Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Groothuizen over de situatie op en rond de Middellandse Zee
Vragen van het lid Groothuizen (D66) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de situatie op en rond de Middellandse Zee (ingezonden 29 juli 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid), mede namens
de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
(ontvangen 22 oktober 2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019,
nr. 3625.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Libya: Europe-bound migrants sent to bombed detention
centre»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Klopt het dat migranten die door de Libische kustwacht zijn opgepikt op de Middellandse
Zee naar het Libische detentiecentrum zijn gestuurd dat kort geleden is gebombardeerd?
Zo ja, deelt u de mening dat dit zeer gevaarlijk is en niet zou mogen gebeuren? Zo
nee, waarom niet?
Bent u van plan dit in Europees verband aan te kaarten en zich ervoor in te spannen
dat dit niet nogmaals zal gebeuren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2 en 3
Dit bericht is inderdaad bevestigd. Samen met Europese en andere internationale partners
als UNHCR en IOM, heeft Nederland er bij de Libische autoriteiten op aangedrongen
om aan wal gebrachte drenkelingen niet meer naar dit centrum te brengen. Ook is de
situatie in Libië ter sprake gekomen tijdens een bijeenkomst georganiseerd door Frankrijk
op 22 juli jl. Hierbij zijn autoriteiten van Libië opgeroepen te stoppen met automatische
detentie van vluchtelingen en migranten. Nederland heeft deze oproep ondersteund.
Het Ministerie van Binnenlandse zaken van de door de VN gesteunde regering van het
Nationale Akkoord (GNA), heeft op 1 augustus jl. besloten drie detentiecentra te sluiten,
waaronder het centrum in Tajoura. Het kabinet volgt de implementatie van dit besluit
nauwlettend.
Vraag 4
Welke veilige alternatieven ziet u om deze migranten naartoe te brengen?
Antwoord 4
In Libië is mede dankzij druk van de internationale gemeenschap een door UNHCR geleid
centrum geopend. Echter, dit centrum heeft momenteel onvoldoende plekken beschikbaar
om alle migranten en vluchtelingen die in de detentiecentra zitten op te vangen. Nederland
heeft daarom ook de Libische autoriteiten opgeroepen om meer open en veilige centra
te creëren. De Libische autoriteiten hebben daarop in verschillende gesprekken aangegeven
mee te willen werken aan het opzetten van dergelijke centra met IOM en UNICEF om specifieke
kwetsbare groepen op te vangen, waaronder minderjarige migranten. Dit is een initiatief
dat het kabinet, samen met EU-partners, ten volle ondersteunt. Daarnaast is het van
belang om de vrijwillige terugkeer vanuit Libië met ondersteuning van IOM onverminderd
te blijven ondersteunen om migranten een uitvlucht uit het conflictgebied te bieden.
Sinds het uitbreken van het geweld in Tripoli in april 2019 zijn meer dan 4.000 migranten
met steun van IOM vanuit Libië veilig teruggekeerd naar hun landen van herkomst.
Vraag 5
Hoe staat het met de onderhandelingen over het vervolg van operatie Sophia en de mogelijkheid
om vanuit operatie Sophia weer schepen te gaan inzetten? Bent u bereid de Kamer direct
nader te informeren als er meer duidelijkheid is over het vervolg van operatie Sophia
in september dit jaar?
Antwoord 5
Kortheidshalve verwijs ik u naar het schriftelijke overleg voorafgaand aan de informele
JBZ-raad van 18-19 juli jl. dat met uw Kamer is gevoerd, als ook naar de beantwoording
van vragen van het lid Groothuizen over dit onderwerp.2 Inmiddels heeft het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) van de EU besloten om het
mandaat van Sophia voor 6 maanden onveranderd te verlengen.
Vraag 6
Bent u bekend met het bericht «Italy passes law to fine people who rescue refugees
at sea»?3
Antwoord 6
Ja.
Vraag 7
Welke gevolgen voorziet u nu Italië deze wet heeft aangenomen? Wat voor consequenties
heeft dat voor zowel Nederland als de andere EU-lidstaten?
Antwoord 7
Omdat de nieuwe Italiaanse regering nog maar net is aangetreden, is het nog te vroeg
om een inschatting te maken van het effect van de aangenomen wet en de consequenties
ervan voor andere EU-lidstaten.
Vraag 8 en 9
In hoeverre is deze wet in overeenstemming met Europese en internationale regels en
normen, zoals het VN-zeerechtverdrag?
Hoe verhoudt deze nieuw aangenomen wet zich tot het principe uit het VN-zeerechtverdrag
dat er een verplichting is, voor zowel kapiteins van schepen als voor staten, om hulp
te bieden aan in nood geraakte schepen?
Antwoord 8 en 9
In internationale regelgeving waaronder het VN Zeerechtverdrag zijn verplichtingen
van staten en kapiteins vastgelegd inzake het redden van personen in nood op zee en
het vinden van een veilige plaats voor deze personen.
In algemene zin dient nationale wetgeving in lijn te zijn met deze verplichtingen.
Het is aan de Italiaanse rechtspraak om dit te beoordelen.
Vraag 10
In hoeverre zijn er sancties mogelijk tegen Italië, indien blijkt dat de nieuw aangenomen
wet in strijd is met Europese of internationale regels en normen?
Antwoord 10
Indien een lidstaat van de EU wetgeving aanneemt of een praktijk ontwikkelt die strijdig
is met het EU acquis, is het aan de Europese Commissie om dit te constateren en eventueel
stappen te zetten.
Vraag 11 t/m 14
Bent u bekend met het bericht «Macron: 14 states agree on a migration mecahnism»?4
Wat is de inhoud van het voorstel van de Franse president Macron?
Wie was namens Nederland aanwezig bij de gesprekken waarbij dit voorstel is besproken?
Indien u niet aanwezig was, waarom niet?
Wat is het Nederlandse standpunt over het voorstel van president Macron? Wat is het
Europese krachtenveld?
Antwoord 11 t/m 14
Kortheidshalve verwijs ik u naar de aanbiedingsbrief bij het verslag van de informele
JBZ-raad van 18-19 juli jl.5 Nederland was in Parijs op hoogambtelijk niveau vertegenwoordigd. Ten opzichte van
Helsinki was slechts beperkt sprake van vooruitgang. Een zestal lidstaten gaf aan
bereid te zijn deel te nemen, een achttal nam dit in overweging. Zoals toegelicht
in de aanbiedingsbrief bij het verslag van de informele JBZ-Raad van 18–19 juli jl.,
hebben deze bijeenkomsten niet geresulteerd in een tijdelijk mechanisme dat, wat het
kabinet betreft, kan bijdragen aan de gewenste structurele oplossing voor ontscheping.
Vraag 15
Kunt u deze vragen zo spoedig mogelijk beantwoorden?
Antwoord 15
Bij deze.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede namens
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.