Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Sienot over het artikel ’Elektriciteitsnet op steeds meer plekken vol’
Vragen van het lid Sienot (D66) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het artikel «Elektriciteitsnet op steeds meer plekken vol» (ingezonden 2 oktober 2019).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 13 november
2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 436.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Elektriciteitsnet op steeds meer plekken vol»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Erkent u de constatering van netbeheerder Liander, die verantwoordelijk is voor elektriciteitstransport
van drie miljoen woningen, dat het elektriciteitsnet vol raakt en daarmee aansluiting
op het stroomnet op een aantal plekken voor grote bedrijven niet meer mogelijk is?
Kunt u dit toelichten?
Antwoord 2
Ik erken de constatering, Zoals ook beschreven in mijn brief aan de Kamer van 28 juni
2019 (Kamerstuk 30 196, nr. 669) zijn gebieden in Nederland waar het elektriciteitsnet niet de capaciteit heeft om
de toegenomen decentrale productie te transporteren. Andere gebieden hebben te maken
met een snel groeiende vraag naar elektriciteit. Dit kan er ook toe leiden dat een
aansluiting niet gerealiseerd kan worden. In de provincie Noord-Holland is een sterke
groei in de vraag naar elektriciteit.
Vraag 3
Deelt u de constatering van de netbeheerder dat het door lange vergunningstrajecten
en procedures nog langer duurt totdat het netcapaciteitsprobleem wordt opgelost? Welke
stappen neemt u om deze procedures te versnellen?
Antwoord 3
Ik deel de constatering, grote netverzwaringen kennen zorgvuldige ruimtelijke besluitvormingsprocedures.
Daarbij is het voor overheden belangrijk om te investeren in inspraak, participatie
en onderzoek naar de milieueffecten. De netverzwaringen hebben immers impact op de
leefomgeving van mensen, op natuur en landschap. Dergelijke besluitvormingsprocedures
kennen daarom een zekere doorlooptijd. Door de aanpassing van de Crisis- en Herstelwet
zijn procedures al zoveel mogelijk verkort door bijvoorbeeld direct beroep bij de
rechter mogelijk te maken.
Versnelling van de doorlooptijd ontstaat vooral door een integrale visie op de ruimtelijke
locaties voor nieuwe opwek en energie infrastructuur. De Regionale Energiestrategieën,
waaraan de netbeheerders actief bijdragen, dragen in belangrijke mate bij aan versnelling
van de besluitvorming voor nieuwe projecten.
Vraag 4
Bent u ermee bekend dat tuinders inmiddels genoodzaakt zijn om hun lampen uit te zetten
omdat de vraag naar stroom te groot is? Deelt u de mening dat dit een zeer onwenselijke
situatie is?
Antwoord 4
Ja ik ben hier mee bekend. Om de problemen die het gevolg zijn van een tekort aan
transportcapaciteit te beperken, wordt in afwachting van de realisatie van de benodigde
netverzwaring onder meer gezocht naar mogelijkheden om gebruik te maken van tijdelijke
of structurele inkoop van flexibiliteit. Hierbij ontvangen aangeslotenen die in staat
zijn hun productie of afname van elektriciteit te verhogen of te verlagen een vergoeding
om door middel van die verhoging of verlaging bij te dragen aan het beperken van de
congestie op het elektriciteitsnet. Deze situatie is niet onwenselijk en draagt bij
aan een efficiënt gebruik van het elektriciteitsnet.
Vraag 5
Hoe staat u tegenover een nationaal masterplan voor de energie-infrastructuur, zoals
de netbeheerders voorstellen? Kunt u dit toelichten?
Antwoord 5
Netbeheerders beogen vooral een borging van tijdige besluitvorming over de energie-infrastructuur,
op de verschillende bestuurlijke niveaus. Ik wil een nationaal masterplan niet uitleggen
als een plan waarin het Rijk precies ruimtelijk uittekent waar ruimte moet komen voor
energie-infrastructuur. Hier ligt immers een belangrijke gezamenlijke taak voor gemeenten,
provincies en Rijk.
