Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van de leden Van Wijngaarden en Wiersma over het arrest van de Hoge Raad der Nederlanden, het artikel ‘Salafistische scholen leren kinderen zich af te keren van Nederland’ en ‘Invoer hallucinerende ayahuasca-thee definitief strafbaar’
Vragen van de leden Van Wijngaarden en Wiersma (beiden VVD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het arrest van de Hoge Raad der Nederlanden, het artikel «Salafistische scholen leren kinderen zich af te keren van Nederland» en «Invoer hallucinerende ayahuasca-thee definitief strafbaar» (ingezonden 21 oktober 2019).
Mededeling van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 18 november
            2019).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het arrest van de Hoge Raad1 en de artikelen «Salafistische scholen leren kinderen zich af te keren van Nederland»2 en «Invoer hallucinerende ayahuasca-thee definitief strafbaar»?3
Vraag 2
            
Deelt u de opvatting dat het arrest van de Hoge Raad de strafrechtelijke grenzen aan
               de godsdienstvrijheid nader duidt en preciseert?
            
Vraag 3
            
Deelt u de opvatting dat, hoewel het onderhavige arrest als zodanig geen betrekking
               heeft op uitingsdelicten maar op invoer van verboden middelen, deze uitspraak van
               de Hoge Raad desalniettemin mede interessant is in het licht van de vervolging van
               uitingsdelicten nu deze gaat over de strafrechtelijke grenzen aan de godsdienstvrijheid?
            
Vraag 4
            
Is het juist dat het op dit moment in Nederland wettelijk gezien al niet mogelijk
               is je bij het plegen van strafbare feiten te exculperen met een beroep op het geloof,
               omdat de godsdienstvrijheid, net als de uitingsvrijheid, geldt behoudens ieders verantwoordelijkheid
               volgens de wet en dit betekent dat de wet in formele zin grenzen stelt aan de uitoefening
               van deze grondrechten zoals te vinden in het Wetboek van Strafrecht: bij belediging,
               aanzetten tot haat, discriminatie of geweld, opruiing, e.d. worden deze wettelijke
               grenzen overschreden, ook als degene die de uitlating doet, zich beroept op een religie
               of hieraan verbonden heilig schrift?
            
Vraag 5
            
Hoe beziet u in het licht van de voorgaande vragen en antwoorden hierop de invuloefening
               die kinderen krijgen op een vijftigtal radicaalislamitische moskeescholen om de «juiste
               straffen voor overspeligen, homoseksuelen, afvalligen of zogeheten «tovenaars» te
               kiezen, waarbij de keuzemogelijkheden voor de kinderen zijn a. zweepslagen, b. stenigen,
               c. doden met een zwaard»?
            
Vraag 6
            
Deelt u de opvatting dat de invuloefening die kinderen krijgen op een vijftigtal radicaalislamitische
               moskeescholen om de «juiste straffen voor overspeligen, homoseksuelen, afvalligen
               of zogeheten «tovenaars» te kiezen waarbij de keuzemogelijkheden voor de kinderen
               zijn a. zweepslagen, b. stenigen, c. doden met een zwaard» haatzaaiend, discriminerend
               en beledigend van aard zijn of zouden kunnen zijn zoals bedoeld in het Wetboek van
               Strafrecht?
            
Vraag 7
            
Is het openbaar ministerie (OM) van plan tot vervolging over te gaan van het vijftigtal
               radicaalislamitische moskeescholen waar dit lesmateriaal wordt of is onderwezen en
               tegen de makers en verspreiders van dit lesmateriaal? Zo ja, wat is de stand van zaken?
               Zo nee, waarom niet en vindt u het belang van vervolging in deze zaak groot genoeg
               om gebruik te maken van uw aanwijzingsbevoegdheid en het OM hier alsnog toe op te
               dragen?
            
Vraag 8
            
Kunt u de vragen 5 tot en met 9 ook beantwoorden ten aanzien van het fenomeen dat
               kinderen op salafistische moskeescholen krijgen te horen dat «mensen met een ander
               geloof of levensovertuiging de doodstraf verdienen»?
            
Vraag 9
            
Bent u bereid deze vragen afzonderlijk en nog voor het plenaire debat over salafisme
               in Nederland te beantwoorden?
            
Mededeling
            
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Van Wijngaarden en
               Wiersma (beiden VVD) van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over
               het arrest van de Hoge Raad der Nederlanden, het artikel «Salafistische scholen leren
               kinderen zich af te keren van Nederland» en «Invoer hallucinerende ayahuasca-thee
               definitief strafbaar» (ingezonden 21 oktober) niet binnen de gebruikelijke termijn
               kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.
            
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.