Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Alkaya en Van Raak over het bericht dat het CETA verdrag lokaal beleid bedreigt
Vragen van leden Alkaya en Van Raak (beiden SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat het CETA verdrag lokaal beleid bedreigt (ingezonden 27 september 2019).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking), mede
namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 6 november
2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 493.
Vraag 1
Kent u de notitie van Milieudefensie e.a. aan gemeenteraadsleden over het handelsverdrag
tussen de Europese Unie en Canada, Comprehensive Economic and Trade Agreement (Brede
Economische en Handelsovereenkomst) (CETA)?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Wie draagt de kosten indien een gemeente een schadevergoedingsclaim krijgt via het
speciale arbitragesysteem Investment Court System (ICS) dat is opgenomen in CETA-verdrag?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 2
Ik voorzie geen claims op basis van het CETA-verdrag. CETA biedt buitenlandse investeerders
bescherming tegen onrechtmatig overheidsoptreden. Dit is niet anders dan in het huidige
Nederlands recht.
De Staat der Nederlanden is de verdragspartij, en zal in eventueel voorkomende gevallen
aangesproken worden. Individuele gemeenten kunnen niet rechtstreeks worden aangesproken
onder het CETA verdrag. Daarbij wil ik wel benadrukken dat ik geen schadevergoedingsclaims
op basis van het CETA-verdrag voorzie. In de afgelopen vijftig jaar is nog nooit een
zaak tegen Nederland gestart over een totaal van meer dan 80 bilaterale investeringsbeschermingsovereenkomsten.
Ik zie dat niet veranderen op basis van het CETA-verdrag. Verhaal van de centrale
overheid op de decentrale overheid wegens schending van een verdragsverplichting heeft
evenmin plaatsgevonden. Ook daarin voorzie ik geen verandering door het CETA-verdrag.
Vraag 3
Zijn er nog meer gemeentelijke bevoegdheden die een risico lopen op een claim via
het ICS-systeem buiten die genoemd zijn in de notitie? Indien onbekend, bent u bereid
dat te onderzoeken? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 3
Het verdrag beschermt investeerders tegen onrechtmatig overheidsoptreden zoals onredelijk
en discriminatoir handelen. Daarbij herbevestigt en expliciteert het verdrag het recht
van overheden om wet- en regelgeving vast te stellen ter verwezenlijking van legitieme
beleidsdoelstellingen zoals de bescherming van de volksgezondheid, de veiligheid,
het milieu, of de openbare zeden, sociale of consumentenbescherming, of bevordering
en bescherming van de culturele verscheidenheid. Dit is een niet-limitatieve lijst.
Daarnaast verduidelijkt CETA dat het enkele feit dat een overheid maatregelen vaststelt
die een negatieve uitwerking hebben op een investering of ingrijpt in de verwachtingen
(inclusief winstverwachtingen) van een investeerder op zich geen schending van de
verplichtingen uit hoofde van het verdrag vormt. In Annex 8-A bij het verdrag wordt
een en ander wat betreft onteigening nog verder uitgewerkt en onder andere bepaald
dat non-discriminatoire maatregelen die genomen worden om het publieke belang te beschermen,
geen indirecte onteigening vormen, tenzij de impact van deze maatregel(en) zo zwaar
zijn dat deze duidelijk buitensporig zijn.
Vraag 4
Bereidt u zich voor op eventuele claims die komen? Zo ja, hoe doet u dat?
Antwoord 4
Nee, ik voorzie geen claims op basis van het CETA-verdrag. CETA biedt buitenlandse
investeerders bescherming tegen onrechtmatig overheidsoptreden. Dit is niet anders
dan in het huidige Nederlands recht.
Vraag 5
Kunt u garanderen dat inwoners van Nederland nooit de financiële gevolgen, direct
en/of indirect, ondervinden van eventuele ICS-claims naar aanleiding van gemeentelijke
besluiten? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 5
Als een overheid onrechtmatig handelt jegens een investeerder, dan kan Nederland in
theorie aangesproken worden op basis van het CETA-verdrag. Het is echter waarschijnlijker
dat in een dergelijk geval de overheid aangesproken zal worden op grond van Nederlands
recht. Zoals nader toegelicht onder vraag 3, herbevestigt het CETA verdrag het recht
van overheden om wet- en regelgeving vast te stellen ter verwezenlijking van legitieme
beleidsdoelstellingen. Het verdrag biedt investeerders alleen de mogelijkheid om onrechtmatig
overheidsoptreden aan te vechten. Daarbij is tevens afgesproken dat een schadevergoeding
die wordt toegekend nooit hoger mag zijn dan de feitelijk geleden schade. Daarmee
zijn de afspraken over investeringsbescherming in CETA in overeenstemming met het
Nederlands recht en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Vraag 6
Deelt u de mening dat het CETA-verdrag vooral goed is voor buitenlandse investeerders,
maar niks doet om de gemeenten te beschermen tegen ICS-claims? Kunt u uw antwoord
toelichten?
Antwoord 6
Nee, ik deel deze mening niet. Het hoofdstuk over investeringsbescherming bevat materiële
standaarden voor gevestigde investeringen en afspraken over de behandeling van investeringen.
Hierbij gaat het om basisregels voor de behandeling van buitenlandse investeerders
en hun investeringen, zoals die ook in het Nederlandse recht zijn vastgelegd. CETA
verandert niets aan de positie van gemeenten.
Vraag 7
Bent u bereid zich tegen het verdrag te keren als de gemeenten en haar inwoners niet
beschermd zijn tegen de financiële gevolgen van het CETA-verdrag? Kunt u uw antwoord
toelichten?
Antwoord 7
Zie antwoord op vraag 5. Alleen onrechtmatig overheidsoptreden kan leiden tot een
succesvolle claim. Schadevergoeding in dergelijke gevallen is nu ook reeds gangbaar
in nationale rechtszaken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede namens
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.