Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Sneller over het betalen door de regering voor het werk van koningin Máxima als speciaal pleitbezorger namens de Verenigde Naties
Vragen van het lid Sneller (D66) aan de Minister-President over het betalen door de regering voor het werk van Koningin Máxima als speciaal pleitbezorger namens de Verenigde Naties (ingezonden 26 september 2019).
Antwoord van Minister-President Rutte (Algemene Zaken) en van Minister Kaag (Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen 15 oktober 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «regering betaalt jaarlijks 150.000 euro voor VN-werk Máxima»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is het waar dat Koningin Máxima jaarlijks € 150.000 besteedt uit de post «speciale
multilaterale activiteiten» op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
voor haar VN-activiteiten? Zo ja, om hoeveel geld gaat het over de afgelopen 10 jaar?
Antwoord 2
Koningin Máxima zet zich als speciale pleitbezorger van de Secretaris Generaal van
de Verenigde Naties (UNSGSA) actief in voor inclusieve financiering, in het bijzonder
in ontwikkelingslanden. Dit doet ze door dit onderwerp onder de aandacht te brengen
op multilaterale fora, bij gesprekken met regeringsleiders, maar ook door werkbezoeken
te brengen aan (ontwikkelings)landen waar projecten op het gebied van inclusieve financiering
en ontwikkeling lopen. Het werk van de Koningin als UNSGSA sluit aan bij het beleid
van de Nederlandse regering op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en de verwezenlijking
van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) in het bijzonder.
De inhoudelijke ondersteuning van de VN-werkzaamheden van de UNSGSA wordt hoofdzakelijk
gedaan door het UNSGSA-kantoor, dat is gehuisvest binnen UNDP (United Nations Development
Programme) bij de VN in New York. Deze ondersteuning bestaat onder meer uit de inhoudelijke
voorbereiding, organisatie en opvolging van de werkzaamheden van UNSGSA, activiteiten
en reizen, het schrijven van toespraken, het jaarverslag en andere teksten, communicatie
en het onderhouden van contacten en de uitvoering van activiteiten met de samenwerkingspartners
van UNSGSA.
De werkzaamheden van het UNSGSA-kantoor worden gefinancierd door de VN, die hiervoor
een bijdrage ontvangt van de Bill en Melinda Gates Foundation. De financiering van
het UNSGSA-kantoor (op jaarbasis gemiddeld 1,5 miljoen dollar) heeft betrekking op
uitgaven voor salarissen, reis- en verblijfkosten van zeven medewerkers, huur kantoorruimte,
administratie, drukkosten, evenementen en communicatie. De UNSGSA zelf ontvangt een
symbolisch jaarsalaris (USD 1). Het contact van UNSGSA met het UNSGSA-kantoor en de
partners van UNSGSA verloopt in belangrijke mate via telefonische gesprekken en videoconferenties.
Bij de ondersteuning van werkzaamheden van UNSGSA vanuit de begroting van Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS) gaat het voor een belangrijk deel om de
kosten ten behoeve van reis en verblijf, met inbegrip van transportkosten ter plaatse,
voor UNSGSA en een medewerker van de Dienst Koninklijk Huis (DKH). Deze uitgaven vallen
binnen de begroting van BHOS onder het budget voor «speciale multilaterale activiteiten».
Omdat de uitgaven door de jaren heen variëren, is desgevraagd naar de media een bedrag
van gemiddeld 150.000 euro per jaar aangehouden. Uit de administratie van BHOS blijkt
dat het totaal van deze uitgaven onder het budget voor speciale multilaterale uitgaven
voor de negen boekjaren 2010–2018 bijna 1,2 miljoen euro bedraagt. De uitgaven voor
het lopende boekjaar 2019 bedragen tot op heden ongeveer 100.000 euro. Zie ook het
antwoord op vragen 3, 4 en 5.
Vraag 3, 4, 5
Is het waar dat er nog meer kosten zijn die buiten de begroting van de Koning vallen,
zoals beveiligingskosten of het werk voor Koningin Máxima in haar hoedanigheid als
speciaal pleitbezorger, voor medewerkers van de Rijksvoorlichtingsdienst of de Dienst
Koninklijk Huis, die op de begrotingen van Algemene Zaken en Justitie & Veiligheid
staan? Als dit waar is, om hoeveel geld gaat dit (sinds haar aantreden als speciaal
pleitbezorger)?
