Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Bromet en Kröger over het bericht 'Concrete aanpak stikstof kan maanden duren’
Vragen van de leden Bromet en Kröger (beiden GroenLinks) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Concrete aanpak stikstof kan maanden duren» (ingezonden 3 oktober 2019).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), mede namens
de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 21 oktober 2019). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 306.
Vraag 1
Kent u het bericht «Kabinet heeft nog maanden nodig voor stikstofaanpak»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat het nog enkele maanden gaat duren voor het kabinet met concrete oplossingen
komt voor de stikstofcrisis?
Antwoord 2
In de brief van 4 oktober jl. (Kamerstuk 32 670, nr. 167) heeft het kabinet aangekondigd de oplossing te zoeken in een gebiedsgerichte aanpak.
Aangezien de herkomst van stikstofdepositie verschilt per gebied, verschilt ook de
aanpak om deze depositie te verminderen per gebied. Er wordt inzichtelijk gemaakt
wat nodig is voor natuurherstel, welke (bron)maatregelen daarvoor in dat gebied beschikbaar
zijn, maar ook welke ruimte nodig is om activiteiten in dat gebied te kunnen ontplooien.
Het kabinet heeft aangekondigd welke concrete zaken zij gaat doen: investeren in direct
natuurherstel, inzetten op een drempelwaarde voor stikstofdepositie zodat het proces
voor het verlenen van toestemming voor (kleine) activiteiten en projecten weer in
gang kan worden gezet, toestemmingverlening op gang brengen via intern salderen en
extern salderen onder voorwaarden. Ook stelt het kabinet indien nodig financiële en
juridische middelen beschikbaar en worden bronmaatregelen genomen waar deze (gebiedsgericht)
effect hebben.
Het kabinet gaat per direct aan de slag met de verkenning van een drempelwaarde voor
projecten of activiteiten met kleine stikstofdeposities. Daartoe is het nodig om (bron)maatregelen
uit te werken. Het kabinet komt voor het einde van het jaar met een uitgewerkt pakket
op basis waarvan in het begin van het nieuwe jaar besluitvorming kan plaatsvinden.
Per direct worden de gebiedsgerichte processen in gang gezet. Het kabinet informeert
u dit jaar over de uitwerking en de eerste resultaten van de gebiedsgerichte aanpak
voor natuurherstel.
Het Adviescollege Stikstofproblematiek komt voor het einde van het jaar met een nader
advies over beweiden en bemesten. Op basis hiervan zullen de interbestuurlijke partners
half januari een besluit nemen over de wijze waarop en de voorwaarden waaronder beweiden
en bemesten mogelijk gemaakt kunnen worden. Begin 2020 is ook het moment voor de interbestuurlijke
partners om te besluiten op welke wijze de monitoringssystematiek wordt verbeterd.
In mei 2020 komt het Adviescollege met het laatste deel van het advies en volgt een
kabinetsreactie.
Vraag 3
Heeft u al een inschatting gemaakt wat de effecten (op stikstof) zijn van het verlagen
van de maximumsnelheid? Zo ja, welke trajecten zijn hier in meegenomen? Wat zijn de
effecten van een verlaging naar 120, 100 en 80 km/u? Hoe snel kunnen verkeersbesluiten
gerealiseerd worden?
Antwoord 3
Lokaal – dicht bij de weg – kan een verlaging van de maximum snelheid een groter effect
hebben. In de brief van 4 oktober jl. heeft het kabinet daarom aangegeven dat wordt
gedacht aan gebiedsgerichte verlagingen van de maximum snelheid op rijkswegen en provinciale
wegen, daar waar het effect heeft op de stikstofdepositie in stikstofgevoelige Natura
2000-gebieden. Naar aanleiding van het advies van het Adviescollege Stikstofproblematiek
wordt bezien op welke trajecten een gerichte verlaging van de maximumsnelheid een
effectieve maatregel is. Ook wordt in beeld gebracht welke bijdrage aan afname van
stikstofdepositie op die trajecten verwacht wordt.
Vraag 4 en 5
Weet u hoeveel veehouderijen er gevestigd zijn in de buurt van Natura 2000-gebieden?
Zo ja, met welke afstandscriteria is gerekend en kunt u deze informatie delen?
