Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Remco Dijkstra en Becker over het bericht 'Seawatch3 alweer bijna bij Libië'
Vragen van de leden RemcoDijkstra en Becker (beiden VVD) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «Seawatch3 alweer bijna bij Libië» (ingezonden 16 mei 2019).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat), mede
namens de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (ontvangen 30 oktober 2019).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 3112.
Vraag 1
Bent u ermee bekend dat het schip Seawatch3 is uitgevaren en inmiddels voor de kust
van Libië vaart?
Antwoord 1
Ja. Overigens is het schip op 19 mei jl. tijdelijk in beslag genomen naar aanleiding
van een opdracht van het Italiaanse Openbaar Ministerie (OM) in Agrigento. Op 1 juni
werd het door hetzelfde OM vrijgegeven en op 9 juni jl. is het schip opnieuw uitgevaren.
Op het moment ligt het schip vast in Italië vanwege een lopend onderzoek door Italiaanse
autoriteiten.
Vraag 2
Bent u nog steeds van mening dat het onverstandig is van deze niet- gouvernementele
organisatie (ngo) om uit te varen aangezien de veiligheidseisen nog steeds niet op
orde zijn en zowel bemanning als mogelijk mensen die zij oppikken gevaar kunnen lopen
als ze langere tijd op zee bivakkeren? Wie is aansprakelijk voor het geval er brand,
schade of andere ellende uitbreekt op dit schip?
Antwoord 2
Graag verwijs ik u naar de Kamerbrief van 1 april 2019, waarin de wijzigingsregeling
voor schepen die stelselmatig drenkelingen aan boord nemen wordt toegelicht.1 Ik heb deze regeling opgesteld om te borgen dat schepen die dit soort activiteiten
uitvoeren, voldoen aan veiligheidseisen en
werken met een gekwalificeerde bemanning. Zolang de Sea-Watch 3 niet voldoet
aan de eisen van de regeling, vind ik het onverstandig dat het schip wordt ingezet
voor het aan boord nemen van drenkelingen. Sea-Watch is zelf verantwoordelijk indien
er zich aan boord calamiteiten voordoen.
Vraag 3, 4
Waarom is de Sea-Watch 3 uitgevaren? Heeft de organisatie daarover met u gesproken
of dit gemeld? Wat zegt dat over de verhoudingen als het kabinet wel coulance heeft
met deze organisatie, maar als andersom de Sea-Watch 3 alle afspraken aan hun laars
lapt?
Wat vindt u ervan dat de organisatie Sea-Watch 3 uw advies in de wind heeft geslagen?
Antwoord 3, 4
De Rechtbank en daarna het Gerechtshof te Den Haag hebben besloten dat de ministeriële
regeling inzake de veiligheids- en bemanningseisen aan schepen die stelselmatig drenkelingen
aan boord nemen d.d. 1 april 2019, in stand blijft, maar tijdelijk nog niet van toepassing
is op de Sea-Watch 3. Op basis van de uitspraak van de Rechtbank had de Sea-Watch
3 de mogelijkheid tot 15 augustus 2019 om aan de veiligheids- en bemanningseisen te
voldoen; op basis van de uitspraak van het Hof in hoger beroep (1 augustus jl.) is
die termijn verlengd tot 31 december 2019. Ik heb een moreel beroep gedaan op Sea-Watch
om pas weer uit te varen als het schip en de bemanning voldoen aan de veiligheids-
en bemanningseisen die zijn gesteld in de regeling. Desondanks is het schip vrijwel
direct na de uitspraak van de Rechtbank uitgevaren. De organisatie heeft ons niet
vooraf op de hoogte gebracht van de plannen om uit te varen. U kunt zich voorstellen
dat ik met het oog op de veiligheid liever had gezien dat Sea-Watch mijn advies wel
zou hebben opgevolgd.
