Schriftelijke vragen : Geweld tegen de actiegroep Kick Out Zwarte Piet
Vragen van de leden Van den Hul, Gijs van Dijk (beiden PvdA), Paternotte, Groothuizen (beiden D66), Van den Berge en Özütok (beiden GroenLinks) aan de Minister-President en de ministers van Justitie en Veiligheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over geweld tegen de actiegroep Kick Out Zwarte Piet (ingezonden 13 november 2019).
Vraag 1
Kent u de berichten «Activisten vernielen ruiten en auto’s bij bijeenkomst Kick Out
Zwarte Piet» en «Kick Out Zwarte Piet regelt extra beveiliging»?1 2
Vraag 2
Deelt u de mening dat de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van vergadering
betekenen dat een congres van Kick Out Zwarte Piet (KOZP) ongestoord moet kunnen verlopen?
Vraag 3
Deelt u de mening dat de wijze waarop de genoemde bijeenkomst door tegenstanders werd
verstoord met geweld en intimidatie de grenzen van de vrijheid van meningsuiting ver
te buiten gaat en sterk veroordeeld dient te worden?
Vraag 4
Waren de lokale autoriteiten op de hoogte van de genoemde bijeenkomst?
Vraag 5
Wat is er – gezien de verschillende uitingen van geweld en intimidatie jegens KOZP
en demonstranten met een vergelijkbare boodschap vorig jaar – gedaan om een veilig
verloop van deze bijeenkomst te waarborgen?
Vraag 6
Waren de oproepen van Pegida en de in het bericht genoemde ondernemer bij de lokale
autoriteiten bekend? Zo ja, wat is er gedaan om ongeregeldheden te voorkomen en waarom
is dit niet gelukt? Zo nee, hoe verklaart u dat deze oproepen tot geweld niet bekend
waren bij het bevoegd gezag?
Vraag 7
Waren de tegenacties tijdens het congres van KOZP vantevoren bekend? Zo ja, waren
die toegestaan, hoe zijn de veiligheidsrisico’s ingeschat en welke opvolging is hier
aan gegeven?
Vraag 8
In hoeverre geeft in uw ogen Pegida met dergelijke acties aan zich te willen bedienen
van anti-democratische middelen?
Vraag 9
Hoe beoordeelt u het voornemen van KOZP om – gezien het tegen hen gerichte geweld
vorig jaar en jongstleden zaterdag – zelf beveiliging te gaan organiseren? Bent u
bereid hierover met de actiegroep(en) in gesprek te gaan?
Vraag 10
Hoe ondersteunt u gemeenten, burgemeesters en andere ordehandhavers om ervoor te zorgen
dat toekomstige activiteiten van KOZP en Sinterklaasintochten vreedzaam kunnen verlopen?
Vraag 11
In hoeverre verwacht u dat de bevoegde autoriteiten de vrijheid van meningsuiting
rondom de Sinterklaasintocht dit jaar waarborgen zonder dat demonstraties uit veiligheidsoverwegingen
verboden moeten worden?
Vraag 12
Bent u ervan op de hoogte dat kinderdagverblijven, die een inclusief Sinterklaasfeest
willen vieren in Den Haag, zich ook bedreigd voelen? Zo ja, hoe gaat u hun veiligheid
garanderen?
Vraag 13
Kunt u deze vragen beantwoorden vóór 16 november 2019?
Indieners
-
Gericht aan
M. (Mark) Rutte, minister-president -
Gericht aan
R.W. Knops, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Gericht aan
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Indiener
K.A.E. van den Hul, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
C.N. van den Berge, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
Jan Paternotte, Kamerlid -
Medeindiener
M. Groothuizen, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
G.J. (Gijs) van Dijk, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
N. Özütok, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.