Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Nijboer, Gijs van Dijk en Kerstens over de verdubbeling van het aantal daklozen
Vragen van de leden Nijboer, Gijs vanDijk en Kerstens (allen PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de staatssecretarissen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de verdubbeling van het aantal daklozen (ingezonden 27 augustus 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens
de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 30 oktober 2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2018–2019, nr. 3926.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Aantal daklozen in Nederland verdubbeld: «Iedereen
kan dakloos worden»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 4, 5, 6
Deelt u de mening dat iedereen tenminste zeker moet kunnen zijn van een dak boven
zijn hoofd? Vindt u het een taak van de overheid daarvoor te zorgen? Hoe verklaart
u dat u mensen deze basale zekerheid niet kan bieden?
Kunt u ingaan op de uitspraak dat het ontbreken van basale levensbehoeften in Nederland,
zoals een huis, voldoende eten en toegang tot de dokter, een schending van mensenrechten
impliceert?
Wat vindt u ervan dat zelfs mensen met een baan tegenwoordig geen woning kunnen krijgen?
Hoe pijnlijk zichtbaar moeten de gevolgen van de woningcrisis in Nederland worden
voordat u bereid bent maatregelen te nemen om de woningcrisis te beteugelen, die echt
zoden aan de dijk zetten, zoals een investeringsfonds en het substantieel verminderen
van de belasting op betaalbare woningen?
Antwoord 2, 4, 5, 6
Het bevorderen van de volksgezondheid en huisvesting zijn sociale grondrechten die
in de Grondwet zijn opgenomen. Veel partijen hebben hierin een taak, waaronder de
overheid. Er worden veel maatregelen getroffen om hier invulling aan te geven.
De verplichting om te zorgen voor voldoende zorg en ondersteuning en huisvesting is
uitgewerkt in verschillende wetten. Uit de Wmo 2015 vloeit voort dat gemeenten opvang
moeten bieden aan mensen die de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn
zich op eigen kracht, met gebruikelijk hulp, met mantelzorg of met hulp van andere
personen uit hun sociale netwerk te handhaven in de samenleving.
De rijksoverheid heeft een systeemverantwoordelijkheid om maatregelen te nemen waardoor
voorzien wordt in voldoende huisvesting. Huurders van een niet geliberaliseerde woning
kunnen op basis van de Wet op de huurtoeslag een aanvraag indienen voor huurtoeslag,
waarmee de betaalbaarheid van de woning voor de doelgroep wordt verzekerd. Op basis
van de Huisvestingswet 2014 kunnen gemeenten bij schaarste aan woonruimte die leidt
tot onevenwichtige en onrechtvaardige effecten maatregelen nemen inzake woonruimteverdeling
en woonruimtevoorraadbeheer. Omdat de markt onvoldoende voorziet in goedkope huurwoningen
is op basis van de Woningwet het voorzien in voldoende betaalbare woonruimte als een
dienst van algemeen economisch belang opgedragen aan de woningcorporaties.
Hoe lokaal invulling gegeven wordt aan deze taak kan de gemeente in haar woonbeleid
vastleggen door middel van een woon(zorg)visie. Woningcorporaties zijn verplicht daar
naar redelijkheid aan bij te dragen. Gemeenten, woningcorporaties en huurdersorganisaties
kunnen in kwantitatieve en kwalitatieve prestatieafspraken vastleggen hoe het best
kan worden voorzien in de lokale (zorg)behoefte van bijvoorbeeld dak- en thuislozen.
Het Kabinet vindt het belangrijk dat voor diverse groepen zoals starters, mensen met
een laag of middeninkomen, ouderen en andere kwetsbare groepen, zoals dak- en thuislozen,
voldoende geschikte en betaalbare woningen en woonruimten zijn, of dat nu huren of
kopen is. Het kabinet neemt daarom een pakket aan maatregelen om de verschillende
aspecten van de woningnood aan te pakken. Met een woningbouwprogramma van 2 miljard
euro kunnen sneller en meer betaalbare woningen worden gebouwd in een goede leefomgeving.
De Minister van BZK treft een aantal maatregelen om de bouw van goedkope sociale woningen
te bevorderen. Zo kunnen verhuurders vanaf 2020 een vermindering van de verhuurderheffing
van € 25.000 per woning krijgen indien ze nieuwe goedkope huurwoningen bouwen en nieuwe
tijdelijke woningen kunnen vrijgesteld worden van de verhuurderheffing. Beide maatregelen
zijn deel van het Belastingplan. Ook heeft de Minister van BZK samen met een aantal
gemeenten een aantal woondeals gesloten zodat de nodige actie wordt ondernomen om
te voorzien in voldoende passende woonruimte.