Hoeveel veehouderijen in de buurt van Natura 2000-gebieden hebben geen opvolger? Kunt
u deze informatie met de Kamer delen?
Antwoord 4 en 5
In de brief van 4 oktober jl. (Kamerstuk 32 670, nr. 167) heeft het kabinet aangekondigd de oplossing te zoeken in een gebiedsgerichte aanpak.
Aangezien de herkomst van stikstofdepositie verschilt per gebied, verschilt ook de
aanpak om deze depositie te verminderen per gebied. Er wordt inzichtelijk gemaakt
wat nodig is voor natuurherstel, welke (bron)maatregelen daarvoor in dat gebied beschikbaar
zijn, maar ook welke ruimte nodig is om activiteiten in dat gebied te kunnen ontplooien.
In dit proces wordt ook bezien welke veehouderijen in de buurt van Natura 2000-gebieden
zijn gevestigd en welke veehouderijen geen opvolger hebben.
Vraag 6
Welke natuurherstelmaatregelen kunnen er genomen worden en zijn deze maatregelen alleen
in de Natura 2000-gebieden of ook daarbuiten?
Antwoord 6
De natuurherstelmaatregelen die kunnen worden genomen, betreffen de «vrijgegeven»
herstelmaatregelen in het rapport Herstelstrategieën stikstofgevoelige habitats. Deze
maatregelen zijn in de (voor het PAS opgestelde) gebiedsanalyses gebiedsgericht uitgewerkt
en zijn deels al in uitvoering. De herstelmaatregelen zijn ook toepasbaar in natuurgebieden
buiten Natura 2000, maar in de gebiedsanalyses alleen uitgewerkt voor Natura 2000-gebieden,
inclusief (in geval van waterhuishoudkundige maatregelen) de directe omgeving daarvan.
Vraag 7
Kan de vernieuwde rekentool Aerius de effecten van luchtwassers meten? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 7
De AERIUS rekentool is niet bedoeld om specifiek de effecten van luchtwassers te meten.
Met AERIUS Calculator is het mogelijk om de stikstof emissie en stikstofdepositie
te bepalen van een bron die door de gebruiker wordt ingevoerd.
Voor het bepalen van de emissie van een ingevoerde stal maakt AERIUS gebruik van de
emissiefactoren uit de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav-factoren). De Rav-factoren
zijn gebaseerd op metingen. Er zijn verschillende Rav-factoren gemaakt voor verschillende
type stallen, zowel voor stallen met als stallen zonder luchtwassers. Aangezien stallen
met een luchtwasser veel schoner zijn, heeft dit effect in AERIUS.
Vraag 8
Wanneer kan Aerius ingezet worden voor alle projecten?
Antwoord 8
Met de release van AERIUS Calculator 2019 op 16 september jl. is het weer mogelijk
om de stikstofdepositie van projecten te bepalen. Een aantal specifieke omstandigheden
vallen nog buiten het toepassingsbereik van de versie. De volgende versie van AERIUS
Calculator wordt in januari 2020 verwacht. Dan is het mogelijk om AERIUS ook in te
zetten voor situaties die nu buiten het toepassingsbereik vallen.
Vraag 9
Wanneer krijgt de Kamer duidelijkheid over de ontbrekende vergunning voor stikstofemissies
van vliegvelden?
Antwoord 9
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft diverse schriftelijke vragen gekregen
over de natuurvergunningen voor luchthavens, waarvan de antwoorden op 15 oktober jl.
naar uw Kamer zijn verzonden2. Het streven is om die vragen voor de begrotingsbehandeling van Infrastructuur en
Waterstaat (16 oktober 2019) te beantwoorden. Wat betreft de ingediende handhavingsverzoeken
zal het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit informatie verzamelen,
zienswijzen opvragen en oordelen over de vraag of en zo ja welke luchthavens over
een natuurvergunning dienen te beschikken. Het handhavingsverzoek zal binnen de daartoe
gestelde termijn beantwoord worden en daar kan nu niet op vooruitgelopen worden.
Vraag 10
Kunt u deze vragen voor de behandeling van de LNV-begroting beantwoorden?
Antwoord 10
Ik heb u op 2 oktober jl. laten weten dat ik geen antwoord heb kunnen geven op deze
schriftelijke vragen voor het behandeling van de LNV-begroting (Kamerstuk 32 670, nr. 170).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede namens
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.