Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kuzu over de situatie dat Oeigoeren in Chinese concentratiekampen worden vermoord en hun organen worden verkocht
Vragen van het lid Kuzu (DENK) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de situatie dat Oeigoeren in Chinese concentratiekampen worden vermoord en hun organen worden verkocht (ingezonden 9 oktober 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 30 oktober 2019).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het bericht «Organen van levende Oeigoeren uit lichaam gesneden»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2, 3, 6
            
Klopt het dat Oeigoeren in Chinese concentratiekampen worden vermoord en hun organen
               worden verkocht? Zo ja, deelt u de mening dat dit onmenselijk en schandalig is en
               dat dit op het hoogste niveau moet worden bestreden?
            
Erkent u dat er in China sprake is van het systematisch gevangen zetten van Oeigoeren
               op een wijze die gekarakteriseerd moet worden als «concentratiekampen»? Zo nee, waarom
               niet?
            
Hoe beoordeelt u de reactie van het Chinese regime dat zij in 2015 zijn gestopt met
               het gebruiken van de organen van geëxecuteerde gevangenen, terwijl een onafhankelijk
               panel van experts en activisten aangeeft dat Oeigoeren in Chinese concentratiekampen
               worden vermoord en hun organen worden verkocht? Vindt u dit geloofwaardig?
            
Antwoord 2, 3, 6
            
Voor een appreciatie van dit kabinet van de mensenrechtensituatie in Xinjiang, inclusief
               het bestaan van zogenaamde heropvoedings- dan wel concentratiekampen, verwijs ik u
               naar de Kamerbrief over Xinjiang van 27 augustus 2018 (Kamerstuk 32 735, nr. 209). Het kabinet acht de berichtgeving inzake gedwongen orgaantransplantatie in China
               zeer zorgwekkend. Het kabinet is niet in staat om deze aanklachten op basis van eigen
               informatie te verifiëren noch te ontkrachten. Hetzelfde geldt voor andere EU-partners.
               Het kabinet blijft de ontwikkelingen nauwlettend volgen en zal deze, wanneer dit in
               de toekomst nodig blijkt, aankaarten.
            
Vraag 4
            
Welke concrete acties gaat u ondernemen om de flagrante mensenrechtenschendingen tegen
               de Oeigoeren te stoppen?
            
Antwoord 4
            
Het kabinet blijft zich zowel bilateraal als in internationaal verband inspannen voor
               de mensenrechten van Oeigoeren en andere minderheden in China. Toekomstige acties
               vinden bij voorkeur in EU-verband plaats en bouwen voort op eerdere stappen die dit
               kabinet heeft gezet. Een overzicht van recente acties vindt u in mijn antwoorden op
               Kamervragen over het bericht dat er nieuw bewijs is van China's missie om de moskeeën
               in Xinjiang te verwoesten (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 3269).
            
Vraag 5
            
Deelt u de mening dat er internationaal weinig kritiek is op de mensenrechtensituatie
               in China omdat de meeste landen de relatie met China niet op het spel willen zetten?
               Zo ja, voelt u zich aangesproken?
            
Antwoord 5
            
Nederland bevindt zich in de internationale voorhoede wat aandacht voor de mensenrechtensituatie
               in Xinjiang betreft. Ter illustratie: Nederland, Canada, het VK en Duitsland co-sponsorden
               op 24 september jl. een bijeenkomst van de VS over de mensenrechtensituatie in Xinjiang.
               Deze bijeenkomst vond plaats tijdens de high level week van de Algemene Vergadering van de VN in New York. Tijdens de VN-Mensenrechtenraad
               van maart jl. vond een bijeenkomst over Xinjiang plaats die eveneens werd georganiseerd
               door de VS en werd gesteund door Nederland, Australië, Canada, Duitsland en het VK.
            
Het kabinet ziet graag dat meer landen zich uitspreken over de mensenrechtensituatie
               in Xinjiang. Daarom spant Nederland zich in voor een breder internationaal draagvlak
               op dit dossier. Hier lijkt enige beweging in te komen. Op 8 juli jl. stuurden 22 landen,
               waaronder Nederland, een brief over Xinjiang aan de voorzitter van de VN-Mensenrechtenraad
               en de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN. Inmiddels is het aantal landen
               dat deze brief steunt opgelopen tot 24. Nog niet eerder spraken zoveel landen zich
               uit over Xinjiang.
            
Vraag 7
            
Met wie heeft u gesproken om u te informeren over de feiten inzake de mensenrechtensituatie
               in China?
            
Antwoord 7
            
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken spreekt geregeld met ngo’s in Nederland en bij
               de Verenigde Naties (in Genève en New York) over de mensenrechtensituatie in China,
               bijvoorbeeld met International Campaign for Tibet en Amnesty International. Ook ontvangt
               het ministerie mensenrechtenverdedigers en activisten uit China (inclusief Hongkong),
               vertegenwoordigers van de Tibetaanse diaspora en Falun Gong, en leden van de Oeigoerse
               gemeenschap in Nederland. De ambassade in Peking volgt de mensenrechtensituatie in
               China op de voet en heeft in het hele land uitgebreid contact met mensenrechtenverdedigers,
               het maatschappelijk middenveld, collega-diplomaten, en academici zowel binnen als
               buiten China.
            
