Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Nijkerken-de Haan over het bericht ‘Diploma honderden medewerkers kinderopvang ongeldig door nieuwe cao’
Vragen van het lid Nijkerken-de Haan (VVD) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Diploma honderden medewerkers kinderopvang ongeldig door nieuwe cao» (ingezonden 25 september 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen
18 oktober 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Diploma honderden medewerkers kinderopvang ongeldig
door nieuwe cao»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Kunt u toelichten hoe de lijst met diploma’s die toegang geven tot een baan in de
kinderopvangsector is samengesteld? Klopt het dat deze lijst een resultaat is van
overleg aan de cao-tafel?
Is er voor het opstellen van de lijst met opleidingen die toegang geven tot een baan
in de kinderopvang overleg geweest tussen de cao-partijen en het Ministerie van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid of de vastgestelde lijst in overeenstemming is met de eisen
die gesteld zijn in de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2 en 3
In het akkoord Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK) dat is afgesloten met de
Brancheorganisatie Kinderopvang (BK), BOinK, FNV, CNV en Sociaal Werk Nederland (SWN)
zijn afspraken gemaakt om de kwaliteit van kinderopvang te verhogen. Later hebben
Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang (BMK) en Voor Werkende ouders zich
achter dit akkoord geschaard.
De afspraken betreffen onder andere afspraken over: coaching door pedagogisch beleidsmedewerkers,
taalniveau 3F voor pedagogisch medewerkers (inwerkingtreding 2023), het niet meer
formatief inzetten van vrijwilligers, het maken van een opleidingsplan door organisaties,
het beperken van de inzet op stagiaires en de inzet op permanente scholing.
In het akkoord zijn geen afspraken gemaakt over opleidingen. De totstandkoming en
de inhoud van afspraken omtrent opleidingseisen is in beginsel de verantwoordelijkheid
van werkgevers en werknemers en hun organisaties. De lijst met diploma’s in de kinderopvang
is een resultaat van het cao-overleg van sociale partners. Ik ben dan ook niet betrokken
geweest bij de inhoud en vormgeving van de lijst.
Vraag 4
Bent u het eens met de stelling dat een te strenge uitleg van de kwaliteitseisen in
relatie tot het erkennen van diploma’s die toegang geven tot een baan in de kinderopvang
contraproductief kan uitwerken, aangezien er sprake is van een groot personeelstekort
in de kinderopvang? Welke rol ziet u voor uzelf om een te strenge uitleg te voorkomen?
Antwoord 4
Zoals uit de beantwoording van vraag 2 en 3 duidelijk wordt, zijn in het IKK-akkoord
geen afspraken gemaakt over opleidingen, dat is aan cao-partijen. Een te strenge uitleg
van de kwaliteitseisen is dan ook niet aan de orde. De lijst met diploma’s in de kinderopvang
is een resultaat van het cao-overleg van sociale partners. Daarin zijn sommige verouderde
opleidingen niet meer opgenomen. Willen herintreders na een tussenstap toch weer werken
in de kinderopvang, dan dient voor sommige opleidingen een gelijkstellingsverzoek
te worden aangevraagd. Tot zover is 70% van deze verzoeken gehonoreerd. Het is aan
cao-partijen, indien zij dit nodig achten, met elkaar in overleg te treden over de
diplomalijst. Ik zie voor mezelf hier geen rol. De cao Kinderopvang heeft een looptijd
van 1 januari 2018 t/m 31 december 2019 en inmiddels lopen de cao-onderhandelingen
voor een nieuwe cao.
Vraag 5
Herinnert u zich eerdere oproepen over de personeelskrapte in de kinderopvang in reactie
waarop u heeft aangegeven met de sector in gesprek te gaan over de personeelstekorten?2
3
Antwoord 5
Ja.
Vraag 6
Bent u bereid om in dit gesprek ook de vastgestelde lijst van opleidingen die toegang
geven tot een baan in de kinderopvang te agenderen?
Antwoord 6
Arbeidsmarktkrapte speelt op dit moment bij meerdere sectoren. Het is een van de gevolgen
van de groeiende economie. Dat is goed nieuws, maar het betekent ook dat de arbeidsmarkt
tot een nieuw evenwicht moet komen. Voor kinderopvangondernemers is het daarom op
dit moment moeilijker om gekwalificeerd personeel te vinden. Om deze reden ben ik
met de kinderopvangsector in gesprek over de arbeidsmarktkrapte. Zoals aangegeven
in reactie op de motie Van Meenen (D66)/De Pater-Postma (CDA)4 trachten we aan de hand van die gesprekken een soort spoorboekje te formuleren waarin
naar oplossingen wordt gezocht. Opleidingen, in zijn algemeenheid, zijn ook een onderwerp
van dit gesprek. Hierbij wordt gekeken naar de knelpunten, ieder vanuit zijn eigen
rol. Het oppakken van knelpunten rondom de vastgestelde lijst van opleidingen is daarbij
aan de sociale partners zelf en past niet bij de rol van het Ministerie van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.