Hoe verhoudt het bedrag dat de Nederlandse regering jaarlijks betaalt voor het VN-werk
van Koningin Maxima via de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
zich tot hetgeen u tijdens de begroting Algemene Zaken en begroting van de Koning
op 7 oktober 2014 hebt gezegd?2 Klopt deze bewering nu nog? Zo nee, kunt u aangeven op welke posten, van welke begroting,
er nog meer kosten van het Koninklijk huis opgenomen zijn?
Zo ja, hoe verhouden deze kosten, die gemaakt worden voor een lid van het Koninklijk
Huis via een andere begroting dan de eerder door u genoemde begrotingen, zich tot
de regels die opgesteld zijn door de commissie-Zalm?
Antwoord 3, 4, 5
Tijdens de bezoeken van Koningin Máxima als UNSGSA wordt ondersteuning verleend vanuit
lokale kantoren van de VN en (logistieke) ondersteuning door medewerkers van de Nederlandse
diplomatieke vertegenwoordigingen. Verder wordt zij bij deze bezoeken, zoals ook bij
haar andere activiteiten gebruikelijk, begeleid door medewerkers, zoals van de Dienst
Koninklijk Huis (DKH), de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) en de Dienst Koninklijke
en Diplomatieke Beveiliging (DKDB). In lijn met de algemene opzet van de rijksbegroting
worden de uitgaven geraamd op basis van algemene beleidsdoelstellingen waarbij specifieke
kosten voor onderdelen hiervan niet als zodanig in de departementale begrotingen zijn
vermeld. De raming van hun personeelslasten en/of reis- en verblijfskosten, evenals
incidenteel gebruik door UNSGSA van het regeringsvliegtuig, vormt een onderdeel van
de begrotingen van de respectieve ministeries. Medewerkers maken géén uitsplitsing
van hun uren naar werk ten behoeve van de Koningin en ten behoeve van de Koningin
in haar hoedanigheid als speciale pleitbezorger.
In 2009 heeft de Commissie Zalm (Kamerstuk 31 700 I, nr. 5) aanbevelingen gedaan om te komen tot een transparant stelsel van te ramen en te
verantwoorden uitgaven die samenhangen met de uitoefening van het koningschap. Dit
heeft, vanaf 2010, geleid tot een nieuwe opzet van de begroting van de Koning. Na
vijf jaar is er een externe evaluatie geweest en dit heeft geleid tot een aanvulling
van de begroting van de Koning met een extracomptabele bijlage bij de begroting. Hierin
worden de uitgaven gepresenteerd die binnen de rijksbegroting op begrotingen van andere
ministeries worden geraamd en die in verband kunnen worden gebracht met het koningschap.
Dit vormt het geheel van de uitgaven die direct te relateren zijn aan het koningschap.
Daarnaast zijn er uitgaven die geen relatie hebben met het functioneren van het koningschap
en derhalve niet worden opgenomen op de begroting van de Koning. Dit is ook in 2009
beschreven. Het kan daarbij gaan om een subsidie waar men als persoon aanspraak op
kan maken. Een voorbeeld hiervan is de subsidie voor het Kroondomein die via de begroting
van LNV loopt en die de Koning ontvangt als vruchtgebruiker van het landgoed. Het
kan ook gaan om een doeluitgave van een ministerie voor een bepaalde activiteit. Dat
is aan de orde bij de VN-activiteiten van Koningin Maxima. Binnen de begroting van
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking worden haar werkzaamheden als speciale
pleitbezorger ondersteund door het vergoeden van hiervoor genoemde kosten, omdat deze
werkzaamheden aansluiten bij Nederlandse beleidsdoelen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking
(zie ook het antwoord op vraag 2). Voor dergelijke uitgaven dragen de ministers van
de onderscheiden beleidsterreinen ministeriële verantwoordelijkheid. In het aangehaalde
citaat uit 2014 heb ik ten onrechte de indruk gewekt dat onder de hiervoor beschreven
doeluitgaven alleen de subsidie voor het Kroondomein viel.
Vraag 6
Besteedt de Nederlandse Staat geld aan het kantoor en personeel van Koningin Máxima
bij de Verenigde Naties? Zo ja, hoeveel geeft de Nederlandse Staat hier aan uit en
uit welke begrotingen komt dit?
Antwoord 6
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 7
Bent u bereid deze vragen vóór de behandeling van de begroting van de Koning te beantwoorden?
Antwoord 7
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. (Mark) Rutte, minister van Algemene Zaken -
Mede ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.