Vraag 3
Deelt u de analyse dat de grote en stijgende woningnood en de afname van het aantal
bedden in de gezondheidszorg de oorzaken zijn van de verontrustende verdubbeling van
het aantal daklozen in Nederland? Zo nee, hoe verklaart u dan deze verdubbeling?
Antwoord 3
Uit eerder onderzoek van het CBS blijkt dat mensen vaak vanuit een situatie van relatieve
armoede dakloos worden2. De G4 heeft onlangs onderzoek uitgevoerd naar het aantal daklozen in de G43. Geïnterviewden noemen het tekort aan geschikte en betaalbare woningen en de ambulantisering
in de ggz als mogelijke oorzaken voor de toename van het aantal daklozen in de afgelopen
jaren. Zij noemen ook andere oorzaken, bijvoorbeeld dat «alles ingewikkelder wordt».
Ik heb CBS gevraagd nader onderzoek te doen naar de toename van het aantal daklozen
in de afgelopen jaren. Dit onderzoek is naar verwachting eind 2019 beschikbaar.
Vraag 7
Nu blijkt dat de bijstand onvoldoende bestaansminimum biedt aan mensen, waardoor het
risico op schulden groeit, bent u bereid maatregelen te treffen die het bestaansminimum
in Nederland kunnen verhogen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
De bijstand is een tijdelijke vangnetregeling die voorziet in de noodzakelijke kosten
van het bestaan. Mensen met een laag inkomen, waaronder mensen in de bijstand, hebben
bovendien recht op allerlei vormen van inkomensafhankelijke ondersteuning zoals de
huur- en zorgtoeslag. Ook kunnen gemeenten in individuele gevallen bijzondere bijstand
verstrekken voor noodzakelijke kosten die iemand door persoonlijke omstandigheden
niet kan betalen.
In Actielijn 3 van de Brede Schuldenaanpak is daarnaast aandacht voor een zorgvuldige
en maatschappelijk verantwoorde incasso om te voorkomen dat mensen met (problematische)
schulden verder in de problemen raken. De bescherming van het bestaansminimum maakt
hier expliciet onderdeel van uit. In de voortgangsbrief Brede Schuldenaanpak gaat
de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in op deze acties van het
kabinet.4
Vraag 8, 9
Welke maatregelen gaat u treffen om ervoor te zorgen dat mensen die dakloos zijn toch
in een opvanglocatie terecht kunnen, nu die overvol blijken te zitten? Bent u bereid
desnoods noodmaatregelen te treffen totdat eindelijk maatregelen worden genomen die
de woningcrisis kunnen bezweren en het bestaansminimum verhogen?
Hoe gaat u ervoor zorgen dat mensen die psychische zorg nodig hebben, die ook daadwerkelijk
krijgen, zodat ze niet onnodig op straat belanden?
Antwoord 8, 9
De afgelopen periode heb ik met betrokken partijen op diverse manieren gewerkt aan
het terugdringen van het aantal daklozen. Zo ondersteun ik met de meerjarenagenda
beschermd wonen en maatschappelijke opvang5 lokale en regionale partijen om versneld tot de implementatie van het advies van
de commissie Dannenberg te komen6. Met het Actieprogramma Dak- en Thuisloze Jongeren, dat ik op 14 maart jl. lanceerde7 (2018/19, 29 325, nr. 97), wordt gewerkt aan een forse vermindering van het aantal dak- en thuisloze jongeren
en het bieden van integrale ondersteuning op alle levensgebieden8. Gezien de cijfers van het CBS is echter meer nodig om deze ontwikkeling ten aanzien
van de hele groep dak- en thuislozen te keren. Daarom komt het Kabinet dit najaar
samen met andere (lokale) partijen met een aanvullend plan om het aantal dak- en thuislozen
de komende jaren fors terug te dringen.
Vraag 10
Doet u ook onderzoek naar de bredere gevolgen voor de maatschappij van het toenemend
aantal daklozen, ook voor de veiligheid in buurten en maar ook voor het welzijn van
mensen en hun kansen op de arbeidsmarkt? Zo ja, wat zijn uw conclusies? Zo nee, waarom
acht u inzicht hierin niet noodzakelijk?
Antwoord 10
In 2011 is reeds een kosten-baten analyse voor de maatschappelijke opvang9 gemaakt. Daarin zijn de brede maatschappelijke gevolgen verwerkt. Binnen het Actieprogramma
Dak- en Thuisloze Jongeren (2019–2021) kijk ik samen met 14 gemeenten naar de effecten
van de pilots. Daarin neem ik ook het bredere perspectief mee.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.