Apeldoorn
en omgeving op korte termijn weer bij GGNet in zorg kunnen komen?
Antwoord 3
Van Zilveren Kruis heb ik begrepen dat GGNet en medisch adviseurs van Zilveren Kruis
overleg hebben gehad over de 90 afgebelde patiënten. Voor 67 patiënten is afgesproken
dat Zilveren Kruis aanvullende contractafspraken maakt. Voorwaarde daarvoor is dat
de behandeling van deze patiënten ook nog dit jaar daadwerkelijk wordt gestart. De
afdeling Zorgbemiddeling van Zilveren Kruis doet voor de 23 andere verzekerden een
alternatief aanbod voor intake bij een andere instelling. Verzekerden kunnen er ook
voor kiezen om op de wachtlijst bij GGNet te blijven staan.
Vraag 4
Bent u van oordeel dat op Zilveren Kruis de verplichting rust om bij te contracteren?
Antwoord 4
Zilveren Kruis is niet verplicht GGNet bij te contracteren. Zilveren Kruis heeft een
verantwoordelijkheid om voldoende zorg in de regio in te kopen zodat Zilveren Kruis
aan de zorgplicht voldoet. Als er een verzoek komt voor bijcontracteren, beoordeelt
een zorgverzekeraar of bemiddeling naar andere gecontracteerde partijen in de regio
mogelijk is. Als dat het geval is, gebeurt dat. Als dat niet het geval is, kan de
zorgverzekeraar bijcontracteren. Deze handelwijze is vastgelegd in de contracten.
Ik vind het onwenselijk dat partijen onderhandelingen over bijcontracteren en patiëntenstops
over de rug van patiënten uitvoeren, zoals in dit geval is gebeurd.
Vraag 5
Bij welke andere ggz-aanbieder(s) kunnen verzekerden van Zilveren Kruis momenteel
terecht in Apeldoorn en omgeving en vindt u dit een goede invulling van de zorgplicht?
Antwoord 5
In Apeldoorn en omgeving kunnen verzekerden binnen de Treeknorm terecht bij specialistische
ggz aanbieders als Mentaal Beter en HSK.
Vraag 6
Is de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) hierbij betrokken? Zo ja, wat is haar rol?
Antwoord 6
De NZa ziet toe op de naleving van de zorgplicht door zorgverzekeraars. De NZa is
op 21 oktober door GGNet per email op de hoogte gesteld van het instellen van de patiëntenstop.
Zowel GGNet als Zilveren Kruis hebben daarbij aan de NZa gemeld in gesprek met elkaar
te gaan om te komen tot een oplossing. De twee partijen bleken verschil van inzicht
te hebben over de onderlinge contractuele verplichtingen. De NZa treedt niet op als
individuele geschilbeslechter tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar als zij een
geschil hebben over de uitvoering van een overeenkomst. Dit is voorbehouden aan de
het arbitrageinstituut of de rechter. Echter, de NZa zag zich vanuit haar rol als
toezichthouder, het algemeen belang en de onrust onder patiënten en patiëntenorganisatie
geroepen om in gesprek met partijen tot een oplossing te komen. Met het oog op het
snel vinden van een oplossing voor patiënten, heeft de NZa op vrijdag 1 november bestuurlijk
overleg gevoerd met Zilveren Kruis en GGNet. Daar zijn nadere afspraken gemaakt over
zorgbemiddeling, bijcontracteren en eenduidige communicatie richting patiënten en
verzekerden.
Vraag 7
Welke acties heeft de NZa sinds mei – gezien de uitkomsten van de monitoring contratering
ggz jl. – ondernomen om er zorg voor te dragen dat deze bijcontractering ook daadwerkelijk
tijdig plaatsvindt?
Antwoord 7
In mei 2019 heeft de NZa de Monitor contractering ggz 2019 gepubliceerd2. Naar aanleiding van de aanbevelingen in de monitor over de bijcontractering maakt
de NZa samen met partijen uit het Hoofdlijnenakkoord (HLA) ggz een verdere kwantitatieve
en kwalitatieve invulling van de gemaakte afspraken over de bijcontractering. Dit
onderzoek is gestart en zal in het voorjaar 2020 worden gepubliceerd. Het onderzoek
geeft feitelijke informatie over bijcontractering, zoals het aantal aanvragen, de
aangevraagde bedragen en de feitelijke bijcontractering.
Daarnaast beoogt het onderzoek meer inzicht te geven in hoe de bijcontractering in
de praktijk verloopt. Afhankelijk van de uitkomsten zal de NZa beoordelen welke vervolgstappen
nodig zijn.
Vraag 8
Kunt u toelichten of de NZa op dit moment doorlopend monitort of zorgverzekeraars
uitvoering geven aan hun zorgplicht ten aanzien van de ggz? Zo nee, kunt u toelichten
waarom niet?
