Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Raak over grote misstanden in de uitvaartzorg
Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over grote misstanden in de uitvaartzorg (ingezonden 11 oktober 2019).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
30 oktober 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met de misstanden bij uitvaartondernemingen waarbij onder meer lichamen
bij hoge temperaturen buiten de koeling, of zelfs bij mensen thuis, worden bewaard,
kisten worden omgeruild en mensen in het buitenland tegen goedkopere tarieven worden
gecremeerd?1
Antwoord 1
Ik ben bekend met de berichtgeving in de Telegraaf van 10 oktober jl. en de aflevering
van Undercover Nederland van 13 oktober jl., waarin deze omstandigheden besproken
zijn en te zien waren.
Vraag 2
In hoeverre zijn dit soort misstanden in strijd met de wet op de lijkbezorging?
Antwoord 2
De Wet op de lijkbezorging (Wlb) regelt in artikel 18 lid 1 dat de lijkbezorging geschiedt
overeenkomstig de wens of de vermoedelijke wens van de overledene. De plaats van de
crematie en de keuze van de kist zijn bij uitstek aspecten van de uitvaart waarbij
dit principe zwaar weegt. Tussen de nabestaanden die de opdracht geven tot crematie
en de ondernemer die de uitvaart regelt, is primair sprake van een overeenkomst van
opdracht naar regulier burgerlijk recht. Afspraken over de lijkbezorging die hierin
zijn gemaakt, moeten worden nagekomen. De Wlb regelt niet expliciet de omstandigheden
waaronder lichamen van overledenen bewaard en vervoerd mogen worden. Hiervoor moet
worden teruggevallen op ongeschreven zorgvuldigheidsnormen. Als opzettelijk lichamen
zo worden behandeld dat zij beschadigd worden, is het mogelijk denkbaar dat sprake
is van een strafbaar feit op grond van artikel 350 Wetboek van Strafrecht.
Het vervoeren van het lichaam van overledenen naar het buitenland is op zichzelf geen
misstand. Dit is toegestaan op grond van de Overeenkomst inzake het vervoer van lijken,
mits dat met een laissez-passer gebeurt. De regeling daarvoor heeft concreet vorm
gekregen in artikel 11 Besluit op de lijkbezorging. Overtreding van deze regeling
is strafbaar gesteld in de wet.
Vraag 3
Is het waar dat de branchevereniging tegen dit soort praktijken met lege handen staat?
Antwoord 3
Een branchevereniging kan zelf regels stellen over hoe zij wil optreden tegen leden
die niet aan de gestelde standaarden c.q. interne regels voldoen. Zij kunnen daarnaast
actief voorlichten over welke uitvaartondernemers zijn aangesloten en een keurmerk
hebben. Dat kan nabestaanden helpen bij hun keuze voor een uitvaartondernemer. Daarnaast
kan een branchevereniging indien zij vermoedens heeft van een handelen in strijd met
de wet dat altijd melden bij de politie of als signalering meegeven aan mijn ministerie,
afhankelijk van de aard van het vermoeden.
Vraag 4
Deelt u de mening dat dit soort misstanden laat zien dat het in de uitvaartbranche
ontbreekt aan voldoende regulering? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
De uitvaartbranche bestaat voor het overgrote deel uit personen die zich met hart
en ziel inzetten om een waardige en respectvolle uitvaart c.q. lijkbezorging van de
overledene te organiseren. De recente berichtgeving in het Telegraaf-artikel en de
uitzending van Undercover in Nederland betroffen één ondernemer. De BGNU stelde dit
nog nooit te hebben meegemaakt. Tegelijkertijd bevestigt deze berichtgeving het belang
om dergelijke misstanden te voorkomen. Daarover ben ik reeds met de branche in gesprek
en zal ik binnenkort ook met uw Kamer over komen te spreken.
Vraag 5
Wat gaat u doen om dit soort misstanden te voorkomen en te kunnen bestraffen?
Antwoord 5
Ik ben al enige tijd met de sector in overleg over manieren om misstanden te voorkomen,
zoals ook aangekondigd in mijn Kamerbrief van januari (Kamerstuk 30 696, nr. 44). Zo nodig kunnen de conclusies daarvan, zowel ten aanzien van toezicht als strafbaarstellingen,
betrokken worden bij de wetswijziging die in voorbereiding is. Voor zover mogelijk
kom ik in mijn brief in november ook hierop terug.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.