Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bisschop over uitgedeelde boetes op grond van de Meststoffenwet
Vragen van het lid Bisschop (SGP) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over uitgedeelde boetes op grond van de Meststoffenwet(ingezonden 30 juli 2019).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 18 november
2019).
Vraag 1, 2 en 3
Kunt u aangeven hoeveel boetes in het kader van de Meststoffenwet op basis van controles
van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) onderscheidenlijk administratieve
controles van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) in 2017 onderscheidenlijk
2018 uitgedeeld zijn?
Wat was het totaalbedrag van deze boetes in 2017 onderscheidenlijk 2018?
Kunt u daarbij aangeven wat de boetebedragen (totaal) en aantallen beschikkingen waren
voor de verschillende soorten overtredingen (gebruiksnormen, verantwoordingsplicht,
mestverwerkingsplicht, hoeveelheidsbepaling, etc.)?
Antwoord 1, 2 en 3
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) is belast met het fysieke toezicht
op de naleving van de mestregelgeving. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)
ontvangt en controleert als uitvoerder van die wetgeving de gegevens en voert namens
de rijksoverheid de bestuursrechtelijke handhaving uit. RVO.nl kan maatregelen nemen,
zoals het opleggen van een bestuurlijke boete, opleggen van een last onder dwangsom
of geven van een waarschuwing.
In 2017 heeft RVO.nl 2.662 boetes, lasten onder dwangsom (LOD) of waarschuwingen opgelegd,
met een totaal bedrag van € 2.105.405. In 2018 waren dat 3.674 boetes, lasten onder
dwangsom (LOD) of waarschuwingen, met een totaalbedrag van € 11.398.215. Het bedrag
aan boetes verschilt per jaar en is sterk afhankelijk van de aanwezigheid van grote
zaken met hoge boetes. In 2018 was sprake van een aantal grote zaken, met name bij
de controles van de gebruiksnormen en van de verantwoordingsplicht.
RVO.nl
Jaar
Aantallen boetes, LOD’s en waarschuwingen
Totaalbedrag, in euro’s
2017
2.662
€ 2,1 mln
2018
3.674
€ 11,4 mln
Dit is nader uitgesplitst in onderstaande tabel.
2017
2018
Administratieve bevindingen
Niet akkoord
Totaal bedrag
Niet akkoord
Totaal bedrag
Administratieve verplichtingen intermediairs
65
€ 17.400
173
€ 45.040
Administratieve verplichtingen landbouwers
852
€ 231.970
885
€ 234.415
Administratieve verplichtingen overige leveranciers en afnemers bedrijven
9
€ 5.300
8
€ 0
Gebruiksnormen
625
€ 1.261.078
412
€ 6.173.157
Grensoverschrijdende overbrenging
124
€ 24.670
158
€ 38.115
Hoeveelheidsbepaling
118
€ 35.545
269
€ 136.171
Mestverwerking
31
€ 227.548
89
€ 1.978.610
Overige bepalingen
2
€ 0
3
€ 900
Verantwoorde groei melkveehouderij
17
€ 57.358
42
€ 231.266
Verantwoordingsplicht dierlijke meststoffen
5
€ 73.060
17
€ 2.091.588
Vervoer van dierlijke meststoffen
232
€ 59.135
164
€ 119.530
Vervoer van zuiveringsslib en compost
7
€ 2.100
9
€ 2.430
Vervoersbewijs dierlijke meststoffen
575
€ 110.240
1.445
€ 346.993
Eindtotaal
2.662
€ 2.105.405
3.674
€ 11.398.215
Vraag 4
Kunt u voor de in 2017 en 2018 opgelegde beschikkingen een verdeling geven van de
hoogte van de opgelegde boetes (<2.000 euro, 2.000–15.000 euro, 15.000–50.000 euro,
>100.000 euro)?
Antwoord 4
De boetes en LOD’s in 2017 en 2018 zijn als volgt te verdelen:
<2.000 euro
2.000 – 15.000 euro
15.000 – 50.000 euro
50.000 – 100.000 euro
>100.000 euro
2017
886
90
28
3
1
2018
659
193
122
33
18
Vraag 5 en 6
Kunt u aangeven in hoeverre in 2017 en 2018 opgelegde boetes zijn gematigd door toepassing
van het matigingsbeleid naar aanleiding van ingediende zienswijzen onderscheidenlijk
naar aanleiding van ingediende bezwaren (met uitzondering van matiging vanwege overschrijding
van termijnen)?
