Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Paternotte en Sneller over het uitblijven van een akkoord met de Franse Staat over het waarborgen van de Nederlandse publieke belangen na de aandelenaankoop van Air France-KLM
Vragen van de leden Paternotte en Sneller (beiden D66) aan de Ministers van Financiën en van Infrastructuur en Waterstaat over het uitblijven van een akkoord met de Franse Staat over het waarborgen van de Nederlandse publieke belangen na de aandelenaankoop van Air France-KLM (ingezonden 26 september 2019).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën), mede namens de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat (ontvangen 18 oktober 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Vraagtekens rond Air France-KLM»1 en «Koers Air France-KLM keldert na speculatie over Franse overname»?2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 4
Wat zijn uw vorderingen met het afgesproken streven om uiterlijk «voor het einde van
juni 2019» een akkoord te bereiken met de Franse Staat over onder andere de staatsgaranties
en het borgen van de Nederlandse publieke belangen, zoals de netwerkverbindingen van
KLM en daarmee de hubconnectiviteit van Schiphol?3
Kunt u toelichten waarom dit streven niet is gehaald? En wanneer verwacht u dat de
afspraken die u beoogde met de aankoop van de aandelen Air France-KLM wel klaar zal
zijn?
Antwoord 2 en 4
Op 1 maart heb ik samen met de Franse Minister Le Maire besloten een werkgroep te
starten om over belangrijke onderwerpen omtrent Air France – KLM van standpunt te
wisselen. Ook is de Nederlandse staat met de onderneming in gesprek over de precieze
invulling van haar rol als aandeelhouder.
Er liggen belangrijke onderwerpen op tafel die meer tijd vergen. Het zijn complexe
gesprekken, waarbij veel partijen zijn betrokken. Naast het feit dat Air France –
KLM een beursgenoteerde onderneming is, is het ook niet verstandig om tussentijds
iets te delen over deze gesprekken. Dit betekent niet dat er ondertussen geen voortgang
is geboekt. De gesprekken versterken het wederzijdse begrip en helpen bij de bepaling
hoe het aandeelhouderschap verder ingevuld kan worden. Ongeduld is een slechte raadgever
in dit proces. We gaan zo snel als mogelijk en zo langzaam als onvermijdelijk.
Vraag 3, 6 en 7
Kunt u nader toelichten wat er de afgelopen maanden wel is gebeurd en wat dat heeft
opgebracht? En waar deze onderhandelingen staan als het gaat om het versterken van
de staatsgaranties en het beter waarborgen van de Nederlandse publieke belangen?
Kunt u ons informeren wat er sinds de aankoop in februari dit jaar feitelijk veranderd
is in de zeggenschap en benoemingen in de raden van commissarissen (c.q. board of
directors) van respectievelijk Air France-KLM, Air France en KLM?
Op welke wijze heeft de Nederlandse Staat verder zijn aandeelhouderschap ingevuld
sinds de aankoop van de Air France-KLM-aandelen? Welke acties zijn ondernomen, bijvoorbeeld
op gebied van verduurzaming?
Antwoord 3, 6 en 7
Het intercontinentale bestemmingennetwerk op Schiphol is van groot belang voor de
Nederlandse economie en werkgelegenheid. KLM is essentieel voor het in stand houden
van dit netwerk op Schiphol. De Nederlandse staat is aandeelhouder geworden van Air
France – KLM om dit Nederlandse publieke belang beter te borgen.
Door het aandeelhouderschap heeft de Nederlandse staat de rechten die aan aandeelhouders
toekomen onder Frans recht. Door deze rechten heeft de Nederlandse staat, onder andere,
invloed in de holding van de luchtvaartmaatschappij.
Vanuit de positie als aandeelhouder heeft de Nederlandse staat daarnaast de afgelopen
maanden met diverse belangrijke stakeholders, waaronder de Franse staat, andere grote
aandeelhouders en de onderneming zelf, uitvoerig contact gehad.
Vraag 5
Kunt u toelichten wat de gevolgen zijn van het uitblijven van duurzame afspraken over
de staatsgaranties tussen de Nederlandse en Franse Staat voor de positie van KLM?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
De Nederlandse staat is aandeelhouder geworden van Air France – KLM om de Nederlandse
publieke belangen op de lange termijn beter te borgen. De verschillende gesprekken
die momenteel gevoerd worden dragen daar aan bij. Er is geen noodzaak om deze gesprekken
te overhaasten en dit zou ook niet bijdragen aan het bereiken van het best haalbare
resultaat.
Vraag 8, 9, 10 en 11
Klopt het dat Air France een overnamebod heeft gedaan op de failliete vliegmaatschappij
Aigle Azur?
Op welke wijze is de Nederlandse Staat betrokken geweest bij de beslissing van Air
France om een bod te doen op Aigle Azur? Wat was uw gewenste uitkomst hierbij, op
welke wijze heeft u gepoogd dit te bereiken, en wat is het resultaat hiervan geweest?
Hoe beoordeelt u de analyses dat dit bod voornamelijk gedaan is om de Franse publieke
belangen veilig te stellen, zoals de werkgelegenheid die hiermee gemoeid is in Frankrijk
en de verbindingen op vliegveld Paris Orly? Wat betekent dit voor uw streven om bij
Air France-KLM juist de winstgevendheid te bevorderen?
Hoe duidt u de koersdaling als gevolg van de bewegingen van Air France rondom de overname
van de failliete vliegtuigmaatschappij Aigle Azur? En klopt het dat deze koersdaling
de reden is geweest voor het beëindigen van deze overnamepoging?4
Antwoord 8, 9, 10 en 11
Dit betreft mogelijk koersgevoelige informatie, dus op de inhoud van deze casus kan
niet worden ingegaan. Het bestuur van Air France – KLM is verantwoordelijk voor dit
soort beslissingen. De Nederlandse staat heeft er het vertrouwen in dat het bestuur
een juiste afweging maakt. Het bestuur heeft immers evenals de Nederlandse staat het
streven om van Air France – KLM de nummer één airline van Europa te maken.
Vraag 12
Heeft de uitgave van de converteerbare obligatie door Air France-KLM, zoals aangekondigd
20 maart jl., ertoe geleid dat het aandelenpakket van de Franse Staat is toegenomen?
Zo ja, wat zijn de gevolgen geweest voor het Nederlands aandelenpakket? Zo nee, welke
consequenties heeft deze uitgave gehad voor de aandelen van de Nederlandse Staat?
Antwoord 12
De converteerbare obligatie werkt als een normale obligatie met couponrentes en aflossingstermijnen,
met dit verschil dat de houders van de obligatie de mogelijkheid hebben om hun deel
van de lening om te zetten in aandelenkapitaal, net als de onderneming zelf als aan
bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Gebruik maken van deze mogelijkheid voor aandeelhouders
is financieel gezien pas voordelig wanneer de koers van het aandeel boven de nominale
waarde van de obligatie (€ 17,92) staat. Indien de Franse staat gebruik maakt van
deze mogelijkheid, neemt het aandelenbelang van de Franse staat toe met ongeveer 1%.
De Nederlandse staat heeft besloten niet in te tekenen op de obligatie, omdat eventuele
verwatering van het belang momenteel niet aan de orde is. Mocht die situatie zich
wel voordoen, dan bekijkt de Nederlandse staat op dat moment of het nodig is de verwatering
tegen te gaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Mede namens
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.