Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kops over het tekort aan netcapaciteit
Vragen van het lid Kops (PVV) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het tekort aan netcapaciteit (ingezonden 2 oktober 2019).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 13 november
2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 435.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Elektriciteitsnet op steeds meer plekken vol»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het absurd is dat er massaal zonneparken en windmolens worden
aangelegd, terwijl het elektriciteitsnet het niet eens aankan (aldus netbeheerder
Liander)?
Antwoord 2
Ik deel de mening niet. De afgelopen jaren heeft er een snelle groei van projecten
voor duurzame elektriciteitsproductie plaatsgevonden, Projecten voor duurzame elektriciteitsproductie
zijn 4 a 5 keer sneller te realiseren dan aanpassingen in het elektriciteitsnet. De
snelle groei is hierdoor niet bij te houden door de netbeheerders. In mijn brief aan
de Kamer van 28 juni 2019 (Kamerstuk 30 196, nr. 669) ben ik ingegaan op deze problematiek en heb hier meerdere maatregelen aangekondigd
die de problematiek moet verlichten. Met bijvoorbeeld een algemene maatregel van bestuur
die zo snel mogelijk in 2020 in werking treedt, kan vrijstelling kan worden gegeven
voor de juridische eis dat het landelijke hoogspanningsnet redundant moet worden uitgevoerd.
Hierdoor kan gebruik gemaakt worden van de spitsstrook van het net. Bijvoorbeeld in
de regio Emmen kan deze algemene maatregel van bestuur in de periode tussen nu en
4 jaar voor circa 20–25% van de in de regio geregistreerde wachtenden een oplossing
bieden. Begin 2020 zal ik de Kamer informeren over de voortgang van deze maatregelen.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het bespottelijk is dat op sommige plekken grote bedrijven niet
meer op het stroomnet worden aangesloten, omdat er door deze zonneparken en windmolens
niet genoeg netcapaciteit meer is?
Antwoord 3
Ik deel het door u gelegde verband niet. Zoals ook beschreven in mijn brief aan de
Kamer van 28 juni 2019 (Kamerstuk 30 196, nr. 669) zijn er gebieden in Nederland waar het elektriciteitsnet niet de capaciteit heeft
om de toegenomen decentrale productie te transporteren. Andere gebieden hebben te
maken met een snel groeiende vraag naar elektriciteit. Dit kan er ook toe leiden dat
een aansluiting niet op korte termijn gerealiseerd kan worden. In de provincie Noord-Holland
is een sterke groei in de vraag naar elektriciteit. Netbeheerders moeten inzetten
op uitbreiden en verzwaren van het net zodat zo snel mogelijk de toestand is hersteld
waarbij iedereen binnen een redelijke termijn de gewenste hoeveelheid elektriciteit
kan transporteren of afnemen.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het «initiatief» van netbeheerder Liander, waarbij tuinders
hun lampen moeten uitzetten wanneer er veel vraag naar stroom is, een belachelijke
nepoplossing is? Bent u ertoe bereid de netbeheerder toe te staan nieuwe zonneparken
en/of windmolens niet langer aan te sluiten op het elektriciteitsnet? Bent u er tevens
toe bereid alle subsidies onmiddellijk te stoppen?
Antwoord 4
Ik deel de mening niet. Om de problemen die het gevolg zijn van een tekort aan transportcapaciteit
te beperken, wordt in afwachting van de realisatie van de benodigde netverzwaring
onder meer gezocht naar mogelijkheden om gebruik te maken van tijdelijke of structurele
inkoop van flexibiliteit. Hierbij ontvangen aangeslotenen die in staat zijn hun productie
of afname van elektriciteit te verhogen of te verlagen een vergoeding om door middel
van die verhoging of verlaging bij te dragen aan het beperken van de congestie op
het elektriciteitsnet. Deze situatie is niet onwenselijk en draagt bij aan een efficiënt
gebruik van het elektriciteitsnet. De afgelopen jaren heeft er een snelle groei van
projecten voor duurzame elektriciteitsproductie plaatsgevonden, een positieve ontwikkeling
voor het reduceren van CO2 en voor de energietransitie. Voor het verkrijgen van de SDE+-subsidie moet door de
aanvrager van nieuwe hernieuwbare elektriciteitsprojecten vanaf de najaarsronde 2019
een transportindicatie van de netbeheerder worden overgelegd waaruit blijkt dat transportcapaciteit
beschikbaar is op de locatie waar de productie-installatie is voorzien. Zo wordt meer
resultaat behaald met de SDE+.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het tegenstrijdig is dat u volop pleit voor méér duurzame energie,
terwijl het elektriciteitsnet dat helemaal niet kan verwerken? Deelt u de conclusie
dat uw eigen klimaatagenda niet alleen onzinnig en onbetaalbaar is, maar ook nog eens
onmogelijk?
Antwoord 5
Ik deel de mening niet, de inzet is om ervoor te zorgen dat het elektriciteitsnet
klaar is voor de toekomst en de afspraken uit het Klimaatakkoord voor 2030 aan kan,
zodat marktpartijen hernieuwbare elektriciteitsprojecten kunnen blijven realiseren.
Door middel van de transportindicatie die benodigd is voor het verkrijgen van de SDE+-subsidie
vanaf de najaarsronde 2019, is het de bedoeling dat projecten voor duurzame elektriciteitsproductie
gerealiseerd worden op plaatsen in Nederland waar er wel ruimte is op het elektriciteitsnet.
Ondertussen doen de netbeheerders er alles aan om te zorgen dat er meer ruimte op
het elektriciteitsnet ontstaat op plekken waar er sprake is van onvoldoende netcapaciteit,
zo investeert TenneT nu bijvoorbeeld 215 miljoen euro in netverzwaringen in Noord-Nederland.
Ik blijf dan ook in overleg met alle partijen om op alle mogelijk manieren samen te
werken aan het zo snel mogelijk vergroten van de capaciteit in het elektriciteitsnet.
Ik ben ervan overtuigd dat als we met alle betrokken partijen al onze creativiteit
inzetten, de regelgeving wijzigen op de hierboven beschreven punten en de prikkels
de goede kant op laten wijzen, we voor de energietransitie belangrijke stappen zetten.
Vraag 6
Deelt u de conclusie dat er zonder zonneparken en windmolens helemaal geen nettekort
zou zijn geweest? Bent u ertoe bereid om te stoppen met deze klimaat- en duurzaamheidswaanzin?
Antwoord 6
Nee, deze conclusie deel ik niet en nee, daar ben ik niet toe bereid.
Vraag 7
Bent u ertoe bereid deze Kamervragen – in tegenstelling tot eerder gestelde vragen2 – nu wél afzonderlijk en volledig te beantwoorden?
Antwoord 7
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.