Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dik-Faber over het ontbreken van informatie op verpakkingen t.b.v. recycling
Vragen van het lid Dik-Faber (ChristenUnie) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het ontbreken van informatie op verpakkingen t.b.v. recycling (ingezonden 3 september 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer (Infrastructuur en Waterstaat)
(ontvangen 30 oktober 2019).
Vraag 1
Kent u het onderzoek van Natuur & Milieu «Duurzaamheid verpakkingen in de supermarkt»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de algehele conclusie dat de afvalstroom van verpakkingen in Nederland onnodig
groot en complex is, waardoor sortering en recycling onnodig ingewikkeld, duur of
zelfs onmogelijk wordt? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 2
Ik streef naar een circulaire verpakkingsketen waarbij het niet enkel om recycling
gaat, maar waarbij het proces begint met een circulair ontwerp van de verpakking zodat
deze aan het einde van de keten weer gerecycled en teruggebracht kan worden in de
keten.
In het kader van de producentenverantwoordelijkheid heeft het bedrijfsleven per 1 januari
2019 tariefdifferentiatie ingevoerd. De verwachting is dat deze maatregel de recyclebaarheid
van verpakkingen zal verbeteren.
In dit kader zijn er ook afspraken gemaakt in het Plastic Pact, enerzijds om minder
plastic te gebruiken en anderzijds om de verpakkingen zodanig te ontwerpen zodat deze
gerecycled kunnen worden. Daarnaast zie ik dat de producenten in de tweede ronde van
de brancheverduurzamingsplannen werken aan structurele verduurzaming van de verpakkingsketen.
Als het gaat om recycling, wordt 78% van alle verpakkingen in Nederland gerecycled.
Dat neemt niet weg dat veel consumentenverpakkingen door combinatie van verschillende
materialen en de toevoeging van additieven complex is. Dit bemoeilijkt hoogwaardige
recycling en hergebruik van deze verpakkingen. Die conclusies uit het rapport deel
ik. Op alle onderdelen van de keten moeten stappen gezet worden zodat er geen onnodig
materiaal wordt gebruikt en dat consumentenverpakkingen minder complex en goed recyclebaar
worden.
Vraag 3
Wat vindt u ervan dat vooral de recycling van kunststof verpakkingen achterblijft?
Deelt u de mening dat het gescheiden inzamelen van de helft van de plastic verpakkingen
en het recyclen van de helft daarvan onvoldoende resultaten zijn?
Antwoord 3
De voorstelling dat in Nederland slechts de helft van de helft van de verpakkingen
wordt gerecycled, is incorrect en volgt ook niet uit het rapport.
In Nederland wordt 50% van de kunststof verpakkingen gerecycled. Daarmee loopt Nederland
in Europa op kop. Ik wil de wettelijke recyclingdoelstelling zoals die is opgenomen
in het verpakkingenbesluit verder verhogen. Daarbij dien ik rekening te houden met
de verbeterde meetmethode zoals die volgt uit de EU-richtlijn. Ik zal uw Kamer daar
binnenkort over informeren.
Vraag 4
Hoe verhouden deze resultaten zich tot het door u afgesloten Plastic Pact?
Antwoord 4
Zoals gemeld in het antwoord op vraag 3 wordt in Nederland 50% van de kunststof verpakkingen
gerecycled. In het pact heb ik afgesproken dat dat in 2025 70% moet zijn, conform
de verbeterde meetmethode zoals die volgt uit de EU-richtlijnen. Hier hebben de koplopers
zich aan gecommitteerd. Momenteel wordt geïnvesteerd in de uitbreiding van de sorteer-
en (mechanische en chemische) recyclingcapaciteit voor kunststoffen in Nederland.
Daarnaast wil ik de wettelijke recyclingdoelstelling in het verpakkingenbesluit verhogen.
Daarmee zorg ik ervoor dat de doelen voor alle producenten ambitieus zijn. Binnenkort
informeer ik uw Kamer over de recycledoelen voor verpakkingen.
Vraag 5
Deelt u de conclusie dat de grote hoeveelheid verschillende soorten materialen in
verpakkingen het voor consumenten moeilijker maakt om bij te dragen aan de circulaire
economie? Deelt u de conclusie dat er een ontsnappingsclausule in de wet zit, waardoor
esthetische eisen van de fabrikant (marketing) kunnen leiden tot onduurzame verpakkingen
(alhoewel dit volgens de vragenstellers geen tegenstelling hoeft te zijn)?
Antwoord 5
Ik zie dat bedrijven hun verpakkingen willen verduurzamen en minder plastic willen
gebruiken. Alleen pakt deze ontwikkeling niet altijd positief uit. In hun inzet om
het gebruik van plastic terug te dringen, gebruiken bedrijven combinatieverpakkingen
van verschillende materialen, die in de praktijk recycling verder bemoeilijken.
Om die reden is er in het Plastic Pact afgesproken dat plastic producerende bedrijven
onderzoek doen naar innovatieve plastic monomaterialen die de juiste eigenschappen
hebben en moeilijk recycleerbare plastic- en combinatieverpakkingen kunnen vervangen.
Wat betreft de tweede vraag, dienen producenten voor de verduurzaming van verpakkingen
iedere keer per specifiek product een brede afweging te maken op basis van de aard
en functionaliteit van het product en de verpakking. De wettelijke essentiële eisen
verplichten producenten dit te doen.