Als dergelijke matiging werd toegepast, wat was dan gemiddeld genomen het percentage
waarmee de boete verlaagd werd?
Antwoord 5 en 6
Matiging van boetes kan plaatsvinden op basis van ontvangen zienswijzen op voornemens,
door toepassing van het matigingsbeleid bijvoorbeeld wegens overschrijding van termijnen
door de overheid, en op basis van (gedeeltelijk) gegronde bezwaren. In het matigingsbeleid
wordt rekening gehouden met de individuele omstandigheden van de ondernemer. De mate
waarin een boete verlaagd wordt is dus maatwerk. Een gemiddeld percentage waarmee
boetes verlaagd zijn, geeft in dat licht geen relevante informatie. Om hoeveel gevallen
van matiging en om welke bedragen het gaat wordt door RVO.nl niet in haar totaliteit
bijgehouden. Een meer specifieke beantwoording zou een individuele doorlichting van
alle zaken vragen. Hiervoor is thans geen capaciteit bij RVO.nl beschikbaar.
Op 18 december 2018 heeft het College van beroep voor het bedrijfsleven (CBb) drie
uitspraken gedaan over een aantal categorieën mestboetes. Als gevolg hiervan heeft
RVO.nl in 2019 138 boetebeschikkingen waartegen bezwaar liep geheel of gedeeltelijk
ingetrokken, 9 uit 2017 en 129 uit 2018. Een boetebeschikking kan uit meerdere administratieve
bevindingen bestaan.
Vraag 7
Kunt u inmiddels meer inzicht ingeven in de mogelijke oorzaken van de door RVO.nl
geconstateerde stijgende trend in het aantal mestboetes dat opgelegd wordt?1
Antwoord 7
De handhaving van het mestbeleid bij RVO.nl wordt programmatisch aangepakt in nauwe
samenwerking met de NVWA. Programmatisch handhaven is een aanpak waarbij op basis
van de risico’s van niet-naleving van de regelgeving periodiek prioriteiten worden
vastgesteld en met behulp van een doelgroep-analyse een interventiestrategie wordt
bepaald.
De toename van het totale boetebedrag en het aantal mestboetes in 2018 is het gevolg
van het gebruik van steeds geavanceerdere data-analyses, waardoor administratieve
onderzoeken bij geselecteerde bedrijven vaker leiden tot een bestuurlijke sanctie
ten opzichte van een steekproefsgewijze aanpak. In mijn brief van 28 september 2018
heb ik uw Kamer mijn aanpak (versterkte handhavingsstrategie mest) toegezonden (Kamerstuk
33 037, nr. 311).
Verder waren er in 2018 een aantal grotere strafrechtelijke onderzoeken. Daarbij gaat
het met name om onderzoeken naar overtreding van de gebruiksnormen en/of verantwoordingsplicht.
Vraag 8
Wat is de stand van zaken met betrekking tot het aangekondigde onderzoek van de Commissie
Deskundigen Meststoffenwet naar behaalde economische voordelen door fraude, de verhouding
tot de boetehoogte en de regio’s waar economische voordelen relatief hoog zijn?2
Antwoord 8
Dit onderzoek is afgerond en ik heb uw Kamer hier inmiddels over geïnformeerd. Ik
verwijs naar mijn brief van 24 oktober jl. (Kamerstuk 33 037, nr. 365)
Vraag 9
Wordt in het genoemde onderzoek, zoals geadviseerd door de Auditdienst Rijk, ook gekeken
naar eventuele differentiatie naar soort mest of soort grond?
Antwoord 9
In het onderzoek van de CDM wordt ingegaan op varkens-, rundvee- en pluimveemest.
Er wordt niet ingegaan op de soort grond, wel op verschillen tussen regio’s. Voor
meer achtergrondinformatie verwijs ik naar mijn brief van 24 oktober jl. (Kamerstuk
33 037, nr. 365)
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.