Vraag 8
            
Deelt u de mening dat de mensenrechtenschendingen tegen de Oeigoeren gekwalificeerd
               kunnen worden als genocide? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 8
            
Zoals vastgesteld in het regeerakkoord zijn bij de afweging om tot erkenning van genocide
               over te gaan voor het kabinet leidend: 1) uitspraken van internationale gerechts-
               en strafhoven, 2) eenduidige conclusies volgend uit wetenschappelijk onderzoek én
               3) vaststellingen door de VN. De kwalificatie genocide is op basis van deze criteria
               niet aan de orde. Dat neemt niet weg dat er sprake is van overtuigend en groeiend
               bewijs voor grootschalige mensenrechtenschendingen in Xinjiang. Het kabinet vindt
               dit zeer zorgelijk en stelt de mensenrechten van Oeigoeren daarom consequent aan de
               orde. Een van de centrale boodschappen hierbij is dat China ongehinderde toegang dient
               te verlenen aan onafhankelijke (mensenrechten)experts van de VN, waaronder de Hoge
               Commissaris voor de Mensenrechten.
            
Vraag 9
            
Wat heeft de Nederlandse ambassade precies ondernomen in de afgelopen jaren om de
               mensenrechtenschendingen tegen de Oeigoeren te stoppen in China? Met wie, wanneer
               en waarover hebben zij gesproken?
            
Antwoord 9
            
In verband met de vertrouwelijkheid kan het kabinet niet gedetailleerd ingaan op de
               activiteiten van de ambassade. Een overzicht van recente acties van dit kabinet vindt
               u in de jaarlijkse Mensenrechtenrapportage en in mijn antwoorden op Kamervragen over
               het bericht dat er nieuw bewijs is van China's missie om de moskeeën in Xinjiang te
               verwoesten (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 3269).
            
Vraag 10
            
Bent u bereid om in VN- en EU-verband ervoor te pleiten dat de rechten van de Oeigoeren
               worden beschermd en dat daders van deze mensenrechtenschendingen worden vervolgd?
               Zo ja, hoe gaat u hier invulling aan geven? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 10
            
Dit kabinet pleit reeds in EU- en VN-verband voor gezamenlijke oproepen aan China
               om de mensenrechten van Oeigoeren en andere minderheden in China te respecteren. In
               EU- en VN-verband wordt niet gesproken over vervolging van personen die betrokken
               zijn bij mensenrechtenschendingen in Xinjiang.
            
Vraag 11
            
Zijn er aanwijzingen dat China in relatie tot mensenrechtenschendingen een beroep
               heeft gedaan op Nederlandse goederen en technologie? Zo ja, bent u van mening dat
               Nederland en/of Nederlandse bedrijven dan medeplichtig zijn aan de mensenrechtenschendingen
               op de Oeigoeren? Zo nee, hoe weet u dit zeker?
            
Antwoord 11
            
Wat betreft toepassing van geavanceerde technologie in China ziet het kabinet risico’s
               voor de fundamentele vrijheden, privacy en mensenrechten van Chinese burgers en buitenlandse
               personen die zich in China bevinden. Inzet van Nederlandse technologie voor het onderdrukken
               van bevolkingsgroepen of het schenden van mensenrechten acht het kabinet in alle gevallen
               onwenselijk. Nederlandse bedrijven die inspelen op de Chinese vraag naar geavanceerde
               technologie dienen zich te allen tijde rekenschap te geven van mogelijke ongewenste
               toepassingen van geleverde producten door Chinese afnemers.
            
Bedrijven zijn zelf verantwoordelijk voor het doen van due diligence. Zij dienen rekening te houden met de mogelijkheid dat Chinese partners een aandeel
               hebben in de totstandkoming van surveillancesystemen die beperking van fundamentele
               vrijheden van Chinese burgers tot gevolg hebben. In het geval van vergunningplichtige
               dual-use goederen wijst de Nederlandse regering een vergunning af, indien er zorgen bestaan
               ten aanzien van het eindgebruik in relatie tot mensenrechtenschendingen.
            
Vraag 12
            
Bent u van mening dat de internationale gemeenschap over genoeg middelen beschikt
               om te voorkomen dat nog meer mensenrechtenschendingen plaatsvinden op de Oeigoeren
               en dat het schandalig is dat deze middelen niet zijn ingezet?
            
Antwoord 12
            
Zoals aangeven in antwoord op vraag 5 ziet dit kabinet graag dat een grotere groep
               landen zich uitspreekt over de mensenrechtensituatie in Xinjiang. Tot nu toe zijn
               het voornamelijk westerse landen die China oproepen de mensenrechten van Oeigoeren
               te respecteren. Nederland blijft zich inspannen voor een breder internationaal draagvlak
               op dit dossier.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.