Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Ploumen en Kuiken over de situatie in het kamp Al-Hol in Syrisch Koerdistan
Vragen van de leden Ploumen en Kuiken (beiden PvdA) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Justitie en Veiligheid over de situatie in het kamp Al-Hol in Syrisch Koerdistan (ingezonden 4 oktober 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) en van Minister Grapperhaus (Justitie
en Veiligheid) (ontvangen 14 november 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Repatriëring van Nederlandse IS-verdachten uit Syrië
op een zijspoor beland»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Wat is ondernomen sinds de rechter in januari oordeelde dat de overheid alle moeite
moet doen voor de terugkeer van een aantal IS-vrouwen naar Nederland, zodat ze hier
berecht kunnen worden?
Antwoord 2
Ik verwijs u daarvoor graag naar de brieven van de Minister van Justitie en Veiligheid
van 13 september en 24 juni jl. (Kamerstukken 29 754 nrs. 507 en 524).
Vraag 3
Kunt u stellen dat het uiterste is gedaan om de Nederlandse vrouwen en hun kinderen
terug te halen? Zo ja, betekent dit dat er geen actie meer wordt ondernomen? Zo nee,
welke vervolgstappen zullen worden gezet?
Antwoord 3
Ik verwijs u daarvoor graag naar de brieven van de Minister van Justitie en Veiligheid
van 13 september en 24 juni jl. (Kamerstukken 29 754 nrs. 507 en 524). Op 13 september heeft de Minister van Justitie en Veiligheid geschreven
dat de uitvoering van de bevelen gevangenneming op dit moment niet op een veilige
en verantwoorde wijze gerealiseerd kan worden. Het onderzoek naar de mogelijkheid
van de uitvoering van de bevelen gevangenneming van de rechtbank van Rotterdam duurt
voort. In de brief van 24 juni jl. is bericht, dat het kabinet de steeds veranderende
situatie en het geheel van bekende feiten en omstandigheden nauwlettend in ogenschouw
neemt, in relatie tot de beschikkingen van de rechtbank. De unieke omstandigheden
in deze casuïstiek nopen het kabinet daarbij tot een behoedzame aanpak. Op dit moment
kan er nog geen inzicht worden gegeven in de door het kabinet te nemen stappen, anders
dan dat het kabinet met Europese (Schengen) partners op zoek is naar oplossingen,
waaronder berechting in de regio.
Vraag 4
Kent u het bericht «Irak vraagt om (honderden) miljoenen voor berechting Irak-gangers»?2
Antwoord 4
Ja
Vraag 5
Klopt het dat Irak per overgedragen buitenlandse strijder een bedrag van 10 miljoen
euro vraagt, plus een jaarlijkse bijdrage van 2 miljoen dollar per verdachte per jaar?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 5
Irak heeft aangegeven bereid te zijn om te spreken over berechting van buitenlandse
strijders in Irak. Daarbij zijn ook bedragen genoemd. Met dit «openingsbod» heeft
Irak duidelijk gemaakt dat berechting en detentie ook (hoge) kosten met zich meebrengen.
Vraag 6
Wat is de officiële Nederlandse reactie geweest op deze eis? Is Nederland bereid deze
bedragen te betalen? Zo nee, welk bedrag is Nederland wel bereid om te betalen? Kunt
u uw antwoord toelichten?
Antwoord 6
Nederland heeft begrip voor de lasten die de vervolging, berechting en detentie van
ISIS-strijders met zich brengen en dat die zwaar drukken op een land dat zich probeert
te stabiliseren na jaren van oorlog en de strijd tegen ISIS. Het is echter nog te
vroeg om over compensatie te spreken, omdat daarvoor eerst overeenstemming nodig is
over fair trial standaarden en het feit dat Nederland niet meewerkt aan toepassing
van de doodstraf. Ook Irak heeft echter rode lijnen, onder meer ten aanzien van nationale
wetgeving over de doodstraf.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.