Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van den Berge, Buitenweg en Den Boer over de laatste stand van zaken rondom de aanschaf van tweeduizend bodycams
Vragen van de leden Van den Berge, Buitenweg (beiden GroenLinks) en Den Boer (D66) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de laatste stand van zaken rondom de aanschaf van tweeduizend bodycams (ingezonden 10 oktober 2019).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 15 november
2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 602.
Vraag 1
Kunt u zich het bericht herinneren van de politie op 24 april 2019 waarin werd gesteld
dat er tweeduizend bodycams aangeschaft zouden worden?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is de aanbestedingsprocedure in gang gezet? Zo ja, is er al een leverancier in beeld
en welke? Zo nee, waarom zijn reeds een half jaar later nog geen wezenlijke stappen
gezet?
Antwoord 2
Ja, de aanbesteding is in gang gezet. De doorlooptijd van de aanbestedingsprocedure
is negen tot twaalf maanden. Nu duidelijk is voor welk doel de politie de bodycam
zal inzetten, is er meer nodig dan alleen de feitelijke inkoop van bodycams. Zo is
gebleken dat het effect dat met de inzet van de bodycams nagestreefd wordt, slechts
kan worden gerealiseerd indien de beheerorganisatie, de opleidingen, de technische
voorzieningen en de lokale begeleiding allemaal op orde en in samenhang georganiseerd
zijn. Dat betekent dat er naast de aanbestedingsprocedure ook organisatorische aanpassingen
nodig zijn.
Vraag 3
Wanneer verwacht u dat de tweeduizend bodycams zijn aangeschaft en operationeel inzetbaar
zijn?
Antwoord 3
De verwachting is dat eind 2020 alle bodycams (in fasen) aangeschaft en operationeel
inzetbaar zijn. De start van de operationele inzet is mede afhankelijk van de planning
van de opleidingen en de inrichting van de beheerorganisatie. Vooruitlopend op de
aanbesteding heeft de politie mij laten weten dat er 376 bodycams operationeel inzetbaar
zijn. Deze bodycams zijn, binnen de grenzen van een eerder raamcontract, aangeschaft
ten behoeve van de proeftuinen. Deze bodycams zullen na de aanbesteding geheel worden
vervangen.
Vraag 4
Heeft u kennisgenomen van het onderzoek van Sander Flight getiteld «Evaluatie pilot
bodycams Politie Eenheid Amsterdam 2017–2018» waaruit blijkt dat het dragen van bodycams
de veiligheid verbetert?
Antwoord 4
Ja. De pilot bodycams in de eenheid Amsterdam heeft laten zien dat het dragen van
de bodycam op zichzelf niet zozeer de veiligheid verbetert, maar dat het dragen van
de bodycam effect heeft op het gedrag van zowel de burger als de politiemedewerker.
Het gebruik van de bodycam versterkt het de-escalerend vermogen van de politieambtenaar.
Politiemedewerkers die een bodycam dragen, voelen zich veiliger. Uit de pilot blijkt
dat er minder agressie en geweld wordt gebruikt tegen politieambtenaren die uitgerust
zijn met een bodycam.
Uit een reeks onderzoeken2, die in lijn liggen met elkaar, wordt geconcludeerd dat er, om het de-escalerend
effect te bereiken, bijzondere aandacht nodig is voor organisatorische en psychologische
begeleiding van de politieambtenaar die de bodycam draagt. Alleen dan wordt het gewenste
resultaat behaald. Dit maakt tevens duidelijk waarom er een zorgvuldige voorbereiding
van deze implementatie nodig is.
Vraag 5
Deelt u niettemin de mening dat er zéér heldere wettelijke richtlijnen noodzakelijk
zijn om niet alleen de privacy van agenten maar ook de privacy van burgers te waarborgen
bij de operationele inzet van bodycams?
Antwoord 5
Ja. De wettelijke grondslag voor de inzet van de bodycams en het verkrijgen van de
bodycam opnames is gelegen in artikel 3 van de Politiewet. De verwerking van de opnames
vindt plaats op basis van de Wet politiegegevens. Deze wettelijke grondslag is verder
uitgewerkt in het Inzetkader Bodycams.3 De gebruikers van de bodycam en hun collega’s worden geïnstrueerd in het toepassen
van het Inzetkader en de privacyaspecten die hierin zijn opgenomen.