Wel ben ik met medeoverheden en netbeheerders in gesprek over de borging van de energie-infrastructuur
op de verschillende bestuurlijke niveaus zodanig dat klimaatdoelen tijdig gehaald
worden en de energietransitie wordt gefaciliteerd, Ik doe dit in het kader van het
nationaal programma regionale energiestrategieën en in het kader van het nationaal
programma energiehoofdstructuur.
Begin 2020 zal ik een startnotitie voor het programma energiehoofdstructuur vaststellen
en naar de Kamer sturen, waarin staat wat de precieze reikwijdte en planning van het
programma wordt. Onder coördinatie van het nationaal programma regionale energiestrategieën
zal een appreciatie van de regionale energiestrategieën worden uitgevoerd. De appreciatie
bestaat uit analyses van PBL en peer-reviews en wordt door de opdracht gevende partijen
voorzien van een advies aan de regionale energiestrategie regio’s. Dit advies is naar
verwachting na de zomer van 2020 gereed. Ik zal uw Kamer hierover informeren.
Vraag 6
Deelt u de genoemde constatering dat een tekort aan technisch personeel een van de
oorzaken van problemen met netcapaciteit is? Wat doet u om de werving van technisch
personeel te stimuleren?
Antwoord 6
Een tekort aan technisch personeel is een probleem voor de sector. Netbeheerders zullen
veel moeten investeren in het net en voor de uitvoering daarvan is technisch personeel
nodig. Werkgevers en werknemers in de elektriciteitssector hebben in het Klimaatakkoord
afgesproken een gezamenlijke agenda af te spreken en een platform voor overleg met
sociale partners te creëren om baankansen in de sector te vergroten.
Vraag 7
Hoe verklaart u dat sinds 2013, toen het Energieakkoord werd afgesloten, met een bijbehorende
intensivering van duurzame energieopwekking, in de afgelopen jaren de nodige investering
in netcapaciteit achter is gebleven?
Antwoord 7
In het Energieakkoord zijn twee hoofddoelen afgesproken die van belang voor hernieuwbaar
op land. In de Kamerbrief over de uitvoering van het Energie-akkoord van 14 februari
2018 (Kamerstuk 30 196, nr. 573) wordt aangegeven hoe het met de uitvoering van de doelen staat. Om de doelen te
behalen is in grote mate ingezet op het behalen van 6.000 MW wind op land in 2020.
Hiermee zou 10 PJ extra hernieuwbare energieproductie worden gerealiseerd. Het kabinet
heeft hierover met de provincies afspraken gemaakt, zie ook de brief van 28 juni 2019
(Kamerstuk 33 612, nr. 70).
De netbeheerders hebben deze voorziene toename tijdig kunnen faciliteren doordat sinds
2013 grootschalige netverzwaringen hebben plaatsgevonden met name voor wind op land
en zon-op-dak. De afgelopen jaren heeft echter een intensivering plaats gevonden,
die ook in het NEV 2017, waar werd uitgegaan van de toename van hernieuwbaar op grond
van het Energieakkoord, niet is voorzien. Netbeheerders bereiden nieuwe grootschalige
verzwaringen voor van de netten om aan de groeiende vraag naar netcapaciteit te voldoen.
Het aanbod van duurzame productie groeit vooral in dunbevolkte gebieden met van oudsher
weinig vraag naar elektriciteit, waar dus de dunste elektriciteitsnetten zijn neergelegd.
Dit zijn tegelijkertijd de gebieden waar sinds 2017 de meeste (grootschalige) zonneparken
worden gepland. Projecten voor deze vorm van duurzame elektriciteitsproductie zijn
4 a 5 keer sneller te realiseren dan aanpassingen in het elektriciteitsnet. De snelle
groei is hierdoor niet bij te houden door de netbeheerders. In mijn brief aan de Kamer
van 28 juni 2019 ben ik ingegaan op deze problematiek en heb hier meerdere maatregelen
aangekondigd die de problematiek moet verlichten. Begin 2020 zal ik de Kamer informeren
over de voortgang van deze maatregelen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.