Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Westerveld over gezinsvoogden
Vragen van het lid Westerveld (GroenLinks) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over gezinsvoogden (ingezonden 19 september 2019).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 7 november 2019). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 322.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat kinderrechters zich zorgen maken over een tekort
aan gezinsvoogden?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u het met mij eens dat het onacceptabel is dat de veiligheid en ontwikkeling
van kwetsbare kinderen die door een rechter onder toezicht zijn gesteld niet gegarandeerd
kan worden?
Antwoord 2
Als die situatie zich voordoet dan is dat onacceptabel.
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in samenwerking met de Inspectie Justitie en
Veiligheid is een onderzoek gestart naar de vraag of de gecertificeerde instellingen
erin slagen om hun wettelijke taken te vervullen. Het inspectierapport, inclusief
mijn reactie, zal ik u voor het WGO Jeugd van 18 november 2019 toesturen.
Vraag 3
Wist u dat er in 2002 ook al aandacht was voor de problemen die ontstaan als gezinsvoogden
overbelast zijn, zoals beschreven door Zorg+Welzijn?2
Antwoord 3
Ja
Vraag 4
Kunt u schetsen wat er sinds die tijd veranderd is met betrekking tot ondertoezichtstellingen,
de caseload van gezinsvoogden en uithuisplaatsingen? Ziet u een mogelijk verband tussen
de bezetting en werkdruk van gezinsvoogden en uithuisplaatsingen, zoals het bovengenoemde
artikel doet vermoeden?
Antwoord 4
Sinds het verschijnen van genoemd artikel – zo’n 17 jaar geleden – is de zogenaamde
«deltamethode» gezinsvoogdij ontwikkeld voor de uitvoering van de gezinsvoogdij. Daarmee
werd de uitvoering van de jeugdbescherming van een stevig methodisch fundament voorzien
en werd een daarop gebaseerde urennorm (caseload) ingevoerd. Daardoor is de uitvoering
van de jeugdbescherming destijds sterk verbeterd.3 In 2015 is de jeugdbescherming en jeugdreclassering gedecentraliseerd en hebben gemeenten
nieuwe afspraken gemaakt over de financiering van de gecertificeerde instellingen
die de jeugdbescherming en jeugdreclassering uitvoeren. In de aanloop naar de invoering
van de Jeugdwet zijn door de jeugdbeschermingsinstellingen nieuwe methodieken ontwikkeld
zoals het gezinsgericht werken en de SAVE-methode. Daarnaast zijn tussen gemeenten
en instellingen afspraken gemaakt over de caseload van medewerkers binnen de instellingen.
Sinds de invoering van de Jeugdwet wordt op een andere wijze gerapporteerd over het
aantal uithuisplaatsingen binnen de jeugdbescherming. Daarom is het niet goed mogelijk
om het aantal uithuisplaatsingen voor en na 1 januari 2015 met elkaar te vergelijken.
In de voortgangsrapportage Zorg voor de Jeugd van 7 juni 2019 heb ik u geïnformeerd
over de ontwikkelingen in het aantal uithuisplaatsingen bij kinderen met een ondertoezichtstelling.4 In de periode 2015–2018 is het aantal kinderen met een ondertoezichtstelling die
(op het eind van het jaar) uit huis zijn geplaatst gedaald van 34 naar 29 procent.
Deze gegevens geven geen bevestiging van het mogelijke verband uit het in de vraagstelling
genoemde artikel.
Vraag 5, 6, 7
Wat is de reden dat er in Brabant 9 a 10 vacatures voor gezinsvoogden open staan,
en de regio Amsterdam structureel 44 fte tekort komt? Wat gaat u eraan doen?
Weet u hoeveel extra gezinsvoogden er in andere regio’s nodig zijn? Zo nee, bent u
bereid dit te inventariseren?
Denkt u dat de krapte op de arbeidsmarkt aangepakt kan worden door te zorgen dat jeugdzorgmedewerkers
de sector minder snel en minder vaak verlaten? Zo ja, hoe gaat u dat doen? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 5, 6, 7
Hoewel de precieze redenen voor deze openstaande vacatures bij de verschillende gecertificeerde
instellingen mij niet bekend zijn, ligt het voor de hand dat er een verband is met
de huidige situatie op de arbeidsmarkt. Ik deel de zorgen over de arbeidsmarktsituatie
en het hoge personeelsverloop in de jeugdsector, waaronder bij de verschillende gecertificeerde
instellingen. De achterliggende arbeidsmarktproblematiek is divers en hardnekkig.
Het actieprogramma «Werken in de Zorg» voorziet in een aanpak van de arbeidsproblematiek
voor de gehele sector zorg en welzijn. Daarnaast worden in de verschillende sectoren
binnen zorg en welzijn aanvullende acties ingezet. Zo wordt op verzoek van Jeugdzorg
Nederland, mede namens het Platform arbeidsmarkt Jeugdzorg een «arbeidsmarkttafel
jeugdhulp» gefaciliteerd door het Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport
in samenwerking met het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Partijen werken op
dit moment aan een arbeidsmarktagenda.
Vraag 8
Bent u zich ervan bewust dat het nog steeds niet duidelijk is wie er opdraait voor
kleed- en verzorgingsgeld voor kinderen met een voogdijmaatregel, dat de ombudsman
hier al voor het derde jaar op rij aandacht voor vraagt en dat vele jongeren hier
in de tussentijd de dupe van zijn geworden?5 Wat gaat u hier op korte termijn aan doen?
Antwoord 8
Op basis van de eerste rapportage van de Kinderombudsman is een handreiking ontwikkeld
door Jeugdzorg Nederland, VGN en GGZ Nederland. Deze is onder gemeenten en instellingen
verspreidt. Gemeenten hebben vanuit de Jeugdwet een zorgplicht om een financiële vergoeding
beschikbaar te stellen wanneer zorgkosten niet verhaald kunnen worden op ouders. Uit
het nieuwe rapport van de kinderombudsman blijkt dat er sinds de eerste rapportage
van de Kinderombudsman weliswaar vooruitgang is geboekt, maar dat het probleem nog
niet in alle regio´s voor alle kinderen is opgelost. De Kinderombudsman signaleert
dat de afspraken nog niet in alle gevallen bij alle betrokkenen bekend zijn. Ik zal
dit aandachtspunt bij gemeenten onder de aandacht brengen, onder meer door hen te
attenderen op de handreiking.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming -
Mede namens
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.