Om te bereiken dat alleen opnames worden bewaard die nodig zijn voor de normale taakuitvoering
van de politie, heeft de politie een extra beperking opgelegd. Die beperking houdt
in dat binnen 28 dagen nadat de bodycam is gebruikt, moet zijn vastgesteld of de opname
noodzakelijk is voor het doel waarvoor ze is verkregen. Alle vastgelegde opnamen die
niet als zodanig worden aangemerkt worden binnen die termijn vernietigd. De politie
heeft in het Inzetkader ook benoemd hoe moet worden om gegaan met de privacy van politiemedewerkers
en hierover instemming gekregen van de centrale ondernemingsraad.
Zodra de definitieve keuze voor de technische infrastructuur achter de nieuwe bodycams
is vastgesteld en de keuze voor de inrichting van de beheerorganisatie duidelijk is,
wordt er tevens een nieuwe gegevensbeschermingseffectbeoordeling4 opgesteld.
In het eerste halfjaarbericht politie van 20195 heb ik uw Kamer geïnformeerd over het juridisch kader dat de politie nu gebruikt
en de mogelijkheid dat dit moet worden aangevuld. Ik laat dat op dit moment onderzoeken
en zal uw Kamer in het tweede halfjaarbericht politie van 2019 informeren over de
uitkomst van dat onderzoek. Mocht het nodig zijn om het juridisch kader aan te vullen,
dan kan dat gevolgen hebben voor de doorlooptijd van de aanbestedingsprocedure.
Vraag 6
Ziet u een rol weggelegd voor de operationele inzet van de bodycam om etnisch profileren
tegen te gaan? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
De politie voelt al jaren de noodzaak om actie te ondernemen tegen etnisch profileren.
De bodycam zal daar niet voor worden ingezet. In mijn antwoord op vraag 4 gaf ik aan
dat ervoor is gekozen om de bodycam in te gaan zetten ter versterking van het de-escalerende
vermogen van de politiemedewerker. Het Inzetkader bodycams, de afweging in welke situatie
een politiemedewerker zal worden uitgerust met een bodycam, de instructie van de dragers,
enz. is gericht op het inzetdoel «versterking de-escalerend vermogen».
De politie heeft er voor gekozen om etnisch profileren terug te dringen aan de hand
van bewustwording via het basispolitieonderwijs, trainingen en door instructie van
de politiemedewerkers. Eind 2017 heeft de politie het Handelingskader Proactief controleren6 7 gepresenteerd. In dit handelingskader wordt onder andere uitgelegd hoe politiemensen
burgers op objectiveerbare gronden selecteren voor een controle, hoe belangrijk een
goede uitleg is en hoe de politie de staande gehouden mensen goed kan bejegenen. Ook
staat erin dat het belangrijk is om te reflecteren op de uitgevoerde controle: is
het goed gegaan?
Vraag 7
Wordt de Nationale ombudsman geraadpleegd bij de implementatie van de bodycam, aangezien
deze al eerder het ministerie adviseerde betreffende het gebruik van de bodycam? Zo
ja, kunt u toelichten hoe de Ombudsman precies zal worden betrokken? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 7
In het eerste halfjaarbericht politie van 20198 heb ik uw Kamer geïnformeerd over het onderzoek van de Nationale ombudsman naar het
gebruik van bodycams door de politie. De Nationale ombudsman heeft in 2017 een verkennend
onderzoek uitgevoerd naar het gebruik van bodycams door de politie. De bevindingen
zijn ter harte genomen en zijn verwerkt in het definitieve Inzetkader Bodycams.
De Nationale ombudsman heeft mij destijds laten weten geen nieuw onderzoek te starten.
Wel geeft de Ombudsman aan de ontwikkelingen te blijven volgen en vragen te zullen
stellen als zij daartoe aanleiding zien. De politie neemt periodiek zelf het initiatief
om de Nationale ombudsman te informeren over haar vorderingen en over aanpassingen
in het Inzetkader.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.