Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Beckerman en Alkaya over het CETA-verdrag dat afbouw gaswinning in de weg staat
Vragen van de leden Beckerman en Alkaya (beiden SP) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het CETA-verdrag dat afbouw gaswinning in de weg staat (ingezonden 19Â september 2019).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat), mede namens de Minister
voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen 15 oktober 2019).
Vraag 1
Kent u het artikel uit het Dagblad van het Noorden over het handelsverdrag tussen
de EU en Canada (CETA) dat de afbouw van gaswinning tegenhoudt?1 Zo ja, wat is daarop uw reactie?
Antwoord 1
Ja. Voor sommige punten in het artikel is een nuancering op zijn plaats. Genoemde
bedrijven kunnen geen aanspraak kunnen maken op de beschreven schadevergoeding onder
het CETA verdrag. Het Canadese Vermilion Energy is geen gasproducent in het Groningen
gasveld en kan geen aanspraak maken op gederfde winst ten gevolge van de afbouw van
de winning uit dit veld. Ook ExxonMobil kan geen aanspraak maken op een schadevergoeding
via het CETA-verdrag. ExxonMobil is namelijk een Amerikaans bedrijf en valt buiten
de werking van CETA.
Vraag 2
Heeft u al signalen ontvangen van gaswinningsbedrijven die wanneer het handelsverdrag
geldig is, claims bij de Nederlandse overheid willen neerleggen? Zo ja, welke? Zo
nee, verwacht u die?
Antwoord 2
Ik heb geen signalen ontvangen van gaswinningsbedrijven die claims neer willen leggen
wanneer het handelsverdrag geratificeerd is. Ik verwacht deze ook niet in de toekomst.
Vraag 3
Wat zijn volgens u de gevolgen voor de daling van gaswinning in kleine velden na eventuele
invoering het CETA-verdrag?
Antwoord 3
Er zijn geen redenen om aan te nemen dat de eventuele ratificatie van CETA van invloed
is op gaswinning uit kleine velden.
Vraag 4
Hoe verhoudt zich een claim van een dochterbedrijf van ExxonMobil tot het Akkoord
op Hoofdlijnen? Is er in dat Akkoord een afspraak opgenomen dat zij niet kunnen claimen
bij vermindering van winsten in kleine velden? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 4
Zoals aangegeven verwacht ik geen claims als het CETA verdrag is geratificeerd. Het
AoH ziet daarnaast enkel op het Groningenveld, en bevat geen bepalingen omtrent gaswinning
uit kleine velden.
Vraag 5 en 6
Bereidt u zich voor op eventuele claims die komen? Zo ja, hoe doet u dat?
Zijn er in Nederland nog meer dan in het artikel genoemde gaswinningsvelden, waar
de winning na het CETA-verdrag mogelijk claims gaat opleveren?
Antwoord 5 en 6
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 7
Deelt u de mening dat als CETA geratificeerd wordt, zowel de stop van de gaswinning
in Nederland als de energietransitie richting duurzaam energie onder druk komen te
staan vanwege het prijskaartje door dergelijke claims? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 7
De verdragstekst van CETA bevestigt expliciet het recht voor overheden om te reguleren
in het publieke belang. Het gaswinningsbeleid en de energietransitie in Nederland
zijn publieke belangen. CETA biedt buitenlandse investeerders enkel recht op schadevergoeding
in het geval van onteigeningen die niet in het publiek belang zijn en/of wanneer geen
adequate compensatie is betaald. Het verdrag voorziet derhalve in een zorgvuldige
balans tussen de bescherming van publieke belangen en het stimuleren van investeringen.
Voor de verwachtingen ten aanzien van claims verwijs ik naar het antwoord op vraag
6.
Vraag 8
Kunt u garanderen dat inwoners van Nederland nooit de financiële gevolgen, direct
en/of indirect, ondervinden van eventuele claims van gaswinningsbedrijven? Kunt u
uw antwoord toelichten?
Antwoord 8
In het geval van onteigeningen biedt CETA buitenlandse investeerders enkel recht op
schadevergoeding wanneer er geen sprake is van een publiek belang en/of wanneer er
geen adequate compensatie is betaald. Van beide is bij de afbouw van de gaswinning
in Groningen geen sprake. Een succesvolle claim onder het eventuele CETA-verdrag acht
ik dan ook zeer onwaarschijnlijk.
Vraag 9
Deelt u de mening dat het CETA-verdrag goed is voor olie- en gasbedrijven, maar slecht
voor het klimaat zoals Milieudefensie verklaart op haar website?2 Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u om deze reden bereid zich tegen dit verdrag te
keren?
Antwoord 9
Ik deel deze mening niet. Door CETA worden zowel importtarieven op goederen die kunnen
bijdragen aan duurzame ontwikkeling afgeschaft als importheffingen op fossiele brandstoffen.
De verlaagde importheffingen op fossiele brandstoffen hebben volgens de Sustainability Impact Assessment slechts beperkte effecten op de uitstoot van broeikasgassen. De verwachting van het
Sustainability Impact Assessment bij CETA is dat de productie stabiel zal blijven
door het akkoord. De handel in fossiele brandstoffen is vooral afhankelijk van andere
factoren, zoals de internationale olieprijs.
Canada, de EU en haar lidstaten dienen zich bovendien aan hun verplichtingen onder
het Parijs-akkoord en aan andere klimaatdoelstellingen te houden. De inwerkingtreding
van CETA heeft hier geen invloed op. CETA bevat voorts afspraken die een positieve
bijdrage aan het klimaat kunnen leveren. Partijen bevestigen in de duurzaamheidshoofdstukken
van CETA het Parijs akkoord te ratificeren en te implementeren en spreken af hierin
gezamenlijk op te trekken.
Vraag 10
Kunt u beloven dat wanneer Nederland tegen dit verdrag stemt, dat dit het einde betekent
van CETA?
Antwoord 10
Nederland heeft CETA in 2016 ondertekend. Voor de ratificatie ligt het verdrag ter
goedkeuring aan het parlement voor. CETA is een gemengd verdrag. De eventuele situatie
die zou kunnen ontstaan, wanneer een EU-lidstaat een gemengd handelsakkoord niet ratificeert,
is onontgonnen terrein en zal in de Raad moeten worden besproken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.