Ik deel de visie dat deze eisen nog te veel ruimte laten. Deze eisen dienen op EU-niveau
te worden aangescherpt en dat is nu ook aan de orde. De Europese Commissie is momenteel
bezig met een onderzoek naar de effectiviteit van deze eisen om vervolgens te kijken
hoe deze aangescherpt kunnen worden. Dit is ook het juiste niveau voor de aanscherping.
Nederland is voorstander van de aanscherping en zet zich daarvoor in.
Vraag 6
Deelt u de conclusie dat door incomplete, onduidelijke of ontbrekende instructies
slechts iets meer dan de helft (55%) van de verpakkingen een voor de consument toereikende
aanduiding heeft in welke afvalbak een bepaalde verpakking moet?
Antwoord 6
Ik heb geen onderzoek gedaan naar instructies op verpakkingen, maar heb geen reden
om aan de cijfers van Natuur en Milieu te twijfelen. In mijn ogen heeft Natuur en
Milieu een gedegen onderzoek gedaan.
Ik streef ernaar dat afvalscheiding voor de burger eenvoudig en begrijpelijk wordt.
In ongeveer 80% van de gemeenten met bronscheiding wordt verpakkingsafval nu via PMD
ingezameld. Ik wil dat de combinatie van PMD-inzameling voor bronscheidende gemeenten
het algemene uitgangspunt wordt en om dit te bereiken werk ik hiervoor samen met de
VNG en het verpakkende bedrijfsleven. Als PMD-inzameling de standaard is, hoeven consumenten
ook niet uitgebreid geïnstrueerd te worden. Alle verpakkingen, mits leeg, horen dan
in de PMD-bak/zak. De enige uitzonderingen hierop zijn glas en oud-papier, stromen
waarvan de consument al decennia gewend is ze te scheiden.
Vraag 7
Wat vindt u ervan dat een aanzienlijk deel van de verpakkingen (9–22% plus verpakkingen
die door bijvoorbeeld een etiket niet recyclebaar zijn) helemaal niet recyclebaar
zijn?
Antwoord 7
Ik wil toe naar een situatie waarin alle verpakkingen recyclebaar zijn. Daarvoor zijn
de producentenverantwoordelijkheid en de tariefdifferentiatie belangrijke instrumenten.
In het Plastic Pact heb ik 100% recyclebaarheid in 2025 afgesproken. Het percentage
uit dit Natuur en Milieurapport is lager dat het percentage dat uit een eerdere studie
van de Wageningen Universiteit naar voren is gekomen. Daar werd gesproken over 28%
niet recyclebare-verpakkingen.
Vraag 8
Kunt u aangeven in welke mate bedrijven doen wat er beloofd wordt in de brancheverduurzamingsplannen
(uit de Raamovereenkomst Verpakkingen)? Welke mogelijkheden ziet u om deze plannen
effectiever te maken? Is het algemeen verbindend verklaren van deze plannen bijvoorbeeld
een manier om ze effectiever te maken?
Antwoord 8
Ik heb geen mogelijkheid ze algemeen verbindend te verklaren, omdat een branche niet
een erkende entiteit is in het Besluit beheer verpakkingen. Als onderdeel van het
wettelijke kader, werk ik wel aan het aanscherpen van de essentiële eisen op EU-niveau
zodat de inspectie hier beter op kan handhaven.
De brancheverduurzamingsplannen bevatten daarnaast de ambities van het bedrijfsleven
zelf, deze worden door het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken gemonitord.
Vraag 9
Herinnert u zich uw toezegging bij het debat over de begroting van het ministerie
Infrastructuur en Waterstaat 2019 om met het bedrijfsleven in gesprek te (blijven)
gaan over de recyclebaarheid van verpakkingen en eenduidige informatie voor de consument?
Wat hebben deze gesprekken opgeleverd?
Antwoord 9
Er is sindsdien onder andere het Plastic Pact NL afgesloten. Dit is het rechtstreekse
gevolg van de bedoelde gesprekken.
Vraag 10
Bent u van plan u in te zetten voor hogere Europese doelstellingen? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 10
De Europese recyclingdoelstellingen voor 2025 en 2030 zijn één jaar geleden vastgesteld.
Ik wil als het gaat om de Nederlandse doelstellingen ambitie tonen en de koploperspositie
van Nederland binnen de EU behouden. Daarnaast pleit ik waar mogelijk voor het aanscherpen
van Europees beleid. Ik zal uw Kamer op korte termijn informeren over de recyclingdoelstellingen
voor verpakkingen.
Vraag 11
Bent u van plan – vooruitlopend op het Europese traject – de Nederlandse wetgeving
(«Essentiële Eisen») aan te passen, waardoor producenten altijd een uniform afvalscheidingslogo
opnemen op de verpakking en stoppen met onnodige verpakkingen en verpakkingen bestaande
uit meerdere materialen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11
De essentiële eisen zijn opgenomen in EU-regelgeving en dienen op Europees niveau
te worden aangepast. Daarvoor is een traject gestart. Wat betreft het afvalscheidingslogo,
het verminderen van verpakkingen en het vereenvoudigen van verpakkingen, verwijs ik
u naar mijn antwoorden op de vragen 5, 6 en 7.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.