Antwoord 8
In verband met de hoge wachttijden in de ggz is er een specifiek traject rondom de
zorgplicht. Zo controleert de NZa risicogericht hoe de zorgverzekeraars zich in algemene
zin inspannen om wachttijden terug te dringen. Vorig jaar en dit jaar heeft de NZa
onderzoek gedaan naar de inspanningen van zorgverzekeraars om de wachttijden terug
te dringen, ook in de ggz3. Dit jaar heeft de NZa opnieuw een bezoek gebracht aan de zorgverzekeraars om te
controleren of ze de aandachtspunten op basis van het onderzoek van vorig jaar hebben
opgepakt. De resultaten zullen naar verwachting voor het einde van het jaar aan de
Tweede Kamer worden toegezonden.
De NZa heeft op basis van de regionale wachttijddata zicht op de regionale verschillen
en knelpunten. De Nza richt de inspanningen op de grootste probleemgebieden. Samen
met de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) kijkt de NZa in de regio’s waar de
wachttijden het langst zijn naar de wijze waarop aanbieders en zorgverzekeraars en
andere partijen samenwerken om de wachttijden terug te brengen en naar de verbeteringen
die hierin mogelijk zijn. Met deze regionale aanpak stelt de NZa vast of de inspanningen
van zorgverzekeraars om de wachttijden terug te dringen ook daadwerkelijk leiden tot
daling van de wachttijden. Waar dit structureel niet het geval is, gaat de NZa het
gesprek aan.
Vraag 9
Is het huidig handhavingsinstrumentarium van de NZa naar uw mening voldoende toegerust
om te in te grijpen als zorgverzekeraars hun zorgplicht onvoldoende uitvoeren?
Antwoord 9
Ja, ik ben van mening dat de NZa voldoende is toegerust. De NZa zal bij de inzet van
de handhavingsinstrumenten per geval kijken naar de aard van de overtreding en de
omstandigheden waaronder de overtreding heeft plaatsgevonden. Handhaving is er op
gericht om naleving van de wet en daarmee de werking van het stelsel te bewerkstelligen
en te bevorderen. De NZa stelt daarbij het algemene belang van consumenten centraal.
Handhaving is geen doel op zich. Het gaat er primair om dat de patiënt tijdig passende
zorg krijgt en dat degenen op wie de normen en regels van toepassing zijn deze respecteren
en in acht nemen.
Bij patiëntenstops van grote(re) instellingen wint de NZa informatie in over de aanleiding
van de patiëntenstop, de wijze waarop verzekerden/patiënten hierover geïnformeerd
worden door zorgaanbieder en zorgverzekeraar en het alternatieve zorgaanbod. Op basis
daarvan toetst de NZa hoe de partijen omgaan met eventuele gevolgen voor hun patiënten
respectievelijk verzekerden. De NZa toetst dan ook of aannemelijk is dat partijen
aan wet- en regelgeving voldoen. Als de NZa knelpunten voor de patiënt signaleert,
dan zal de NZa dat in eerste instantie in gesprek met partijen samen proberen op te
lossen. Als dat niet lukt, heeft de NZa de beschikking over formele handhavingsinstrumenten
om normnaleving juridisch af te dwingen:
1) het geven van een aanwijzing;
2) het toepassen van bestuursdwang;
3) het opleggen van een last onder dwangsom;
4) het opleggen van een boete;
5) het openbaar maken van bepaalde handhavingsmaatregelen.
Niet alle formele handhavingsinstrumenten kunnen bij iedere overtreding worden ingezet.
Bij overtreding van de zorgplicht kan de NZa de zorgverzekeraar een aanwijzing geven,
maar geen boete. Tevens regelt de Wmg dat aanwijzingen in beginsel niet openbaar zijn.
Als niet aan de aanwijzing wordt voldaan kan de NZa naleving afdwingen door middel
van een last onder dwangsom, en kan zij dit openbaar maken.
Vraag 10
Kunt u toelichten hoe het kan dat de NZa voor zover bekend nog nooit een formeel handhavingsinstrument
zoals een aanwijzing heeft toegepast jegens een zorgverzekeraar die de zorgplicht
schond?
Antwoord 10
De NZa heeft tot op heden jegens zorgverzekeraars inzake de zorgplicht geen formele
handhavingsinstrumenten zoals een aanwijzing ingezet. De NZa wil snel en adequaat
optreden als zij problemen in de zorg signaleert. De NZa beschikt in de praktijk over
een veelheid aan manieren om normnaleving te bewerkstelligen. Voorbeelden zijn normoverdragende
gesprekken, waarschuwingen, het geven van voorlichting en guidance, het inzetten van
publiciteit en de inzet van formele handhavingsinstrumenten zoals een aanwijzing.
Het gaat de NZa om het oplossen van het probleem, de inzet van formele handhavingsinstrumenten
is geen doel op zichzelf.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.