Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over het bericht ‘deurwaarders die onterecht kosten in rekening brengen’
Vragen van het lid Jasper vanDijk (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over deurwaarders die onterecht kosten in rekening brengen. (ingezonden 4 november 2019).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 27 november 2019).
Vraag 1
Wat is uw oordeel over het bericht: «Deurwaarder GGN moet tienduizenden klanten compenseren
na zaak e-Court»? 1
Antwoord 1
Het bericht is gebaseerd op de uitspraak van het Hof van beroep van 29 oktober 2019
in een tuchtzaak tegen een gerechtsdeurwaarderskantoor. In deze tuchtzaak stond ter
discussie de bevoegdheid van de gerechtsdeurwaardersdienstverlening ten behoeve van
arbitrage door het zogenoemde e-Court. Gezien het rechtsstatelijke belang van een
goede uitoefening van het ambt door de gerechtsdeurwaarder mag geen onduidelijkheid
bestaan over wat onder die ambtsuitoefening wordt verstaan. Dit ambt brengt bepaalde
verantwoordelijkheden en privileges met zich mee.2 Juridisch gezien ligt er nu een duidelijke uitspraak van de hoogste tuchtrechter
over de relatie tussen exploten en ambtshandelingen, over de rechtmatigheid van de
toegang tot de basisregistratie personen (BRP) en over de vraag of de kosten van het
exploot (de ambtshandeling) mogen worden doorbelast aan de schuldenaar.
Vraag 2
Is het juist dat circa 34.000 mensen circa 160 euro onterecht hebben betaald aan deurwaarderskantoor
GGN?
Antwoord 2
Dat is aan de burgerlijke rechter om vast te stellen. De tuchtrechter heeft met nadruk
voorop gesteld dat het niet aan de tuchtrechter, maar aan de burgerlijke rechter is
om bindend vast te stellen hoe regels van burgerlijk recht en burgerlijke rechtsvordering
(waaronder begrepen eventuele aansprakelijkheid voor schade) worden uitgelegd. Het
landelijk overlegorgaan sociaal raadslieden (LOSR) heeft reeds een proefproces aangekondigd.
Ook de andere betrokken partijen – zo lees ik in het door u aangehaalde mediabericht
– zoeken uit of sprake is van ten onrechte in rekening gebrachte kosten.
Vraag 3
Deelt u de mening dat GGN dit geld uit zichzelf moet terugbetalen aan gedupeerden?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat onderneemt u om dit te realiseren?
Antwoord 3
Dat oordeel is uiteindelijk aan de burgerlijke rechter. Zie het antwoord op vraag
2. Uit het bericht maak ik op dat het de intentie is van betrokken partijen om daar
waar sprake is van ten onrechte in rekening gebrachte deurwaarderkosten, zij zich
zullen inspannen om dat recht te zetten.
Vraag 4 en 5
Bent u het ermee eens dat de berisping van de tuchtrechter terecht is, maar dat GGN
er ook toe moet worden aangezet om het geld actief terug te betalen? Zo nee, waarom
niet?
Deelt u de mening van de Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden (LOSR) dat GGN
alle ten onrechte in rekening gebrachte kosten uit zichzelf moet corrigeren en terugbetalen
en dat ook de zorgverzekeraars hierin moeten bijdragen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4 en 5
Het oordeel van de tuchtrechter op de klacht is helder. Dat impliceert echter nog
niet dat de deurwaarder op basis van deze uitspraak actief geld terug moet betalen.
Zie het antwoord op vraag 2. In deze kwestie is het aan betrokken partijen om te bepalen
of er schuldenaren gedupeerd zijn en daar waar sprake is van ten onrechte in rekening
gebrachte deurwaarderkosten, zich te zullen inspannen om dat recht te zetten. Of en
in welke mate opdrachtgevers eventueel zouden moeten bijdragen in de kosten die de
deurwaarder voor het uitbrengen van het exploot gemaakt heeft, is aan opdrachtnemer
en opdrachtgever.
Vraag 6
Bent u het ermee eens dat digitale rechtspraak (e-Court) niet geschikt is voor dit
soort zaken? Bent u bereid te realiseren dat cliënten op zijn minst hun akkoord moeten
geven aan digitale rechtspraak?
Antwoord 6
E-Court maakt in consumentenzaken gebruik van arbitrage. In mijn brief van 16 april
2018 ben ik uitgebreid daarop ingegaan.3 Zoals ik destijds al aangaf, sta ik positief tegenover innovatieve vormen van (digitale)
geschilbeslechting die zien op het bereiken van een effectieve, betaalbare en voor
beide partijen bevredigende oplossing. E-Court zou hieraan een bijdrage kunnen leveren,
mits aan de wettelijke vereisten is voldaan, zodat de rechten van partijen worden
gewaarborgd. Zo kijk ik er nog steeds naar.
Het is niet zo dat de keuze voor een traject van digitale rechtspraak buiten de consument
om gebeurt. Het wettelijk kader biedt consumenten jegens wie arbitrage wordt aangespannen
de mogelijkheid om binnen een maand alsnog de keuze voor de overheidsrechter te maken.4 De voorzieningenrechter die een verzoek om toestemming tot tenuitvoerlegging van
een arbitraal vonnis in een consumentenzaak beoordeelt, is verplicht om het arbitragebeding
ambtshalve (zonder dat de consument het hem heeft gevraagd) daarop te toetsen alsmede
om na te gaan of de consument daadwerkelijk de in het arbitragebeding opgenomen termijn
van ten minste een maand is gegund. Dat heeft de Hoge Raad onlangs bevestigd.5
Vraag 7
Wilt u de vragen beantwoorden voor het algemeen overleg over armoede- en schuldenbeleid
op 14 november aanstaande?
Antwoord 7
Ja
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.