Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Westerveld over het terugbetalen van de lerarenbeurs
Vragen van het lid Westerveld (GroenLinks) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het terugbetalen van de lerarenbeurs (ingezonden 17 juli 2019).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 1 november
2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 3955.
Vraag 1
Bent u ervan op de hoogte dat een aantal studenten die onderwijswetenschappen aan
de Open Universiteit hebben gestudeerd en een lerarenbeurs ontvingen, deze moeten
terugbetalen?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Om hoeveel studenten gaat dit en kunt u inzichtelijk maken over welke studiejaren
dit gaat?
Antwoord 2
In totaal gaat het om 573 studenten vanaf het studiejaar 2008 – 2009 tot heden.
Vraag 3
Wat is het gemiddelde bedrag dat studenten moeten terugbetalen?
Antwoord 3
Over alle jaren heen is het gemiddelde bedrag dat de studenten moesten terugbetalen
4.156,44 euro per aanvrager.
Vraag 4
Hoeveel studenten hebben bezwaar aangetekend bij DUO?1 In hoeveel gevallen is het bezwaar ontvankelijk verklaard?
Antwoord 4
De gegevens die worden bijgehouden over bezwaarschriften voorzien niet in uitsplitsing
per onderwijsinstelling.
Vraag 5
Wat is de reden dat studenten uit bepaalde studiejaren een groot deel van de lerarenbeurs
moeten terugbetalen?
Antwoord 5
De lerarenbeurs is een subsidie. Dat betekent dat de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
van toepassing is. Bij vaststelling van de subsidie kan de subsidie lager worden vastgesteld
als de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden
of als de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.
In het geval van de Lerarenbeurs kunnen voor terugvordering verschillende redenen
zijn. Het kan zijn dat het diploma niet is behaald binnen de subsidieperiode (bij
het oude cohort studiejaren 2008–2009 t/m 2012–2013) of dat de aanvrager niet voldoet
aan de 15 punten-eis (bij het nieuwe cohort vanaf studiejaar 2013–2014). Het kan ook
zijn dat achteraf, bij vaststelling van de subsidie blijkt dat de student voor minder
geld modules heeft aangekocht dan vooraf opgegeven, waardoor te veel subsidievoorschot
is verstrekt, of dat de student modules heeft aangekocht buiten de subsidieperiode.
Vraag 6
Klopt het dat DUO in de voorwaarden nergens benoemt dat de kosten die worden gemaakt
voor een studie ook binnen een bepaald tijdvak gemaakt moeten worden?
Antwoord 6
De verstrekking van een Lerarenbeurs is geregeld in de Regeling lerarenbeurs voor
scholing. Daarin staat dat de subsidie voor ten hoogste drie jaar wordt verleend.
Bovendien is in de toekenningsbeslissingen vermeld dat de subsidie is verleend voor
de duur van de opleiding met een maximum van drie jaar. Volgens de rechtbank is ook
niet gebleken dat de informatievoorziening gebrekkig is geweest.1
Vraag 7
Klopt het dat studenten een bedrag per module betalen die binnen een bepaalde tijd
moet zijn afgerond en waarin het collegegeld verrekend is, en dat daaruit volgt dat
studenten die alle modules zouden aanschaffen binnen de subsidieperiode hun studie
niet zouden kunnen afronden, aangezien dan de inschrijfrechten voor een aantal vakken
al verlopen zouden zijn voor zij aan deze vakken zouden toekomen? Bent u het ermee
eens dat deze manier waarop de studie wordt aangeboden onverenigbaar lijkt met de
voorwaarden voor de lerarenbeurs? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Het onderwijs aan de OU is verdeeld in vier kwartielen per studiejaar waarin het curriculum
kan worden afgenomen. Voor een masterstudent onderwijswetenschappen aan de OU geldt
dat vier cursussen (elk 7,5 studiepunten) na elkaar worden gevolgd en het jaar daarop
nog twee cursussen van 7,5 studiepunten de masterthesis van 15 studiepunten, in totaal
60 studiepunten. Voorwaarde van de OU is dat een student vóór de start van de begeleiding
in het kwartiel, ingeschreven moet staan voor die cursus. Het eerste kwartiel start
op 1 september, zodoende moet die student zich eerder (juli-aug) inschrijven voor
die cursus. Voor de Lerarenbeurs tellen alle modules mee die gekocht zijn tussen 1 juli
voorafgaand aan het studiejaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd tot en met 31 augustus
van het studiejaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd. De manier waarop de studie
wordt aangeboden en de voorwaarden van de Lerarenbeurs zijn dus verenigbaar.
Vraag 8
Bent u het ermee eens dat de voorwaarden voor deze studenten op z’n minst onduidelijk
zijn, waardoor het onterecht is om van hen te vragen om de beurs terug te betalen?
Antwoord 8
Nee, de voorwaarden zijn duidelijk opgenomen in de regeling.
Vraag 9
Bent u het ermee eens dat het erg belangrijk is dat leraren zich professioneel blijven
ontwikkelen en dat het terugbetalen van de beurs demotiverend is?
Antwoord 9
Ik ben het ermee eens dat het erg belangrijk is dat leraren zich professioneel blijven
ontwikkelen.
De beurs is een stevige tegemoetkoming voor het collegegeld of de modulekosten en/of
studieverlofkosten. De student is zelf verantwoordelijk voor het opgeven van de te
maken kosten in de betreffende subsidieperiode en dus voor de hoogte van het aangevraagde
subsidiebedrag. Als deze kosten niet (volledig) gemaakt zijn of als er kosten gemaakt
zijn buiten de subsidieperiode, is het redelijk dat deze worden teruggevorderd.
Vraag 10
Bent u bereid om met de gedupeerde studenten een regeling te treffen zodat zij de
beurs niet terug te hoeven betalen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Nee. Voor alle gebruikers van de Lerarenbeurs gelden dezelfde voorwaarden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.