Schriftelijke vragen : De vertraging van de wet vereenvoudiging beslagvrije voet
Vragen van het lid Gijs van Dijk (PvdA) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de vertraging van de wet vereenvoudiging beslagvrije voet (ingezonden 23 oktober 2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Ministerie talmt met rekentool, legt schuld
bij gemeenten, en laat schuldenaars in de steek»?1
Vraag 2
Vindt u ook dat mensen met schulden zeker moeten zijn dat ze de basale levensbehoeften
kunnen betalen, zoals boodschappen en de huur?
Vraag 3
Hoe kan het dat de wet die het respecteren van het bestaansminimum waarborgt, de Wet
vereenvoudiging beslagvrije voet, wederom wordt uitgesteld, terwijl de wet al in 2017
werd aangenomen?
Vraag 4
Waarom slaat niemand met de vuist op tafel om aan te geven dat het respecteren van
het bestaansminimum prioriteit heeft? Is er wel voldoende besef van urgentie? Zijn
relevante organisaties en uzelf zich wel voldoende bewust van de menselijke drama’s
die ontstaan als mensen onvoldoende geld overhouden voor boodschappen en de huur?
Vraag 5
Klopt het dat de deadline van 1 januari 2021 wel haalbaar is als de benodigde gegevens
zoals gepland in het najaar van 2020 worden aangeleverd?
Vraag 6
Waarom laat het ontwikkelen van de benodigde software zolang op zich wachten, terwijl
gerechtsdeurwaarders zelf reeds een werkende rekentool hebben gebouwd? Waarom is niet
in een veel eerder stadium besloten om zo’n rekentool te ontwikkelen?
Vraag 7
Welke maatregelen gaat u nemen als de invoering van de wet wederom moet worden uitgesteld?
Hoe gaat u er dan voor zorgen dat het bestaansminimum wordt gerespecteerd? Overweegt
u een nationaal moratorium totdat iedereen er zeker van kan zijn dat ze altijd voldoende
geld overhouden voor basale levensbehoeften, zoals boodschappen en de huur?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G.J. (Gijs) van Dijk, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.