Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Lee over de onderschatting van economische groei
Vragen van het lid Van der Lee (GroenLinks) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de onderschatting van economische groei (ingezonden 28 oktober 2019).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 26 november
2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «ING: economische groei stelselmatig onderschat»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de analyse van de ING-economen dat de huidige berekeningen van het bruto binnenlands
product (bbp) tekortschieten, onder meer door digitalisering en het onvoldoende corrigeren
van prijzen voor kwaliteitsverbeteringen? Zo ja waarom, zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Ik deel de analyse van de ING-economen deels. Het meten van het bbp is in de loop
van de tijd inderdaad uitdagender geworden door ontwikkelingen zoals globalisering,
verdienstelijking en digitalisering. Het is echter voorbarig om hier conclusies aan
te verbinden. Eerst is hier nog meer onderzoek naar nodig. Er lopen momenteel een
aantal trajecten die kijken naar deze ontwikkelingen.
De huidige methodiek achter het bbp berust op EU-wetgeving (European System of National
and Regional Accounts (ESA 2010), EU verordening 540/2013). De voorschriften die uit
deze wetgeving volgen bepalen welke economische activiteiten worden meegenomen in
de berekening van het bbp en hoe ze zijn gedefinieerd.
De voorschriften worden met enige regelmaat aangepast als nieuwe economische feiten
en ontwikkelingen die hierom vragen. Gegeven het brede internationale gebruik van
het bbp is het nodig om veranderingen van de voorschriften in internationaal verband
vast te stellen. Momenteel wordt er in VN-verband gewerkt aan een herziening van de
richtlijnen voor het samenstellen van de nationale rekeningen en daarmee ook het bbp.
In dat kader vinden onder meer discussies plaats over de ontwikkelingen die ook in
het ING-rapport worden geschetst. Het CBS participeert actief in deze discussies.
Te zijner tijd zullen de gewijzigde richtlijnen omgezet worden in EU-wetgeving in
het Europees systeem van rekeningen. De gewijzigde voorschriften kunnen dan leiden
tot revisie van de bbp-cijfers en andere variabelen.
Vraag 3 en 4
Op welke wijze houden het kabinet en bureaus als het Centraal Planbureau op dit moment
al rekening met de factoren die bij zouden dragen aan de onderschatting van de Nederlandse
economische groei?
Bent u in staat en bereid om de onderschatting van de Nederlandse economische groei
– op basis van de genoemde inzichten – ook in kwantitatieve zin aan te geven?
Antwoord 3 en 4
Het kabinet en het Centraal Planbureau baseren zich op macro-economische cijfers zoals
deze worden gepubliceerd door het CBS. Het CBS neemt actief deel aan discussies rondom
de herziening van de nationale rekeningen en het bbp. Het thema «onderschatting van
de economische groei» wordt daar besproken. Eventuele gewijzigde voorschriften die
hieruit voortvloeien kunnen uiteindelijk leiden tot revisie van de bbp-cijfers. Dan
wordt ook duidelijk of en in hoeverre de economische groei is onderschat.
Vraag 5
Bent u van plan om ook in formele zin een traject te starten dat de onderschatting
van de economische groei zo gering mogelijk maakt?
Antwoord 5
Het CBS voert doorlopend onderzoek uit om de berekeningen van het bbp te verbeteren.
Met betrekking tot digitalisering loopt het programma «adequaat meten van de economie».
Enkele relevante projecten binnen dit programma betreffen de meting van de platformeconomie,
de rol van data als immateriële activa en de meting van gratis diensten. Ook wordt
actief geparticipeerd in internationale discussies over mogelijke aanpassing van de
voorschriften om zo de veranderende economische werkelijkheid beter te beschrijven.
Gezien deze lopende trajecten, acht ik het niet nodig om in formele zin een nieuw
traject te starten.
Vraag 6
Kunt u ook aangeven of en zo ja, welke overheidsuitgaven aangepast dienen te worden
als een correctie van de huidige wijze van berekening van het Nederlandse bbp daadwerkelijk
tot een hoger groeicijfer zou leiden?
Antwoord 6
Het is op voorhand lastig te benoemen welke overheidsuitgaven aangepast dienen te
worden als een correctie van de huidige wijze van berekening van het Nederlands bbp
tot een hoger groeicijfer leidt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.