Vraag 5
Deelt u de mening dat de komst van de Sea-Watch 3 mogelijk nieuwe migranten en mensensmokkelaars
op het idee kan brengen de oversteek te wagen, terwijl in het regeerakkoord is afgesproken
dat mensensmokkel uit alle macht bestreden moet worden? Zo ja, bent u bereid de mogelijkheden
te verkennen om het aanzetten tot mensensmokkel strafbaar te maken, ook indien dit
niet gepaard gaat met financieel eigen gewin?
Antwoord 5
De kans bestaat dat zowel smokkelaars als opvarenden erop rekenen dat men nog tijdens
de overtocht naar Europa zal worden opgepikt. Zoals verwoord in het regeerakkoord,
onderschrijft het kabinet de internationale verplichtingen om mensenlevens op zee
te redden. Daarbij is het echter wel zaak dat dergelijke operaties niet onbedoeld
bijdragen aan het in stand houden van criminele activiteiten van mensensmokkelaars
die mensenlevens op het spel zetten. Kortheidshalve zij in dit verband mede gewezen
op de beantwoording van Kamervragen van de leden Groothuizen en Voordewind d.d. 30 september
20192 en het besprokene terzake in het Algemeen Overleg Vreemdelingen- en Asielbeleid d.d.
4 juli jl.
Vraag 6
Kunt u de Libische of andere kustwachten vragen in te grijpen en zo nodig het schip
te blokkeren in haar missie, zodra zij in de search and rescue zone opereren waar
eigenlijk deze kustwachten voor verantwoordelijk zijn?
Antwoord 6
In het algemeen geldt dat de Staat waartoe de SAR-regio behoort verantwoordelijkheid
draagt voor de coördinatie van een reddingsactie in die search and rescue zone. Daarbij
is het van belang dat betrokken schepen de instructies opvolgen van de verantwoordelijke
autoriteiten. Dat geldt ook voor het binnenvaren van de territoriale wateren.
Vraag 7
Wat is de situatie als de Sea-Watch 3 onverhoopt nieuwe migranten aan boord neemt?
Hoe zorgen we ervoor dat mensen teruggebracht worden naar Afrika?
Antwoord 7
Kust- en vlaggenstaten dienen op basis van internationale verplichtingen zich in te
spannen teneinde schepen de gelegenheid te bieden om op zee geredde drenkelingen tijdig
aan wal te brengen in een veilige haven.
Het is niet vanzelfsprekend dat deze acties altijd uitmonden in ontscheping in de
EU. Conform de conclusies van de Europese Raad van juni 2018 moet ook ontscheping
in een veilige haven elders in de landen rond de Middellandse Zee tot de mogelijkheden
behoren. Feit is dat ontscheping aldaar, in samenwerking met UNHCR en IOM, al plaatsvindt.
Deze landen kunnen daarmee ook veilige havens bieden.
Ten tijde van de SAR-missie in mei 2019 van Sea-Watch 3 bood Tunesië de meest nabijgelegen
veilige haven. De havenstad Zarzis, alwaar UNHCR een veldkantoor heeft, bevond zich
ca. 50 nautische mijl van de redding zone. Ondanks deze nabijheid heeft de kapitein
van de Sea-Watch 3 de Tunesische autoriteiten in eerste instantie niet geïnformeerd
over de reddingsactie. Het Ministerie van IenW heeft op dit hiaat gewezen en heeft
Sea-Watch geadviseerd om alsnog contact op te nemen met de Tunesische autoriteiten,
om aldaar tijdige ontscheping te laten plaatsvinden. De kapitein heeft er echter voor
gekozen door te varen naar Italië.
Vraag 8
Wilt u bevestigen dat Nederland geen illegale migranten zal accepteren die vanuit
dergelijke schepen naar Europa komen en mogelijk per land herverdeeld worden?
Antwoord 8
Graag verwijs ik u naar de brief van 14 januari 2019, over ontwikkelingen rond het
schip Sea-Watch 3. Nederland neemt in principe niet meer deel aan ad hoc maatregelen
in het kader van ontscheping in de Middellandse Zee regio en zal dientengevolge geen
migranten meer overnemen van dergelijke schepen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.